Gemengd Nientvs. I ren> derde wet betreffende 's lands verdediging, zal worden voorbereid door eene Staatscommissie. „Ofschoon de financieele toestand van het rijk niet ongunstig mag genoemd worden, rekent 's Konings Regeering het zich ten plicht, door te trachten vermeerdering van uitgaven tegen te gaan, en door te streven naar bezuiniging, zoo mogelijk verhooging van lasten te voorkomen. „Eenige bepalingen van de wet op de per- soneele belasting vorderen herziening, mede in verband met het te regelen kiesrecht, terwijl met einst zal worden overwogen in hoeverre van de invoerrechten als bron van inkomst voor de schatkist, meer partij getrokken en de druk van enkele accijnzen verminderd kan worden. „Eene nadere regeling van de verhouding tus- schen de Rijks- en gemeente financiën is een dringende eisch des tijds. Uitbreiding van het belastinggebied der gemeenten zal deze in staat moeten stellen meer onafhankelijk te voorzien in hare eigene behoeften. „De korte tjid, die ons scheidt van den dag, waarop het aan de Nederlandsche Bank verleen de octrooi zal komen te vervallen, maakt eene spoedige beslissing van het ten vorige jare in gediende wetsontwerp tot verlenging van dat octrooi wenschelljk. Uit dien hoofde is 's Ko nings machtiging gevraagd, dit ontwerp reeds da delijk onveranderd in te dienen. „Met betrekking tot Nederlancsch Oost- en "West-InJië, verlangt 's Konings Regeering ern stig, dat de heerschappij van Nederland aan die bezittingen tot zegen zij en dat verlevendiging van landbouw, handel en nijverheid tot verhoog de algemeene welvaart, zoowel onder de volken van Indië als onder de ingezetenen van het Rijk zelf bijdrage. „De nood, door geringe koffie-oogsten enande- ïe oorzaken, zal zooveel mogelijk worden gele nigd door matiging bij het invorderen van be lastingen, door de bevolking te ontheffen van on betaalde diensten en door het aanleggen van haar ten nutt6 komende openbare werken. „Naar verbetering der toestanden op Sumatra waardoor eene vreedzame oplossing der geschil len met Atjeh mogelijk worde, wordt gestreefd. „De herzienning dei- wet op het beheer en de verantwoording van de Indische geldmiddelen, alsmede eene algemeene verordening op het mijnwezen worden voorbereid. In verband hier mede zal ook de door den tijd noodzakelijk ge worden herziening van enkele bepalingen van het Indische Regeeringsreglement aan de orde worden gesteld. „Moge, onder Gods onmisbaren zegen onze gemeenschappelijke arbeid strekken tot heil van ons vaderland. „In naam des Konings verklaren wij deze zit ting der nieuwe Kamers der Staten Generaal geopend." —In sommige Drentsche dorpen, inzonderheid te Rolde, Grolloo, Schoonloo e. a., brengt men ge durende de beide laatste jaren, behalve den noo- digen stalmest, eenige zakken kalk op het land, waarvan de uitwerking zoo uitstekend is, dat men thans die akkers, welke met winterrogge bezaaid zijn, reeds uit de verte aan hunne meer levendige kleur onderscheidt. Door den minister van financiën is ten aan zien van de korting voor distillateurs bepaald, dat de by de resolutie van 23 Mei 1887 bedoel de splitsing der korting van 4 pet. voortaan ook dèn zal worden toegepast, wanneer het gedistil leerd, waarin het tot de sterkte van ten minste 85 percent gebracht is, niet rechtsreeks maar o- ver entrepot, maar eene andere distilleerderij gaat, mits deze bestemming vóór den opslag in het en trepot vaste en dus in de aangifte tot bekoming van het vervoerbiliet de splitsing der korting wor de gevraagd. Bij aanpeil eener distilleerderij kan de distilla teur op het peilbewijs de verklaring stellen, dat voor'het bevonden gedistilleerd, waarvoor aan spraak bestaat op de korting van 4 pet., of voor een daarbij op te geven gedeelte van dat gedis tilleerd splitsing dier korting verlangd wordt. Bij de afsluiting der rekening wordt voor het bij die verklaring bedoelde gedistileerd slechts 27a pet. korting verleend, terwijl bij den lateren uitslag aan een distillateur de overige 17« pet. aan de zen wordt toegekend. De Maatschappij tot bevordering van land bouw en veeteelt in Zeeland, zal op Donderdag den 14 Juni a. s. te Goes eene algemfeue ver- gadeiing houden. Daarin zullen, na afdoening van huishoudelijke zaken, worden behandeld de volgende ondei werpen lo. het wenschelyke, om bij de hooge regee ring aan te dringen tot het aanwenden van po gingen bij de Belgische, cm vrijdom van inko mende rechten voor het vee, dat uit Nederland naar Belgie wordt vervoerd. In te leiden door den heer P. de Muijnck, landbouwer te Sint Kruis 2e. het braakstelsel wordt door velen niet meer gevolgd, maar zou op den duur het land zijne vruchtbaarheid behouden b. v. na een tijd van 40 a 50 jaren. In te leiden door den heer M. V. W. van Bijleveldt te Billand-Bath. 3o. welk krachtvoeder is voor het vee als het voordeeligst te beschouwen Zijn het de thans vrij goedkoope granen en peulvruchten, dan wel sommige afval of bij pi oducten van fabrieken, die in den vorm van meel of koeken in den handel gebracht worden In te leiden door den heer G. J. van der Linde- te Cortgene. Aan deze vergadering wordt eene tentoonstel ling van paarden, hoornvee, schapen, werktui gen enz. verbonden, welke gehouden zal wor den op Vrijdag 15 Juni, op eene weide nabij Goes, daartoe welwillend door den heer A. Ka- kebeeke afgestaan. STATEN GENERAAL. EERSTE EN TWEEDE KAMER. Dinsdag 1 Mei. Welke wijzigingen de grondwetsherziening ook moge gebracht hebben of rog zal brengen in ons staatkundig leven, de uiterlijke vormen liet zij onaangetast. En zoo zag de hofstad dan ook heden op nieuw den statigen stoet van fraaie rijtuigen met goudgerokte lakeien en gesteekte wagenmen ners zich naar de straten bewegen om het achttal nieuwe mannen, dragers van het gezag, naar het Binnenhof te voeren. Met aandacht luisterden de nieuwe volksver tegenwoordigers door het ministerieele program dat de leider van het Kabinet voordroeg. Na deze plecht'gheid namen de voorberei dende werkzaamheden in elke der beide Kamers eenen aanvang. In eene korte namiddagzitting kwamen de ge kozenen van de beide Kamers bijeen met het doel om de ingekomen geloofsbrieven—in de 2e Kamer ontbraken die van de uitlandige heeren Cremer, Smidt en Land in handen te stellen van commissies d!e Woensdag rapport uitbrach ten. De bijeenkomst der Eerste Kamer werd dit maal niet „aan de overzijde van het Binnen hof", maar tengevolge van verbouwing binnen „Diligentia's" gastvrije wanden gehouden, waar op het tooneel het bureau was geïmproviseerd, terwijl de conderthalle in zittingzaal was her schapen. De leden der Tweede Kamer werden, in hun eigen lokaal, onthaald op de gebruikelijke rede van den tijdelijken voorzitter, den heer Van der Schrieck, wiens passend woord algemeen een goeden indruk maakte. Slechts twee bezwaarschriften zijn ingekomen namelijk ter zake van de Amsterdamsche ver kiezingen. De bezwaarschriften ter zake \an de toelating van den heer Lambrechts, werden door den tij delijken voorzitter ter snippermand verwezen. Woensdag 2 Mei. Eerste Kamer. Alle leden (behalve de heerVeningh Meinesz die afwezig was) zijn be- eedigd en toegelaten. De rooster van aftreding is samengesteld. De leden voor Zeeland, de heeren jhr. mr. W. Six en mr. J. Moolenburgh zullen aftreden resp. in 1893 en 1896. Tweede Kamer. Vele leden legden de gevorderde eeden, de heer Domela Nieuwenhuis e.a. een belofte af. De candidaten voor het voorzitterschap der Ka mer zijn de heeren mr. G. J. Th. Beelaerts, Van Blokland, A. E. Reuter en Cremers oud-voorzit ter. AXEL, 4 Mei 18 88. Men schrijft uit Zeeuwsch-Vlaanderen aan de „Zeeuw" In ons district komen tegenwoordig onder de paarden gevallen van lendentyphus voor. Eeni- gen tijd geleden stierven er in den loop van een week op een hof zeven aan die ziekte. Bij een anderen landbouwer werden ook enkele paarden er door aangetast, doch gelukkig in geen hevi- gen graad. Nu weer is een andere stal door die gevreesde ziekte bezocht, waar reeds drie paarden er aan bezweken. Hoewel de meeste landbouwers hunne paarden bij eene maatschap pij hebben verzekerd en dus bij sterfte een ge deelte van de waarde terug ontvangen, lijden zij er toch aanzienlijke schade mede, daar de werk zaamheden er door vertraagd worden. Bij de opening der Hygiëne tentoonstelling te Berlijn liet men keizer Wilhelm onder meerden beker zien, uit welken hij in bet jaar 1865 het bronwater van Karlsba.1 had gedronken. De kei zer nam het eenvoudige glas in de hand en be schouwde 't peinzend. Eindelijk zeide hij, terwijl hij zich tot de heeren, die hem begeleidden, wend de: „Het weerzien van dit glas roept mij een voorval voor den geest uit den tijd van mijn; laatste verblijf te Karlsbad. Ik moet u dat eens vertellen. Ik had mijn intrek genomen in het „Gouden Schild," de kuur bekwam my goed, ik was steeds in een prettige stemming, want ook werd ik in mijn slaap sedert geruimen tijd niet meer door droomen gekweld. Op een goeden nacht echter had ik plotseling weder een droom en wel een zeer zonderlinge. In dezen droom deed ik, gelijk eiken morgen, mijn wandeiing naar de bron. Maar in plaats van de gewone vrouwelijke bediening, trof ik een ouden man aan de bron aan, die mij aarzelend dit glas overreikte en mij met een ernstige, treurige stem toeriep: Drink niet, in dit glas is gift! Terstond daarop ontwaakte ik. Het was reeds morgen. Weldra begon ik mijn wandeling naar de bron. En stel u voor, mijne heeren, daai stond werkelijk in plaats van de jeugdige bronnimf, die anders de bediening waarnam, een oude man, die mij met iets plechtigs op zijn gelaat den gevulden beker bood. Juist zooals in mijn droom, dacht ik bij mij zelf en ofschoon deze man de waarschuwing niet uitsprak, welke mij in den slaap in de ooren had geklonken, zoo was het mij toch of zij op zijn gezicht te lezen stond. Maar „droomen zijn bedrog!" dacht ik, nam welgemoed den beker aan en dronk tot den laatsten droppel. Hoe goed het mij is bekomen, daarvan levert mijne tegenwoordigheid het be wijs." o Een jeudig handelsbediende te Kassei, in Duitschland, was met een herbergier bekend ge worden. hield nu en dan diens boeken bij en kwam veel bij hem aan huis. Mot Kerstmis wilde de vrouw van den her bergier haren echtgenoot een geschenk geven,, maar zij wist niet, waaruit het moest bestaan. De jonge man gaf haar daarop den raad een ste- vigen geldtrommel te koopen. Het voorstel werd aangenomen en onze vriend kreeg opdracht een trommel te gaan koopen. Hij ontving bij het koopen twee sleuteltjes maar gaf er slechts een aan de vrouw. Den anderen sleu tel behield hij zelf en opende daarmede bijna ie- deren dag, als de gelegenheid maar gunstig was het geldtrommeltje, en nam er zooveel uit, als hij noodig had. De brave herbergier geloofde dat hij met too- verij te doen had; de trommel heette tegen in braak bestand en toch miste hij telkens geld sommen zonder dat eenig spoor van geweld te vinden was. Ten slotte kwam hij op de snug- I jaar bak! I vooi eige I kern 1 groo I moe dien; I 'die, I een I te G K toen I en d I vroei de I paan I bracl van z j den - I knecl i werd I berge kers i balier I deur en to drukt t den c lboer Éiuisw nog ii leen h Sed iveland Ibondei de Me jverlon «plattel [burg c gen-op 'dere z Vang

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1888 | | pagina 2