4'' Jaarg. 1 i^SJkllJULi Zaterdag 50 1888. Nieuws- en Advertentieblad 1A5 voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. IHILIMW, AXEL. Buitenlandscli Nieuws. DUITSCHL AN D. 2 5 Juni 1 888. Binnenlandsch Nieuws. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond AB 0 N N E M E N T S P R IJ S per 3 Maanden 1 maal per week 25 cent; franco per post 30 cent2 maal per week 50 centfranco per post 60 centvoor België 60 ct. en 1,20. Afzonderl. numm. 3 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van ltot 4 regels 25 cent; voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De groote en gewichtige gebeurtenissen, welke in korten tijd hebben plaats gehad, trekken nog bijzonder de aandacht van het belangstellend pu bliek. Groote belangstelling en spanning heeft ook de opening van den Rijksdag ingeboezemd. Aan die opening, welker uiting sinds de af kondigingvan het keizerrijk te Versailles in 1871 nimmer zoo glanzend en beteekenisvol was, wen- schen wij een oogenblik onze aandacht te wij den. Alle Duitsche rijksvorsten waren naar Berlijn gekomen, ten einde tegenwoordig te zijn, bij de j opening van den Rijksdag door den keizer. Terwijl de rijtuigen voorbijreden, was het een bont gewemel van glanzende uniformen. De plechtigheid werd tegen twaalf uur inge luid door de klokken van den Protestantschen dom en de Roomsche hoofdkerk, die nabij het slot gelegen zijn. Aldaar werd door de leden eerst eene gods- dienstoefening bijgewoond, terwijl in de slotkapel voor alle vorstelijke personen, den keizer en de keizerin hetzelfde plaats vond. Na afloop daar van gingen alle aanwezigen in statigen optocht naar de Witte Zaal, waar intusschen de leden van den Rijksdag die van den Bondsraad en al le andere gasten plaats hadden genomen. De zaal leverde een verrukkelijk en aanblik op. De grond toon toch van alle architectonische versieringen in dit locaal is het zuiverste wit. Het herhaalde stooten van den hofmaarschalk met zijn gouden staf op den vloer, kondigde de nadering des keizers aan. Op dit teeken spron gen de vleugeldeuren der zaal open en stormde als eene van goud stralende wolk de vorstelijke stoet naar binnen. Eerst een zwerm gegalon neerde hofbeambtendan de mannen der lijf garden, lang en recht als boomendan de mi nisters, die gouden en zilveren kussens droegen, waarop de rijkssieraden liggen. Daaronder dé van edelgesteenten schitterende kroon. Rechts en links begeleidden garde-officieren met ontbloot zwaard, als eerewacht, de insigniën. En eindelijk als kern eener afzonderlijke groep van meerendeels oude heeren, in wier midden de jeugdige gestalte van den keizer. Deze voer een >deel reeds door de jaren gebogen en met orde- teekenen overdekte heeren zijn de Duitsche bonds- vorsten. Aan de lange zijde der zaal ten oosten ver hief zich de half met floers bedekte troon met purperen treden waarop de keizer plaats nam boven zijn hoofd welfde zich de met goud ge stikte baldakijn, waarop de rijksadelaren zijn ge borduurd, terwijl rechts en lir.ks daarvan de njksbanier en hetjontbloote rijkszwaard, zich ver bleven, gedragen door wit gebaarde generaals. In «en reusachtigen halven cirkel der ïegeerende buitsche vorsten en der niet regeerende Duitsche Pnnsen, vormde de gestalte des keizers het hoog- punt en was deze voor allen in de groote zaal zichtbaar. Tegenover de vorsten, langs de andere lange zijde der zaal, vormden de leden van den Rijksdag, meerendeels in het zwart gekleed, eene breede groep. Aan de noord- en de zuidzijde der zaal waren schitterende tribunes opgericht, waarop het diplomatieke korps en de dames uit de hoog ste klingen waren gezeten, wier rouwkleeding een somberen indruk maakte te midden van het overigens kleurenrijk tafereel. Daartusschen ston den ook nog de ridders der Johanniter- en der Zwarte Adelaarorde, in ouderwetsche mantels ge huld. Plotseling werd het doodstil. De jonge keizer ontblootte het hoofd en stond op, terwijl prins Bismarck met eene flauwe buiging hen 'het kei zerlijk exemplaar der troonrede, in fluweelen band besloten, overhandigde. Te midden der grootste spanning begint keizer Wilhelm, eerst met eenigs- zins bevende, maar weldra met vaste en duide lijke stem, de troonrede te lezen, terwijl hij zich nu eens tot de bondvorsten, dan weder tot de rijksdagleden wendde. Die troonrede begint met eene herinnering aan de zware beproevingen, door welke het Keizer lijke Huis getroffen is geworden. De keizer sprak het voornemen uit zijnen grootvader en vader zich tot voorbeeld te kiezen. Hij is sloten dezelfde wegen te bewandelen op welke zijn grootvader het vertrouwen zijner bondge- nooten, de liefde van zijn volk en de welwillen de erkentelijkheid van het buitenland verworven heeft. De taak die den keizer is opgelegd, bestaat in de militaire en staatkundige beveiliging des rijksin het toezicht op de uitvoering der rijks wetten, in het bijzonder der rijksgrondwetin het handhaven der rechten welke deze aan wetgevende lichamen, aan ieder Duitscher, aan den keizer en aan de vorsten der afzonderlijke staten waarborgt. In haren vollen omvang wordt de keizerlijke boodschap van 17 November 1881 betreffende de maatregelen tot bescherming der arbeidersbevolking, door den keizer beaamd. De keizer beschouwt het als zijnen plicfit, de ont wikkeling van staatswezen en samenleving op den wettelijken weg te houden, en alle onder mijnende richtingen standvastig het hoofd te bieden. De keizer wenscht vrede met ieder. Nimmer zal zijne liefde voor het leger hem in verzoe king brengen, de weldaden de3 vredes prijs te geven. Wordt hij niet tot oorlog gedwongen door eenen aanval van anderen, nimmer zal de keizer er aan denken zelf iemand aan te vallen. Duitschland heeft evenmin behoefte aan nieuwen krijgsroem als aan veroveringen. Aan het bondgenootschap met Oostenrijk houdt de keizer vast als aan een der grondslagen voor het Europeesche evenwicht, als eene nalatenschap van Duitschlands verleden, en als overeenstem mende met de gevoelens van het Duitsche volk. Gelijksoortige betrekkingen en nationale behoef ten vormen den band des rijks met Italië. Deze bondgenootschappen maken, tot 's keizers groo te voldoening het mogelijk de persoonlijke vriend schap met den keizer van Rusland te onderhou den. en te handhaven de sedert eene eeuw be staande vredelievende betrekking tot het Rus sische rijk, welke zoewel met 's keizer'persoon lijke gevoelens als met Duitschlands belangen in overeenstemming is. Met ingenomenheid wijst de keizor op de door het verleden geijkte be trekkingen tot alle vreemde mogendheden, wel ke het mogelijk maken naar het behoud van den vrede te blijven streven. Hij vertrouwt er in te zullen slagen, datgene wat door zijne voorgan gers verworven en tot stand gebracht is, te kunnen bevestigen. De geheele Rijksdag heeft de troonrede met levendigen bijval begroet, in het bijzonder alles wat betrekking had op de eenheid des rijks en op de buitenlandsche staatkunde. Onder het voor lezen hield de keizer den helm op het hoofd. Toen Bismarck hem de rede overhandigde, schud de de keizer hem hartelijk de hand, en de rijks kanselier kuste die des keizers. Een buitengewonen indruk maakte de verze kering beteffende de vredelievende politiek en de handhaving der bondgenootschappen, welke de keizer met eenige verheffing van stem uitsprak. Vooral werd daarbij opgemerkt de nadruk op de woorden dat de keizer den vrede bewaren zou „voor zoover dit van mij afhangt." Naar men verneemt zal de Tweede Ka mer der Staten Generaal den 4d*en Juli a. s. bijeenkomen. De Haarl. Ct. meldt Reeds herhaaldelijk werden losse geruchten ver nomen, volgens welke ergens in de Haarlemmer meer eene minerale bron zou zijn ontdekt, zonder oat men echter het rechte van de zaak vernam. Wjj kunnen thans medsdeelen. dat werkelijk die geruchten niet geheel ongegiond waren. Vóór eenigen tijd nl. weid de aandacht-van en kele belangstellenden gevestigd op eene bron in de Haarlemmermeer, waarvan het water sterk ijzer houdend werd bevonden. Een nader onderzoek bracht aan het licht, dat die bron reeds sedert ve le jaren vloeit en, ook in zeer warme en droge zomers, dagelijks eenige duizend liter ijzerhoudend water levert, dat ook bij strenge koude of zeer hooge zomerwarmte steeds een constanten warm tegraad behoudt. AXEL, 2Juni 1888. - Bij kon. besluit is dr. H. B. van Nes, arts te Terneuzen, met ingang van 16 Juli a. s., voor den tijd van drie jaren belast met het gezondheidsonderzoek van zeeschepen aldaar. Uit Terneuzen schrijft men aan de M. Ct"' Als een bewijs van de toenemende drukte aan de loskade van het spoorwegstation alhier kan wel dienen dat, om de massa verschillende goe deren, hier aangebracht door zeeschepen uit En- gelsche en Spaansche havens en uit de Oostzee, en gelost aan den spoorweg, te vervoeren, ge middeld 150 a 160 goederenwagens voor Meche- len en 50 a 60 voor Gent worden vereischt, welke geladen daarheen vertrekken; op céndag

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1888 | | pagina 1