Zaterdag 14 April 1888. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. uLEMAA, AXEL. Ingezonden. APRIL. 1 uit<iilnudsch Nieiixs s. OOSTENRIJK-HONGARIJE. Binnenlandse!] Nieuws. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS per 3 Maanden 1 maal per week 25 cent; franco per post 30 cent2 maal per week 50 centfranco per post 60 centvoor Belgiï 60 ct. en 1,20. Afzonderl. numm. 3 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Nog altijd jaagt de koude Noordenwind dicht saam gepakte, donkerblauwe wolken over onze hoofden, die zich nu en dan in sneeuw- en ha gelbuien ontlastennog altijd is de bar^che „Heer Winter" maar niet geneigd ons te verla ten en vaak blaast hij nog zijn ijzigen adem over de dorre velden, waarop de teedere plant jes smeekend wachten op zonneschijn en Zui denwind. De liefhebber en bewonderaar van het schoone der Natuur ziet nog moedeloos door de vensterruiten en waagt het niet zijn verwar mende kachel te verlaten. Zuchtend vraagt hij zich af„Zou het nog Lente worden De Natuur schijnt keppig te zijn. Hier en daar achter een warmen dijk, tegen de Noor denwinden beschut, moge al eens een enkel ma deliefje, een schuchter welriekend viooltje of een teeder speenkruidplantje uit het verdorde gras zijn kopje omhoog steken om zich door de wei nige zonnestralen te laten koesteren, deze eer stelingen der Lente voelen zich op hun eenkleu rig veld nog niet te huis en zij wagen het nauw hunne kelkjes te openen. Stonden zij in vorige jaren reeds op het einde van Maart in vol'en bloei, thans, in April, ziet men nog maar enkele vermetele voorloopers. Blijf maar binnen, jonge dames, de tijd om een ruikertje te plukken, waarmede gii uwen boezem tooien wilt, is nog niet aangebroken en wilt gij dan toch uwe borst sieren, al ware het slechts om protest te voeren tegen de eentonigheid daarbuiten, gij zult u met een sneeuwklokje of eenen narcisknop moeten tevreden stellen. Nog geen leven, geen poëzie in velden en dreven. De leeuweiik stijgt wel zingend naar boven, maar zijn gezang is kort, want de koude drijft hem terug in de vorenkraaien en ek sters. zoo ijverig begonnen om hunne nesten te hechten in de takken onzei olmen, staken dat werk, want zij gevoelen instinctmatig dat de Na tuur hen tegenwerkt. O, lieve vogels, zoo gij eens toegerust waart met de wetenschap, die wij, menschen, bezitten, zoudt gij dan uwe zuster, de zwaluw, niet benijden, die nog altijd ver van het koude Nederland rondzweeft door de pal- menkroonen in Egypte Of misschien wilt gij integendeel ons een voorbeeld geven hoe wij ons hebben te gedragen wanneer onze wenschen niet worden vervuld? Welaan, vrije vogels, wjj zul len hooren Daar uwe stem. Ja, laat ons met gelatenheid de naderende Lente verbeiden. Storm vrij voort, gij Noordenwind, gij hindert ons niet meer, jaagt de hagelsteenen maar tegen de ven sterruiten, wij huiveren er niet meer van, want in de verte zien wij reeds de Lente naderen, statig als eene matronewij hooren reeds het suizen van den zoelen wind op wiens vleugelen zij tot ons komt om met een wenken van hare hand „Heer Winter" te verjagen en liaar gebied in te nemen. Immers haar tijd is reeds geko men, zij heeft er recht op? Ja, wij verbeiden liaar met geduld en juichend zullen we haar be groeten, wanneer ze op een heerlijken morgen op haar met goud betmte wieken nederdaalt op onze akkers. Daarom moed geschept en geluis terd naar de tonen die ons nog zoo pas ziin te- gengeruischt uit de Bloemkoningin van Hoilands steden „En raast de winter nog zoo fel „Met al zijn wilde horden, „Strooit ijs en sneeuwvlok om zich heen, Het moet toch Lente worden." H. J. Eenigen tijd geleden werd te Weenen een koopman, die eene groote partij Oostenrijksche zeisen met een nagemaakt handelsmerk naar Rusland had uitgevoerd, met 3 jaren gevangenis gestraft. Gewoonlijk worden dergelijke handelin gen met zware geldboete gestraft, maar daar de te Steyr en omstreken vervaardigde zeisen we reldberoemd zijn en in den Oostenrijkschen uit voerhandel eene eerste plaats innemen, achtten de gezworenen het ter wille van den goeden naam van dit fabrikaat noodzakelijk, dat de be drieger met buitengewone strengheid gestraft zou worden. T ij de behandeling van dit proces zijn er verscheidene merkwaardige bijzonderheden be kend geworden, die der vermelding waard zijn; zoo is o. a. gebleken, dat vele handelsmerken op een niet minder eerwaardigen ouderdom kunnen bogen dan menig adellijk blazoen. Trouwens de vervaardiging van zeisen in Opper-Oostenrijk, en wel voornamelijk te Steyr, is eeuwenoud. Het fabrieksmerk Winkelmass b. v. is ruim 400 jaren oud, de merken Lilie en Adler zijn 300 jaren en Gamsauge (gemsenoog) twee eeuwen oud. De zeisen uit deze berglanden gaan reeds sedert onheugelijke tijden naar Rusland, waar graslanden te maaien zijn van nog andere afmetingen dan in Friesland. De Russische boe ren gebruiken bijna uitsluitend de zeisen van Oostenrijksche merken, en de belangrijke uitvoer der voortbrengselen van deze industrie werd sedert een aantal jaren door stelselmatige knoeei- ryen in gevaar gebracht, zoodat de jury, die hoofdzakelijk uit vertegenwoordigers van den handelstand bestond, begrijpelijkerwijze tot het besluit kwam om, in het belang van den goe den naam van het vaderlandsche product, voor de knoeierijen eens een stokje te steken. Wij achten het onzen plicht voor H. H. Land bouwers het bericht op te nemen dat bij Kon. be sluit van den 27sten Maart 1888, (Staatsblad no. 67) nader wordt bepaald, welke ziekten van het vee voor besmettelijk worden gehouden en wel ke der in de wet van 20 Juli 1870 [Staatsblad no. 131] genoemde maatregelen bij het dreigen of heerschen van elke dier ziekten moeten toe gepast worden. 1 Artikel 1 zegt: Voor besmettelijk worden gehouden de volgen de ziekten van het vee: 1°. de veepest der herkauwende dieren; 2®. de longziekte (pleuro-pneumonia contagiosa! der ïunderen; 3°. het mcmd- en klauwzeer (besmettelijke blaaiuitslag van den monden de klauwen)bij de herkauwende dieren en de varkens; 4°. de kwade droes en huidworm bjj de een hoevige dieren; 5». de schurft (sarcoptus-schurft en dermato- coptus-schurft) bij de eenhoevige dieren en de schapen; 6°. de schaapspokken bij de schapen, de bok ken en de geiten; 7°. de varkensziekte (namelijk de besmette lijke vlekziekte en de besmettelijke borstziekte der varkens); 8°. de trichinenziekte bij de varkens; 8®. het miltvuur bij alle vee; 10®. de hondsdolheid bij alle vee. Betrekkelijk de maatregelen welke tegen elke der besmettelijke veeziekte toegepast moeten of kunnen worden zegt 2 Artikel 2. Onverminderd de verplichte aangifte, voorge schreven in artikel 13 en de verwijdering en af zondering, voorgeschreven in art.' 14 eer wet van 20 Juli 1870 (Staatsblad no 131), moeten bij elke der in artikel 1 genoemde veeziekten, de volgen de, in de daarbij vermelde artikelen der aange haalde wet genoemde maatregelen worden toege past: 1». het plaatsen der kenteekenen, bedoeld in art. 17; 2°. het verbod van vervoer van vee, door eene besmettelijke ziekte aangetast of daarvan ve: - dacht, hehoudens vergunning van den burge meester (art. 21); 3®. ontsmetting volgens de door Ons gegeven of te geven voorschriften (art. 31); 4°. het verbod van gedurende een termijn, bij dit besluit voor elke besmettelijke ziekte bepaald, vee te brengen in gebouwen of op weiden, er ven of hoeven, waai vee staat of gestaan heeft, dat aan eene besmettelijke ziekte lijdt of geleden heeft (art. 32). Omtrent de pogingen door den heer iE. Mackay aangewend, tot vorming van een minis terie schrijft „het Vad": Zeker is het, dat de kabinetsformatie niet ge makkelijk gaat. De heer Mackay moet het aller eerst hebben aangeklopt bij den heer Hartsen, die, zooals men zich herinnert, door dr. Kuyper te Alkmaar is gesteund, nadat hij een langen brief had geschreven over het program van ac tie, waarin hij dat vrijwel heeft afgebroken. Yan dezen conservatief is de heer M. gegaan naar den koloniaal-liberalen staatsraad Van der Hoeven, doch geen van beiden mocht hij overhalen. Ver schillende conservatief-clericale staatslieden zijn daarop door hem gepolst, sommigen met succes, zoodat men aan 't eind der vorige week meen de te mogen verzekeren, dat het kabinet gereed was. O. a. zou de heer Ruys justitie bekomen; de heer Westerwoudt of Godin de Beaufort financien; Gericke, onze gezant te Madrid, bui- tenlandsche zaken; Havelaar waterstaat; kolonel Schimmelpenninck of generaal Yan de Beek cor- log; kapitein ter zee "Wierix marine.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1888 | | pagina 1