aarg,
1\
Zaterdag II Februari 1888
voor Zeeuwsch-Vlaanderen
Nieuws- en Advertentieblad
F. IHELI.MW,
Buitenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS per 3 Maanden
1 maal per week 25 cent; franco per post 30 cent2
maal per week 50 cent; franco per post 60 cent; voor
B e l g i 60 ct. en 1,20. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Ad ver ten tien van 1 tot 4 regels 25 cent;
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Het zal welhaast vijftien jaren geleden
zijn, aldus schrijft men uit Londen, -
dat de beruchte „Bank forgeries ontdekt
werden, waarin vier Amerikanen betrok
ken waren. Zij openden met gestolen
kapitaal eene rekening-courant met de
filiaal der Engelsehe Bank ;n West-Lon
den en slaagden er in valsche wissels op
lang zicht in omloop te brengen, voor
ruim 100,000 pd. st. De wissels, quasi,
door bekende huizen getrokken, waren
zóó piachtig nagemaakt, dat niemand
erg er in had, en vermoedelijk zouden
de falsarissen er in geslaagd zijn voor
millioenen te plaatsen en allen tijd heb
ben gehad, zich heimelijk met hunne e—
normen buit uit de voeten te maken,
ware hunne misdaad niet aan het licht
gekomen door één dier flaters, welke de
"sluwste schurken, gelukkig voor de eer—
lijke lui, plegen, zonder dat men zou
kunnen ophelderen het hoe en waarom,
op één der wissels was de datum verge
ten! Dit had ten gevolge, dat de Bank
van Engeland bij "de vermeende trek
kers liet informeeren, hoe de vork in den
steel zat. Er bestond geen tijwfel hoe
genaamd nopens deeclitheid van het pa
4.) NAJAARSSTORMEN.
DOOR
B. BR AIS.
De aangesprokene, een sterke, breed geschou
derde man, met grijzen baard en grijs haar, kwam
voor.
„Toen ik om zeven uur belde, weigerden Burge
meister, Brandt en Meinicke aan het werk te gaan.
Zij zeiden, dat zij vooi het tegenwoordige loon
niet meer blijven, maar eerst weten wilden, of bet
nog de moeite waard was om te beginnen. Voor
het bedegeld, zooals tot nu toe, roerden zij geen
vinger meer. En toen ik hun beval zich rustig
te houden en aan het werk te gaan, daar het mij
ne zaak niet was, om daarover met hen te twisten,
begonnen ze op te spelen en wilden mij te lijf.
Maar ik kan mij gelukkig zulke onbeschaamde,
knapen, die pas uit het ei gekropen zijn, nog van
het lijf houden. Toen liepen ze naar de groote
pier: men wilde enkel de beweerde trek
kers waarschuwen en hen verzoeken de
fout te herstellen. De laatste kwamen
echter tot de ontdekking, dat de wissel
valsch was en de geheele oplichterij
kwam daardoor uit. De vier Amerika
nen werden gevat en het gerechtelijke
onderzoek was spoedig klaar. De twee
Bidwells, Macdonnell en Noys stonden
terecht in de Old Briley. De opschud,
ding bereikte haar toppunt toen het uit
lekte, dat de gevaarlijke snaken pogin
gen in het werk hadden gesteld om
hunne cibiers met belangrijke geldsom
men om te koopen. Zij dachten zeker
in Noord—Amerika te zijn, maar hun
spelletje gelukte hier niet, en het ein
digde met hunne veroordeeling tot le
venslang tuchthuisstraf, die zij nu nog
ondergaan.
Het is onbetwistbaar, dat het viertal
tot het superieure ras van zwendelaars
behoort; mannen, begaafd met groote
schranderigheid en daaraan parende eene
buitengewone, technische kunstvaardig
heid, bovendien in het bezit van mid
delen, die het in staat stelden eene zaak
te beginnen, welke alle waarborgen der
soliditeit scheen te bieden. Nevens zul
ke fijne snoodaards kunnen de stum
pers, die, naar de vorige week verhaald
is, getracht hebben 30,000 pd. st. te
machinekamer, liepen de anderen naar buiten,
scholden en schreeuwden, dat men hen als bon
den behandelde, die men ook wegranselt, wanneer
ze zich niet met een afgeknaagd been willen te
vreden stellen, en haalden de anderen over met
hen gemeene zaak te maken."
„Ja, Möller heeft gelijk!" riepen een paar stem
men van de rechterzijde van het plein, waar een
troep oudere mannen uit het dorp stond. „Bur-
meister is begonnen."
„Burmeister, Brandt en Meinicke treedt
voorbeval Reimann. Een dof gemor liep door
de rijen der werklieden toen trad een jong mensch
voor, over wiens ruw gelaat een schaamteloos
lachje zweefde.
„Nu, waar zijt ge dan bang voor lachte hij,
zich tot zijne makkers keerend, „komt maar! Mijn
heer Reimann heeft immers geroepen en nu moe
ten we wel dansen
Nu voegden zich nog twee mannen bij den spre
ker, terwijl de kring van dt anderen zich dichter
sloot. Duidelijk kon nu de fabrikant den toestand
overzien. Een groot gedeelte der arbeiders scheen
eene afwachtende houding te willen aannemen
maar geheel vooraan bemerkte hij eene oproerige
groep, die den drie rustverstoorders den rug dekte,
en besloten scheen hen, indien het noodig was,
leenen op 40,000 pd. st. vermoedelijk
valsche spoorwegbonds, de vergelijking
in geenen deele volhouden. Maar men
herkent een echten telg van het puike
oplichtersgeslacht, waartoe de Bidwells
behooren en waarvan de vermaarde Ben
son, de held der Turf frauds, thans in
Noord—Amerika in hechtenis wegens
nieuwe fielterij en, de eer heeft deel uit
te maken, in Ralph Cooper, den veer
tigjarigen Yankee, die zich geknoopt
heeft gezien, de alleraangenaamste vil—
legiature aan den zoom van het bosch
te" Fontainebleau, in gezelschap eener
„slanke dame, welke voor zijn gade door
ging" af te breken, om zich hier te ver
antwoorden wegens eene kleine onge
regeldheid: het namaken van een wissel,
groot 3670 pd. st. zoo het heette ge
trokken door de firma Goodall fy Sons,
speelkaartenfabrikanten alhier, op de fi
liaal der London and Westminster Bank.
In Ralph Cooper herkennen wij den
genialen schavuit van het edelste wa
ter. Hij opent in Holborn uaar den
trant der Bidwells en Nacdonnels eene
zaak in speelkaarten, onder den wijd-
schen naam van The Palestine Crystal
Card Company, en kemt daardoor in
betrekking met de firma Goodall. Daar
om is het hem natuurlijk te doen. Hij
bestudeert hunne cheques en handschrift
bij te staan. Tegelijk zag hij echter ook, hoe
eene kleine schaar zich afzonderde en zich voeg
de bij de groep, die aan de rechterzijde stond
„Is het waar, wat de opzicher mij gezegd heeft?
vraagde Reimann op strengen toon.
Waarom zou het niet," antwoordde Burmeister
brutaal, „wij hebben niets te loochenen en niets
te verbergen. Wij willen alleen maar ons recht,
dat ens met gegeven wordt. Wanneer de heeren
door de tegenwoordige goede zaken hunne zakken
vullen, dan willen wij, die het geld "erdienen, er
ook wel wat van hebben. Dat willen we, niet
waar, kameraads
Ja, dat willen we!" - „Burmeister heeft
geluk„Loonsverhooging minder werk
uren „Wij laten ons niet meer uitzuigen
zoo klonk het 'van alle kanten door elkauder.
Op Reimann's voorhoofd vertoonde zich eene
donkere wolk, zijne gestalte verhief zich en zijne
oogen zagen dreigend op de oproerige menigte
neer.
Stilte!" riep hij met eene donderende stem.
Niemand is geroepen te spreken. Ik heb met u
voorloopig niets te maken, wel met dezen hier
wacht, tot de beurt aan u komt!"
Deze besliste woorden misten hunne uitwerking
niet; tenminste voor dit oogenblik was het oproer