ïïj
X4
iVo. "2li
Zaterdag Juli 1888.
i' Jaargr.
y*. sü
11,
ven
een,
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
AXEL.
Bui tui d a n d sc 11 N i eu us.
DU ITSC H LAN D
Binnenlandseji Nienws.
FEUILLETON.
f
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS per 3 Maanden
1 maal per week 25 cent; franco per post 30 cent2
maal per week 50 centfranco per post 60 centvoor
B e l o i 60 et en 1,20. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Ad ver ten tiën van 1 tot 4 regels 25 cent*
voor eiken regel meer 5 cent. Groote 'letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentien worden franco ingewaeht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TW EE uren.
Dr. Ed. Giampetro, Italïaansche specialiteit in
oorziekten, en oud-professor in de oorheelkunde
te Napels, schrijft aan de „Tnd. Beige" een be
langrijken brief, waaraan het volgende is ontleend-
„Bij de troonbestijging van keizer Wilhelm II
heeft de Europeesche pers de treurige voorspel
lingen bekend gemaakt van dr. Boucheron uit
Parijs, over de oorziekte, waaraan keizer Wil
helm n schijnt te lijden. Er schijnt sprake te
zijn van een ongeneeseiijke etterende otorrhea
iuitvloeiing van stof uit het oor), welke volgens
dr. Boucheron onder andere verschijnselen ook
neiging tot zelfmoord veroorzaakt en tot krank
zinnigheid kan leiden.
,,Het is mij onbekend of deze treurige prognos-
se gegrond is op een objectief onderzoek of wel
op algemeene pathologische denkbeelden
„In allen gevalle is het buiten twijfel, dat geen
enkele der geleerden, die de vorderingen der he-
dendaagsche oorheelkunde hebben bijgehouden het
vreeselijke oordeel van dr. Boucheron zou willen
onderschrijven. Deze schijnt er geen rekening
mede te hebben gehouden, dat de chronische et-
teringen van de gehoorbuis of van het uitwendig
oor (als er geen individuëele cachexie noch ette
rende ontsteking van het labyrinth of van het
tepelvormig uitsteeksel bestaan) kunnen worden
genezen door een goed overlegde normale behan
deling. Als het mij geoorloofd is een meening
te uiten, na 23 jaren van ondervinding en van
beoefening van een speciale kliniek, na duizen
den gevallen van etterènde otorrhea te hebben
behandeld, waaronder zeer ernstige, zou ik zeg
gen, dat deze ziekte nooit neiging tot zelfmoord
ot krankzinnigheid heeft veroorzaakt.
„Men kan echter toegeven, dat ziekten van het
labyrinth, en juist die van ontstekirgachtigen
aard, ten gevolge der onvermijdelijke wijzigingen
die zij langzamerhand in de naburige weefsels en
organen veroorzaken, in sommige gevallen tot vrij
ernstige storingen de hersenen aanleiding kun
nen geven en tot een noodlotting einde leiden
door meningitis (hersenvliesontsteking) rottende
phlebitis (ontsteking van den binnenwand dera-
derlijke boezems) dei: hersenvliezen enz.
„Ik heb in enkele gevallen verlies van het ge
heugen waargenomen, bijeen zeer geleerd pries
ter den eerw. Di Giacomo, die sedert zijn kinds
heid leed aan scrofhleuse ontsteking van de ge
hoorgang met caries (beeneter) van het rotsbeen
en aandoeningen van het labyrinth ik heb in
efn klassiek geval van amnestie (verlies
van geheugen waaigenrmen na het wegnemen
van een afgestorven stuk been genas de ziekte
en keeide tevens het geheugen terug.
„Tegen zoo noodlottige complicaties van de
chiomsche, etterende oorontsteking, brengt, ech
ter de ziekte, zelve een belemmering voort door
de traosgewijze verdikking, die zij veroorzaakt
n het slyimhes, dat de trommelholte inwendig
bekleedt Die verdikking, die zoo ver kan gaaf
dat de trommel! olte verstopt wordt,, vormt een
hinderpaal tegen de uitbreiding der ziekte naar
de -veidere inwendige deelen van het hoofd en
tegen de gevolgen van een te stoutmoedige', on
voorzichtige of te krasse behandeling.
„De etterende ontsteking der gehoorbuis is ech
ter van ernstigen aard in de kindsheid en bij
of hu d"86' °f anaemische patiënten,
of bij die, welke tegelijkertijd lijden aan chroni
sche blennorrhea (uitvloeiing van slijm enz.) van
de neus- en keelholte lijden.
„In het geval van keizer Wilhelm, schijnt het
mij toe, dat er geen verschijnselen zijn, die doen
dat er beleedl'g;"gen van het laby
rinth bestaan en zelfs die van de gehoorbuis zijn
S f fnoe? 0lT1 de h0°P w^g te nemen,
dat de pathologische wijzigingen mogelijk weder
zullen verdwijnen."
8.)
NOVELLE VAN
MA X RISC),
..Mjjn hemel" hernam Koert ongeduldig. TT
zult toch niet verlangen, dat ik hals over kop ver
hefd raak op eene jonge dame, die ik nauwelijks
acht, dagen ken, en dat ik haar evenals ltandau
K» n iT' allee" °mdat ZÜ ni'llioenen
bezit? Dat stuit egen nup. gevoel; ik zou me-
zelf moeten verachten, als ik alleen om het geld
alleen om verzorgd te zijn, mijne grondstellingen
verWhende en mijne vnjheid verkocht"
vernin Maar af£ezie" van haar
vermogen, is mejuffiouw Riehfer tot eene uitste
kende, hoogst beschaafde, belangwekkende jonge
12 fWeh.7aar "'ft van adel, maar toch valeer
goede familie zoodat niemand kan verdenken,
a s ge haar huwt. Ik ben ook volstrekt niet, van
Plan u aan te moedigen of teraden u aanhaar
P te >iringenook weet ik maar al te goed dat
geld alleen met gelukkig maakt, en daarom zou
ik gaarne zien, dat ge uzelven rijpelijk onderzocht
en aan de zaak die belangstelling schonkt, die ze
in alle opzichten verdieut. Dat zijt ge uzelven
en uwe familie schuldig, en ge bezoedelt u erin
het minst met mede."
Koert kon niets daartegen inbrengen, hoewel hij
in het minst niet in de plannen en de verwach
tingen zijner lichtgeloovige moeder deelde in die
mate als zij wenschte. Hij bezat te veel eerge
voel om op de hand der rijke erfgename te spe-
culeeren, maar hij was practisch en verstandiage-
noeg om de groote voordeelen van rijkdom en de
bet eekenis van zulk een vermogen te waardeeren.
Juist in de beperkte omstandigheden, waarin hij
verkeerde, had hij maar al te vaak de smartelijk
ste ontberingen en vernederingen ondervonden
waaraan de arme in het gezelschap buiten zijne
schu d zoo menigmaal is blootgesteld. Doch Koert
dacht op dat oogenblik minder aan zichzelven dan
aan zijne moeder, en broeders en zusters, wier toe-
Komst hem ernstige zorgen baai de.
Mocht hjj lichtzinnig zulk een geluk van zich
stooten Was hij niet verplicht alles te doen, wat
jn zijne macht stond, om het lot van die hem dier
baar waren te verzekeren? Weliswaar beminde hij
de jonge dame met, maar hij gevoelde haar toch
geen afkeer, en zij had indruk op hem gemaakt
Men schrijft van het Loo
Van goed ingelichte zijde kan worden verze-
h F u dat: de Paatden, die voor het rijtuig vau
waren gespannen, en waarvan dezer da
gen één viel, niet hollende waren. Met hetzelf
de span keerden H. M. en de Kroonprinses, na
even te zijn uitgestapt, naar liet paleis terug
Dat de Koningin overigens niets beangst is
voor deze paarden, blijkt hieruit, dat H. M. de-
ze' a£en die dieren op eenen rijtoer voor haar
rijttug had en zelf bestuurde.
Door het Depa,- te ment van Waterstaat,
Mandel en Nijverheid, is in de Staats-Courant
geplaatst, het overzicht van het vervoer op de
spoorwegen, over de maand Februari 1888.
De Spoorweg-maatschappijij Mechelen- Ter-
neuzen komt daarin voor met de volgende cijfers:
Vervoer: 31855 reizigers, 18 Tonn. (1000
K. G.) bagage, 36,522 Tonn. (1000 K. G.) be
stol-, ijl- en vrachtgoederen.
Ontvangsten: van de reizigers ƒ8,791 50
aan bagage, ƒ106.92, aan bestel-, ijl- en vracht'
goederen, 33,422.50, aan diverse ontvangsten,
3o0.57, totale ontvangst over de maand Fe
bruari 1888 ƒ42,671.49, en over die maand 1887
2i,813.15, id. van af 1 Januari 1888 ƒ81,232 86
en van af 1 Januari 1887 ƒ58,082.63, ontvangst
per dag en per kilometer van af 1 Januari 1888
19.91 en van af 1 Januari 1887 ƒ14.48.
door haar verstand cn hare beschaving, hoewel
die nu eu dan niet vrij was van pedanterie. Daar
enboven streelde hem hare keuze van gisteren
waardoor zij voldoende getoond had, dat zij beland
in hem stelde, en te verstandig was, om 'behagen
te scheppen in zulke dwazen als de heeien Randau
en v. Rohr.
Toch ondervond hij eene zekere verlegenheid
toen hij in den loop van deD dag mejuffrouw we'
derzag in den tuin, waar zij als gewoonlijk in de
tent zat an ijverig scheen te lezen. Sedert hij
wist, dat zij bezitster van millioenen was, gevoel
de hij in hare tegenwoordigheid eene hem zelf
onverklaarbare verlegenheidzij kwam hem steeds
indrukwekkender, zelfstandiger en belangwekken
der voor. Ook was hij niet in staat zich aan de
betoovenng van het goud te ontrekken, hoe hij
ook tegen de verzoeking streed.
De dame lachte hem vriendelijk toe en noodig-
de hem uit in de tent naast haar plaats te nemen
nadat hij haar begroet en gevraagd had, of zij goed
gerust en zich op de partij goed geamuseerd had-
„Dank u, antwoordde zij met den spottecden
toon haar eigen. „Zoo goed als men zich in zulk
gezelschap gewoonlijk amuseert. Het is toch steeds
een sober genot, dat de moeite niet waard is."
„Dat kaD toch onmogelijk" hernam Koert met