Gemengd ÏNieuws.
schijnlijk dat van zijn vacler gered heeft, stond
bekend als een oppassend jongeling.
De moordenaar, een vader van zeven kinde
ren, werd Vrijdag ochtend te 6 uur in verzeker
de bewaring genomen, en heeft reeds de beken
tenis afgelegd, dat bij met een mes om zich heen
heeft gestooten, waarvan H. het slachtoffer weid.
Tot Voorzitter der Eerste Kamer worden
de heeren Van Namen Van Eemnes en Huyde-
coper van Maarseveen genoemd.
AXEL, 10 April 1888.
Bij het examen voor onderwijzer, gehouden te
Middelburg is op 9 April jl. onder anderen ook
geslaagd, Joost Jakob van Doeselaar te Hoek leer
ling der Normaallessen alhier.
De vélocipèdes, die thans zoozeer in zwang
zijn, worden tegenwoordig ook door de reizigers
gebruikt. Zoo ook kwam de vorige week de
reiziger G. van Rotterdam, op het dorp St. Jan
oteen, zijn clientèle bezoeken. Niet zoodra was
hij bij een zijnei klanten binrengetreden, of spoe
dig kwam een vrouw aangeloopen, met het ver
zoek G. te spreken. Teen haar dit werd toege
staan vroeg zij hem „Meneer, wilde gij men
schaer 'n keer slijpen, z'es zoo bot." De heer
G. die voor een scharenslijper was aangezien,
antwoordde, op zijn tweewieler wijzende „Wel
vrouwtje ik ben geen scharenslijper, dat ding
hier is mijn paard." De vrouw, vertrek naar
buiten en bleef daarop een Vlrie kwartier wach
ten, om dat „vreemde ding" te zien werken.
Dat zij nimmer van een vélocipède had ge
boord, valt niet te betwijfelen.
Sas van Gent, 8 April. Hedennamiddag, hield
de Weleerw. heer ds. J. H. C. Israël, pred. bij
de Ned. Herv. gemeente alhier, voor een zeer
talrijke menigte, zijn afscheidsrede, naar aanlei
ding der woorden van Hand. 20 vers 32a.
Bij het eindigen der godsdienstoefening werd
den scheidenden leeraar, Ps. 134 vers 3 toege
zongen.
Zan inslag. Gemeenteraadszitting van 6 April.
Tegenwoordig de heeren C. de Bokx, Voorz.
M. v. Kerkvoort, C. J v. Vessem, P. Dieleman,
A. Riemens en K. de Kraker.
Afwezig de heer Berman.
De Voorzitter opent de vergadering, waarna de
notulen van de vorige zitting worden gelezen,
welke zonder opmerkingen, worden goedgekeurd.
1. De Voorzitter doet mededeeling van de on
derstaande ingekomen stukken, a. Brief van 21
Maart van den Distr. Schoolopziener, dat door hem
wordt goedgekeurd het bestek voor het maken
van een middenschot in de school te Othene. b.
Idem 23 Maart van Ged. Stat. tot goedkeuring van
een raadsbesluit tot onderhandsche opdracht van
werk. c. Idem 16 Maart van Gedep. Stat. hou
dende verzoek tot intrekking van het Raadsbe
sluit van 10 Febr. 1.1. waarbij werd ingetrokken
een raadsbesluit van 20 Aug. 1880, no. 2 totver-
leenen van eene tegemoetkoming ad. ƒ30, -aan
den onderwijzer J. de Vos. d. Idem 23 Maart van
Gedep. Stat. tot terugzending der begrooting voor
1888, met verzoek daarop te brengen den post
tegemoetkoming in kosten van huisvesting aan
J. de Vos, onderwijzer, aan welk verzoek geen ge
volg is gegeven, e. Idem 23 Maart van Gedep
Stat. dat bij hen geen bezwaar bestaat tegen de
bekering der losplaats, Idem 30 Maart van Ge
dep. Stat. ter mededeeling, dat zij hunne beslis
sing omtrent de begrooting voor 1888, verdagen tot
1 Juli e.k.
2. Uitnoodiging van Gedep. Stat. tot intrekking
van het raadsbesluit van 10 Febr. 11. omtrent de
tegemoetkoming aan den onderwijzer de Vos. Op
10 Febr. 1.1. werd, door den raad met 5 tegen 1
stem een Raadsbesluit van 20 Aug. 1880, no. 2,
ingetrokken, waarbij aan den onderwijzer J. de
Vos, eene tegemoetkoming ad. ƒ30- werd ver
leend in de kosten! zijner huisvesting. Met de in
trekking van dat besluit (20 Aug. 1880) kunnen
Gedep. Stat. zich niet vereenigen, en noodigen
mitsdien den raad uit, bovengenoemd besluit van
10 Febr. 1.1. in te trekken, als zijnde in strijd met
de Wet op het Lager Onderwijs. Burg. en Weth.
zich met de zienswijze van bovengenoemd colle-
gie niet kunnende vereenigen, stellen den Raad
voor, aan die uitnoodiging geen gevolg te geven
en wenschen daaromtrent ook het oordeel der ver
gadering te vernemen. De heer Dieleman daarop
het woord nemende, zegt ongeveer het volgende
„het komt mij voor, dat er over die zaak niet
veel meer meer te spreken valt, tën eerste, omdat
tot de intrekking reeds besloten is, en tentwee-
de, dat het mijn inziens hier geen inkrimping van
tractement is." Daar door geen der leden het woord
meer verlangd wordt brengt de Voorzitter het voor
stel van B. en W. in omvraag, en wordt met
5 tegen 1 stem, die van den Voorz. aangenomen.
3. Aanbieding van het jaarverslag van den toe
stand der gemeente over 1887. Nadat daaruit het
belangrijkste was medegedeeld, werd het in zijn
geheel met algemeene stemmen goedgekeurd.
4. Benoeming van Schutterij-commissien. Voor
de loting en voor de commissie van onderzoek wer
den benoemd, de heeren Dieleman en van Kerk
voort; als plaatsvervangers, v. Vessem en Kraker.
5. Bepaling van het schat- en herschatloon in
zake kiesrecht. Met algemeene stemmen wordt het
schat- en herschatloon aldus vastgesteldSchat-
loon voor elke schatter en voor elke schatting,
binnen de gemeente, ƒ0,25, en voor elke schatter
buiten de gemeente, ƒ4, voor elke herschatting
ƒ1,50.
6. Af- en overschrijving en beschikking over
den post van onvoorziene uitgaven, dienst 1887.
Afschrijven uit den post: „schoolbehoeften," op
den post: „onderhoud van schoolgebouwen en on
derwijzerswoningen" ƒ8, - betalen uit onvoor
ziene uitgaven ƒ8,75, voor schatloon in zake kies
recht. Met algemeene stemmen goedgekeurd.
7. Vaststelling van het kohier van den hoof-
delijken omslag, dienst 1888. Uit het ter tafel
gebrachte kohier blijkt dat er 284 aangeslagenen,
zijn die over 19 klassen zijn verdeeld, als, in de
le klasse 35 op een minimum ink. van 300,
2e 60 f 400,-.
Be 42 500,-.
4e 19 600,-.
6e ii 24 n n f 750,
6e 17 ƒ1000,-.
76 14 ƒ1250,-.
8e 17 ƒ1500,-.
9e 6 ƒ1750,-.
10e 9 ƒ2000,-.
11e 9 ƒ2500,-.
12e 6 ƒ3000,-.
13e 8 ƒ3500,-.
14e 6 ƒ4000,-.
16e 5 nu f4500,
16e geen ƒ5000,
17e 1 ƒ5500,
18e 3 ƒ6000,-.
19e 3 ƒ6500,-.
De omslag werd met algemeene stemmen vast
gesteld tot een bedrag van ƒ5169,92.
Niets meer te verhandelen zijnde werd de ver
gadering gesloten.
Dat voor goede reisduiven flinke prijzen ge
maakt worden, blijkt bij de verkooping der dui
ven van wijlen den heer Jac. Vekemans, te Ant
werpen, die door zijn vele overwinningen bij
duivenwedvluchten zich een goeden naam ver
worven heeft.
Van heinde en verre kwamen liefhebbers toe-
stroomen, om van deze rassen te koopen. Ook
voor Nederland, Duitschland, Engeland en Frank
rijk werden duiven aangekocht.
De eerste duif werd gekocht voor Antwerpen
voor fr. 260. De 139 duiven brachten gezamen
lijk op fr. 6978, met de. 10 pCt. opgeld en 50
centimen onkosten per duif fr. 7745,30.
o—
De heer P. Verhoeve Bruinois, te Purmerend,
heeft eene dankbetuiging ontvangen van Z. M.
den Koning voor pene proeve nieuwe aardappe
len, door dien heer aan Z. M. gezonden op den
19den Februari jl.
o—
Een misdaad uit bijgeloof. Niet ver van het
dorp Sage in het groothertogdom Oldenburg is
in het najaar van 1887 een afschuwelijke mis
daad gepleegd. Twee schuldelooze zesjarige kin
deren, Ida en Lise, de beide dochtertjes van den
wissel wachter Bahr, werden vermoord gevonden.
De spoorwegarbeider Bliesesnicht werd als de
vermoedelijke dader in hechtenis genomen. Het
was niet bekend om welke reden hij de arme
kleinen om den hals had gebracht. Geldof iets van
waarde hadden ze niet bij zich. Wat kon den
man er toe hebben gedreven de kinderen gruw
zaam te vermoorden
Dezer dagen is de zaak van Bliesernicht voor
de rechtbank te Oldenburg in behandeling ge
nomen. De man is door de jury schuldig be
vonden en het doodvonnis werd over hem' uit
gesproken.
Men vond het lijk van Ida met turfmolm m
de saamgeknepen handjes. Op de plek waar het
lijk lag en ook in den geheelen omtrek vindt
men nergens turfaarde de grond is integendeel
zandig en „zand blijft zand", gelijk een der ge
tuigen opmerkte. Daar kon het dus niet zijn
vermoord. Nu had Bliesernicht turfmolm in zijn
ouden koestal, waar hij waarschijnlijk Ida had
heengelokt, haar vermoord had en caarna Lise,
op de plek waar men haar lijk vond, om niet
door haar te worden verraden. De vrouw van
Bliesernicht had het geiucht verspreid, dat Zi
geuners haar man zes mark hadden ontstolen
en deze Zigeuners zouden ook Ida en Lise heb
ben weggevoerd. Hadden de ouders zich laten
verleiden de gefingeerde Zigeuners te gaan op
sporen, dan had Bliesernicht inmiddels tijds gehad
de lijken zijner onschuldige slachtoffers op een
verborgen plaats, diep in het woud, te begraven.
Aangrijpend was het verhoor van de moeder
der vermoorde meisjes. Toen zij de uitvluchten
van Bliesernicht vernam, riep ze herhaaldelijk
„Dat is niet waar 1 Dat is niet waar 1" Dan
wendde ze zich rechtstreeks tot Bliesernicht
„Hermann, waar zijn mijn kinderen, heb ik ge
vraagd." „Ik weet het niet" „Hermann, hoe zie
je zoo bleek „Ze hebben me zes mark ont
stolen," was je antwoord. „En daarom ben je
zoo bleek en ontsteld 1" zeido ik en legde mijn
hand op je schouder. „Je hebt me toch niet
rampzaliger gemaakt!" Bliesernicht valt haar in
de rede, maar ze heft de hand naar omhoog en
met bevende stem en tranen in de oogen roept
de aime vrouw, Hermann lieg niet! „God hoort
je Deze woorden herhaalt ze drie of viermaal.
En dan zegt ze tot den president der rechtbank:
„zijn oogen schitterden en hij zag bleek als een
doode Onder do toehoorders valt levendige deel
neming te bespeuren.
Dat Bliesernicht, ondanks ziin halsstarrig ont
kennen, aan den moord schuldig kon worden
bevonden, is hoofdzakelijk aan den Berlijnschen
scheikundige dr. Fern te danken. De kleederen
van Bliesernicht waren bevlekt en het schei
kundig onderzoek bracht aan het licht, dat de
vlekken door bloed waren veroorzaakt. Uit de
gevoerde pleidooien, het getuigenverhoor, de ver
klaringen van deskundigen is duidelijk gebleken,
dat Bliesernicht de misdaad uit bijgeloof moet
hebben gepleegd. De moordenaar werd beheerscht
door de gedachte, dat, wanneer hü een stuk
vleesch van een onschuldig menscbenkind zou
hebben genuttigd, hij de bovennatuurlijke macht
zou verkrijgen zich onzichtbaar te maken. Men
vindt in de geschiedenes der crimineels recht
spraak meer voorbeelden van dergelijke treurige
dwaalbegrippen Van Bliesernicht liep het praat
je, als zou hij den eersten man zijner tegen
woordige vrouw naar de andere wereld hebben
geholpen. Op zekeren dag vond men den man
aan een boom opgeknoopt, maar de justitie had
destijds geen termen gevonden aan iets anders,
dan aan zelfmoord te denken. Thans is ook dit
feit in een ander licht verschenen en wordt al
gemeen aangenomen, dat Bliesernicht in zijn ge
wetenangst het middel heeft aangegrepen, dat
hem door zijn bijgeloof werd aan de hand ge
daan, om zich zekerheid te verschaffen, dat zijn
misdaad niet aan den dag zou komen. Dit alles
werd volkomen bevestigd door zijn houding voor
de rechtbank. Hij bleef aan de onfeilbaarheid
van zijn afgrijselijk middel gelooven en waande
steeds, dat hij zich onverwacht onzichtbaar zou
kunnen maken en zich zoodoende aan alle ge
rechtsvervolging onttrekken.