No. 17v2. Zaterdag i") Februari 1888. Jaai'g Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, Rnitenlandsch Nieuws. FEUILLETON. I)ït Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond ABONNEMENTSPRIJS rer 3 Maanden 1 maal per week 25 cent; franco per post 30 cent2 maal per week 50 cent; franco per post 60 cent; voor België 60 ct. en 1,20. Afzonderl. numm. 8 ct. Ad ver ten tien van 1 tot 4 regels 25 cent; voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Uit Parijs schrijft men va dato 19 Febr. aan de N. R. Ct. :i Heden, 's Konings verjaardag, heelt de natuur zich gehuld in een wit kleed van sneeuw, dat niets feestelijk heeft. Sneeuw en slijk, en nog eens sneeuwen slijk, alsof de winter zich de zinspreuk der Oranjes heeft, eigen gemaaktJe vrtaintiendrai. He lieve Oranjezon heelt blijkbaar hare vrooiijke stralen alleen naar het lieve vaderland gericht en laat de Nederlanders te Parijs in de koude en duisternis. Gelukkig is er .och eene plaats in de Fransche hoofdstad, waar de Nederlanders om den gezelligen warmen haard recht vriendschappelijk bijeen zijn, waar men zich thuis zou kunnen wanen op vaderlandseben bodem, waar men een har tel ijken handdruk en een Nederland- sclien welkomsgroet kan wisselen, en waar een gulle dronk geboden wordt op 's Ko nings heil. Die plaats is het huis van den Nederlandschen gezant, jhr. de Stuers die heden met zijne gewone gastvrijheid al de landgenooten had uitgenoodigd tot eene middagreceptie. Het hotel an het Nederlandsche gezantschap gelijkt een museum, waar oude harnassen en fraai ingelegde meubelen en Spaansch bor duurwerk de wanden versieren. In eene 7.) NAJAARSSTORMEN. DOOB 15. BRA L K. Tk heb u reeds dikwijls verzocht mij te laten gaan" zeide zij met bevende stem, „ik kan hei- niet 'meer uithouden onder het ruwe gezelschap, en verdraag het ook niet meer, dat ge mij zoo ruw behandelt. Vader laat mij gaan, ik zal een dienst zoeken bij vreemde menschen; maar dwing my niet langer een leven te leiden, zooals een fatsoenlijk meisje niet leiden mag en kan. Ik smeek u, va- ^Hempll^opgezét gelaat werd donkerrood van t0°Ge blijft," zeide hij met gesmoorde stem, ter- wiii hij Anna bij den schouder pakte en heen en weer schudde. „Ik heb te beslissen, wat u past of niet. Ik zal die preutscheid er wel uitjagen. Of hebt ge misschien eene andere reden om mij te weelderige woning van den tegen woor- digen tijd ziet men het beste bijeen van hetgeen alle vorige eeuwen ons nagela ten hebben. Al heeft onze tijd geen eigen vormen voortgebracht, lnj brengt ten minste rechtmatige hulde aan het geen eertijds is gevonden. De lieer Buis man heeft uit naam van de bij jhr. de Stuers vergaderde Nederlanders als voor zitter der Nederlandsche liefdadigheids- vereeniging het volgende tot hem 1 sproken°; „Exellentie. Het zij mij hier vergund, als voorzitter der Nederl. lief- dadiglieidsvereeniging, tevens uit naam van alle te Parijs gevestigde Nederlan ders, aan 's Konings vertegenwoordiger de verzekering te geven dat, hoe veel en langdurig de banden ook zijn,^ die ons aan het schoon een gastvrije Frank rijk binden, wij met de innigste helde aan ons Vaderland gehecht blijven. „Ge trouw bewaren wij de leuze onzer va deren, ieder Nederlander eigen Voor het stamhuis van Oranje, voor Z. M. on zen geerbiedigden koning „Het is onze hartelijke wensch, dat liet Z. M. en het zoo hoog geachte Koninklijk gezin ge ven zij,°nog tal van jaren op dezen dag de dankbare heilwenschen van geheel zijn volk te ontvangen, „Onzen bijzonde- rèn dank, Excellentie, voor de wijze waar op gij ons gezamenlijk in staat hebt verlaten? Weet ge misschien iets van uw vader; hebt ge toevallig dingen vernomen, die ge gaarne onder de menschen zoudt brengen Wees op uwe hoede Als ik zoo iets merk, dan sla ik u beenen stuk. - Zoo, nu weet ge, waaraan u te hcuden hebt, en nu aan bet werk. Hoort ge niet, dat men u in de gelagkamer roept Breng bier, gauw, of ik zal u laten zien, hoe ik met u denk om te springen!" Anna was doodsbleek geworden. Zij had reeds lanc een duister vermoeden gehad, dat baar va der zaken deed, die het daglicht niet konden zien Hetgeen hij nu gezegd had, maakte haar vermoe den tot zekerheid. Een geval van afschuw kwam in haar op tegen den onbeschaamden man, die daar voor haar stond, en die toch haar vader was. Bevend zag zij hem aan, alsof zij het nieuwe licht, dat haar over zijn karakter was opgegaan, niet verdragen kon. j „Nu, zult ge gaan?" riep Hempel, die Annas onbeweeglijkheid voor verzet hield, terwijl hij drei gend zijne hand ophief. Zij week voor hem terug en hare lippen sta melden een paar woorden, die den herbergier vol komen onverstaanbaar bleven. Hempels verwron gen trekker, toonden eene uitdrukking, waarin zich woede en argwaan mengden. gesteld, uiting te geven aan deze ge voelens. „De belangstellende welwil lendheid, die de Nederlandsche kolome te Parijs steeds van Uwe Exc. mocht ondervinden, doet haar hopen, dat het no<r o-eruimen tijd uwe aangename taak moge blijven, de tusschenpersoon te zijn tusschen de twee landen, wier inwoners zooveel sympathie voor elkaar gevoelen, en waarbij gelukkig geen reden tot ver deeldheid bestaat. „Mogen wij dus Ex cellentie nog dikwijls dezen feestdag met u vieren, en die oude leuze herhalen. „Voor Oranje, voor Z. M. onzen ge liefden Koning. Ziehier het anwoord van den gezant „lk stel op hoogen prijs, he den ter gelegenheid van s Konings ver jaardag Z. M. vertegenwoordiger de eer te mogen hebben de gelukwenschen te ontvangen, die u mij namens de hier aan wezi°'c Nederlanders aanbiedt. an ^,an scher harte hoop ik met u allen dat net ons noo- gedurende eene reeks van jaren zalgc guud zijn hier te vergaderen om den ge boortedag van onzen beminden en geei biedigden Koning te herdenken. Voor de welwillende woorden, die u tot "mij persoonlijk hebt gericht, betuigiv u mijn oprechten dank. De Nederland sche kolonie te Parijs zal steeds kunnen rekenen op mijne innige sympathie. „Ik vermeen op geen betere wijze de tolk te Ik geloof dat de deern reeds te veel gemerkt heeft," mompelde hij, terwijl hij, terwijl hij naai de binnenplaats ging, vanwaar men door eene deur in een zijstraatje kon komen. „De giond wordt nu van der dag tot dag warmer, en de v ooi uit zichten slechter. Ik denk, dat ik nog van lucht streek zal moeten veranderen. Misschien weet Frans raad. Het jongmensch is weliswaar een snoever en steekt zijne vingers gaarne m zaken, die hij liever aan anderen moest overlaten, maar ove rigens is hij bruikbaar en niet zoo dom." Na deze alleenspraak trad de herbergier door de achterdeur in het voorhuis en vandaar in een klein kamertie, dat hij voor zich zelf hield, maar ook vaak gebruikt werd voor een kring uitgele zen gasten, die „onder zich" zijn wilden. Daar zette liij zich neder aan de groote ronde tafel, die in het midden stond, ondersteunde zijn hoofd met de hand, en vervolgde zijn gedachten- loop, die voor een uur door de arbeiders was al- gebroken, IV. Nauwelijks waren er eenige minuten verloopen, of Burmeister kwam binnen. Nu vraagde hij, „wat veilangt ge van mij. Gij" wenkt't mij daareven met de oogen. Is er

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1888 | | pagina 1