Jaarg.
4 5.
Woensdag 7 Maart 1888
voor Zeeuwsch-Vlaanderen
Nieuws- en Advertentieblad
F. hllIJMW,
Büitenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
Dit Blad ver^cliiint eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS per 8 Maanden
1 maal per week 25 cent; franco per post 80 cent2
maal per week 50 cent; franco per post 60 cent; voor
B i l g i 60 ct. en 1,20. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER - UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 eent;
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Zevenenveertig afgevaardigden hebben
bij de Eransche Kamer een voorstel in
gediend betreffende het ontworpen ka
naal van Parijs naar zee. Volgens de
voordracht zou dat vaarwater anderhalf
maal de breedte krijgen van het Suez-
kanaal. De kosten zijn geraamd op 118
millioen. Eene commissie, die zich met
het onderzoek dezer zaak heeft onledig
gehouden, heeft de concessie voor de
onderneming aangevraagd zonder toela
ge of rentewaarborg van den staat. Zij
verlangt enkel vergunning tot heffing
van een tol naar de tonnenmaat der
zeeschepen, die de Seine verder dan
Rouaan opvaren.
Den lsten dezer 's voormiddags heb
ben te Rome eenige honderd arbeiders,
die ten gevolge van het staken van
bouwondernemingen zonder werk waren,
met vrouwen en kinderen eenige wijken
afgeloopen en bij de bakkers brood ge.
eisclit, dat hun gegeven werd. Het ge
lukte der politie den hoop te verdrijven,
zonder dat er iets verder voorviel. Des
namiddags trok een grooter hoop werke-
loozen naar het Kapitool om arbeid te
vragen, en zond met dat doel eene de
putatie naar den syndicus. Het plein
io.) NAJAARSSTORMEN.
DOOR
B. BRAIIS.
Daar klonk plotseling een gefluit van uit het
steeeie, dat aan geen zijde van de binnenplaats
was Zij lichtte haar hoofd op en luisterde. Nog
maals klonk het gefluit. Anna kon mu niet meer
twijfelen, of zij goed geboord had. Zij sprong op,
droogde haie oogen met haar schort en wierp ee
ne 'vluchtigen blik in de gelagkamer. De beide
arbeiders zaten bij hunne bierglazen in druk ge
sprek, en sloegen telkens om hunne moorden
kracht bij te zetten, met de vuisten op de tafel.
Tevergeefs keek zij intusschen naar haar vader en
naar Burmeister - misschien waren ze in de ach
terkamer. Naast deze was eene kleine, donkere
kamer, Anna's slaapvertrek, slechts door een dun
nen muur van de grootere gescheiden. Hierheen
begaf Anna zich nu en lei het oor aan den muur
was afgezet door eene compagnie sol
daten. De arbeiders wachten rustig den
uitslag van het onderhoud der deputa
tie met den syndicus af; van tijd tot
tijd riepen zij enkel; „Werk! werk.
Eenigen tijd nadat de troep voor het
Kapitool gekomen was, rukte eene twee
de compagnie soldaten aan, de bajonet
op het geweer. Maar toen werd dekreet
aangeheven: „Weg met de bajonetten!"
De soldaten gingen op de menigte los
om haar uiteen te jagen. Hierop werd
door eenigen met steenen naar de sol
daten geworpen. Deze voerden na eene
charge uit, waarbij vijf personen gekwetst
werden. Verscheidene anderen werden
in verzekerde bewaring genomen.
De syndicus gaf aan de deputatie zij
ne verwachting te kennen, dat de ge
meenteraad weldra de uitvoering van
openbare werken zal goedkeuren.
Het voorlezen van het vonnis van
Wilson en zijne mede-veroordeelden
heeft bijna een uur geduurd. De heer
Villers, voorzitter der rechtbank, sprak
het uit met diep bewogen stem. Her
haaldelijk was hij zelfs zoo geroerd, dat
hij voor eenige oogenblikken moest af
breken. Voor Ribaudeau, Dubreuil en
Hébert, die veroordeeld zijn, de eerste
tot acht, de tweede tot vier maanden
Zij had zich niet vergist; de gezochten bevonden
zich daar in een druk gesprek, waarvan zij echter
geen woord verstaan kon, daar het te zacht gevoerd
werd. Zulks hinderde het meisje ook minder, daar
het baar niet te doen was om te luisteren, maar
cm zich zelve te vrij waien tegen onverwachte aan
vallen.
Nadat zij zich overtuigd had, dat van dezer, kant
voorloopig niets te vreezen was, ging zij naar de
plaats, waar de meid bezig was met het schuren
van ketels en pannen.
„Pas een klein poosje op het eten, Mina," zeide
zij, „ik kom zoo teiug."
De aangesprokene knikte knorrig. „Haast u
dan maar; want als mijnheer roept en ge zijt er
niet dadelijk, dan breekt de storm los en ik moet
het gelag'betalen. Niets dan kwelling en ergems
heeft men in dezen dienst."
„Ik ben in een ©ogenblik weer terug," verze
kerde Anna, zag nog eens voorzichtig rond, en o-
pende toen het achterdeurtje, dat in het stille zij
straatje uitkwam.
Daarbuiten stond een flink gebouwd jongmensch,
de oogen vol verwachting op de deur gericht. Bij
Anna's verschoning verhelderde een blijde lach zijn
gelaat.
„Dag, Anna, ik was al bang dat ik u met meer
en de derde tot eene maand gevange
nisstraf, zijn verzachtende omstandighe
den aangenomen. Niet alzooivoor Wil
son. Ait. 405 van het strafwetboek, op
grond waarvan hij veroordeeld is, stelt
iet maximum der strat op vijf jaren,
het minimum, als er geen verzachtende
omstandigheden in aanmerking genomen
zijn, op één jaar.
VYilson is op het punt der aanklacht
ter zake van zijn handel met Belloc vrij
gesproken. Het strafbare karakter van
zijn bedrijf met dezen, zegt het vonnis,
is" niet voldoende bewezen.
Ten aanzien van den handel met Le
grand, zegt het vonnis, dat het voor de
rechtbank eene uitgemaakte zaak is dat
Legrand gedecoreerd is door tusschen—
komst van Wilson, die hiervoor „belang
rijke sommen ontving." Maar de recht
bank, hoewel deze daad als onzedelijk
afkeurende, kan in juridieken zin hierin
geen strafbare handeling vinden.
De veroordeeling is gevolgd wegens
Wilson's handeling met Crespin de la
Jannière. Wilson, aldus luidt het vonnis
te dien aanzien in hoofdzaak, heeft hem
niet „beloofd'' stappen te doen ten gun
ste zijner benoeming tot ridder van
het Legioen van eer, maar hem „de
stellige belofte" gedaan hem het ridder
kruis te bezorgen, ofschoon hij er niet
zou zien."
Zij beantwoorde zijn groet, terwijl zij angstig
om zich heen zag.
„Hoe komt ge hier, Karei, en dan om dezen
tijd Als eens één van de buren bet zag en het
vader zeiKondt ge dan niet tot van avond
wachten
„Dat ging niet, schat, wezenlijk niet," verze
kerde de jonge werkman, „ik heb u iets gewich
tigs te zeggen, daar ik eenmaal in de stad was
maar laten we daar onder die poort gaan, dan
zijn we veiliger." Hierop ging hij heen, terwijl
Anna hem haastig volgde.
„Ziezoo, hier worden we niet gezien, bier kunt
ge me gerust een zoen geven," zei hij.
„Toch niet, Karei, nu niet," hernam zij, „ik
heb maar weinig tijd, vader moet mij niet missen.
Zeg eens, hoe komt ge op dit uur in de stad, en
waarom zijt ge niet aan het werk
„Mijnheer beeft mij hierheen gezonden, Anna
ik moest een brief aan zijne vrouw brengen en
haar zeggen, dat ze niet ongerust behoefde te zijn,
en dat alles goed ging. En daar ik nu toch een
maal in de stad was, zoo dacht ik, dat het niet
kwaad zou zijn, als ik eens naar de benedenstad
ging en beproefde u een oogenblik te spreken. Ik
heb u veel te zegen."