Binnenlandsch Nieuws.
Gemengd Nieuws.
dut in Dalagoa-Baai, in verband met
den in aanleg zijnden Transvaal-spoor
weg nieuwe middelpunten ontstaan voor
den handel, wiens belang ten zeerste
daardoor bevorderd wordt, dat voor den
invoer via Delagca-baai door de Tran-
vaalsche regeering krachtens tractaat,
rechten geheven worden die slechts on
geveer het derde beloopen van de rech
ten, tot nu toe voorde havens der Kaap
kolonie Durban en Natal, geheven.
Aan het Fransche ministerie van fi
nanciën is bij de jongste conversie een
diefstal gepleegd van 300.000 fr. 3 pet.
schuldbrieven. Een der lagere beamb
ten, zekere Duffaud, heeft zich aan dien
diefstal schuldig gemaakt. Hij en zijne
twee medeplichtigen, Mathevet enVille,
zijn gesnapt, doordien zij bij een geld
wisselaar, Schwartz, waren gekomen om
de fondsen te gelde te maken. De om
standigheden waaronder zij de fondsen
ten verkoop aanboden en het feit, dat
de fondsen alle opeenvolgende nommers
hadden, maakte den argwaan van den
geldwisselaar gaande, zoodat hij de po
litie kennis gaf van het geval. De drie
misdadigers zijn daarop in hechtenis ge
nomen.
Duffaud heeft reeds bekend.
De Minister van binnenlandsche zaken heeft
aan de Commissarissen des Konings het volgende
aanschrijven gericht
„Ik heb de eer UHEG. te verzoeken, de aan
dacht van de burgemeesters der verschillende ge
meenten in uwe piovincie te vestigen op het kon.
besluit van 10 Januari [Staatsblad no. 3], hou
dende bepalingen nopens de betaalbaarstelling der
bij de wet van 30 December 1887 [Staatsblad no.
255] toegekende ondersteuningen aan mindere ge
ëmployeerden. Volgens art. 6 zullen de in dat
besluit bedoelde attestatiën de vita worden verleend
en uitgegeven door den burgemeester der gemeen
te, waarin de betrokken persoon woonachtig is, en
behoort de burgemeester te zorgen, dat die attes
tatiën bij den aanvang van ieder kwartaal ter
secretarie te bekomen zijn op dagen en uren, docr
hem te bepalen en bekend te maken"
De minister van financiën brengt terken-
schturde mij het hart. Ja, ik hield u voor schul
dig. Valeska drukte hare gedachten niet duidelijk
uit, toen zij op sterven lag. Nu kan ik begrij
pen, dat zij u niet wilde aanklagen, toen zij uw
naam noemde. Het was de zoon van mijn broe
der, die deze misdaad beging."
„Hoor hem, mijnheer Werneck, vóór gij hem
veroordeelt," hernam Arno Von Pablen. Toen
ging hij naar Irmgard. „Mijne geliefde, trouwe
ziel," zeide hi,, „dezen avond was er geen brief
voor u. Ik was van plan hem te brengen, toen
ik een zwak gekerm hoorde aan den voet van de
rots. Het was donker en stormachtig; ik had
echter mijne laptaren bij mij en zocht zoolang
rond, tot ik Robert vond. Hij was van de rots
gestort en lag half in de sneeuw begraven. Ik
liief hem op, legde hem over mijn schouder en
bracht hem met de uiterste krachtinspanning in
mijn huis. Daar kwam hij weder tot zich zeiven
en ik liet terstond twee dokters halen. Deze ver
klaarden, dat hij twee ribben gebroken had en
inwendig gekwetst was. Hij bekende mij zijne
vergrijpen tegen mij en het ongelukkige meisje,
en bad mij uw vader te verzoeken tot hem te ko
men. En nu, mijne innig geliefde, kan ik u mon
deling zeggen, wat ik u had willen schrijven."
Hij omhelsde en kuste haar. Toen gingen bei
nis van belanghebbenden, dat in den loop van
dit en het volgende jaar 80 kommiezen der vier
de klasse der directe belastingen, invoerrechten
en accijnzen kunnen worden aangesteld op eene
bezoldiging wegens traktement en toelage van
ƒ480 's jaars;
dat op nader vast te stellen tijdstip en plaats
een onderzoek zal worden ingesteld omtrent de
sollicitanten voor die betrekking.
Yoor nadere inlichtingen verwijzen Wij naar
«Ie St. Ct. van Zaterdag.
AXE1
24 Januari 188 8.
Gisterenmorgen om 6 ure is door de kommie
zen van Ooy en van Laere, te Koewacht, terwijl
zij zich aldaar in dienst bevonden, aangehouden
zekeren A. de Leij van Moerbeke, die wegens
overtreding van 's Rijksbelastingen hier te lande
nog 14 dagen gevangenisstraf te goed had.
Genoemden De Ley. die voornemens was, zijn
broeder die op Nederlandsch grondgebied woon
achtig is, een bezoek te brengen, zal hiermede
nu nog enkele dagen moeten wachten.
Ilulst, 23 Jan. Hedenmorgen tusscben 7 en 8
ure heeft te Kapellebrug een dubbele moord
plaats gehad.
Zekere S. Mortier, houthakker te Tromp (Bel
gië), lieeft zijn beminde S. van Puivelden, met
een hakbijl van het leven beroofd, en zicli zelve
daarna met een scheermes de strot afgesneden.
Aan de nadeie bijzonderheden ontleen ik het
volgende M. die sinds geruimen tijd eene harts
tochtelijke liefde had opgevat voor S. v. P., werd
door laatstgenoemde steeds met koelheid behan
deld, wat niet het minst den argwaan van den
jongen man opwekte, en jl. Zondag namiddag
tengevolge had, dat er een hevige woordenstrijd
tusschen de beide jonge lieden heeft plaats ge
had. Hierbij moet hij het meisje de woorden
morgen zult ge van moorden hooren," naar het
hoofd hebben geslingerd
Gisterenmorgen dan, toen hij in een boschje,
gelegen tegenover de herberg van Blommaert,
alwaar het meisje dienstbaar was, werkzaam was
eenig hout te hakken, zag hij haar uit den koe
stal komen en de gelagkamer binnentreden waar
op hii haar onmiddellijk op den voet is gevolgd,
en haar met zijn bijl zulk een hevigen slag op
het hoofd gaf, dat de ongelukkige ter aarde zeeg
en na korten tijd een lijk was
Op de kreten van de vermoorde, schoot B. die
zich op den zolder bevond dadelijk te hulp, ter
wijl de woestaard hem het hakmes voor de voe
ten wierp, uitroepende „kap nu ook mij den kop
Tpaa.r af." B. echter schreeuwde aan de voor
deur „moord, moord!" waarop de moordenaar een
scheermes uit den zak te voorschijn haalde en
zich zulk een diepe wonde aan de keel toebracht
de mannen op weg en Irmgard liet zich, noch
door den nacht, noch door den sneeuwstorm, te
genhouden hen te "ergezellen.
Op het sterfbed verhaalde Robert aan zijn oom
de geschiedenis zijner schuld; niet door kwaadwil
ligheid, maar door lichtzinnigheid en hartstocht
had hij misdaan, zonder de verschrikkelijke gevol
gen zijner handelingen te voorzien.
Hij beminde Valeska zeer, maar toch niet innig
genoeg om het hoofd te bieden aan Wernecks
toorn. Als Irmgard hem genegen was geweest,
dan zou hij haar om haai vermogen hebben wil
len huwen. Het was niet zijn voornemen geweest
Valeska over te halen te vluchten; maar zij zelve
had zich voor zijn vertrek zoo troosteloos aange
steld, en zich zoo geneigd getoond hem te volgen,
dat hij hare heimelijke verwijdering had toegestaan,
omdat de groote liefde van het meisje hem streel
de, en omdat hij hoopte haar te kunnen huwen,
en daarna de vergeving van zijn oom te verkrij
gen. Deze handelwijze was niet te rechtvaardigen;
zij was valsch en eerloos geweest; maar de harts
tocht der jeugd en de vrees voor Wernecks toorn
hadden er hem toe gebracht. Meer dan eens was
hij van zins geweest den laatste het gebeurde me
de te deelen; maar ook de vrees dat dan waar
schijnlijk zijne toelage, die hij niet missen kon, zou
woiden ingehouden, hield hem telkens tegen.
(Slot vólgt.)
dat hii» badende in zijn bloed, den geest gaf. On
der deze omstandigheden nog willende vluchten,
lag zijn hoofd buiten en zijn romp binnen het
huis.
Twee kooplieden vroegen te Hulst in een
bierhuis, waar zij een pak goed in bewaring ga
ven. ƒ150 te leen. De houders van dat bierhuis,
jonggehuwde lieden, gaven de som, en sedert zijn
de negocianten spoorloos verdwenen. Een onder
zoek van het pak goed bracht aan het licht dat
het nog niet een derde van de waarde der ge
leende som vertegenwoordigde.
De politie doet onderzoek. (M. Ct.)
Zaamslag, 24 Jan. Naar men verneemt, zul
len door de doleerenden alhier, alle manslidma
ten dezer gemeente uitgenoodigd worden, (men
zegt Maandag a.s.) tot het bijwonen eener ver
gadering ten doel hebbende, om over te gaan
tot het stichten eener doleerende gemeente.
Ieder manslidmaat, zal alsdan in de gelegen
heid worden gesteld zich te verklaren, of hij ge
negen is, daartoe mede te werken. De leiding
dier vergadering, zal, op verzoek der doleeren
den opgedragen worden aan Ds. Wolf, doleerend
predikant te Axel.
De loting voor de nationale militie in liet
loopende jaar zal plaats hebben in de onderstaan
de gemeenten op de dagen als volgt
Hulst 11 Februari voor de gemeenten Hu'st,
Ossenisse, Hengstdijk, Hontenisse, Boschkapelle,
Stoppeldijk, Graauw, Clinge en St. Jansteen.
Axel 13 Februari voor de gemeenten Axel,
Zuiddorpe, Westdorpe, Ter Neuzen, Hoek, Sas
van Gent, Philippine, Overslag, Koewacht en
Zaïmslag.
IJ z e n d ij k e 15 Februari voor de gemeenten
Groede, Breskens, Nieuwviiet, Waterlandkerkje,
Schoondijke, Hoofdplaat, Biervliet en IJzendijke.
Sluis 17 Februari voor de gemeenten Sluis,
Aardenbmg, Eede, Retrancbement, St. Kruis,
Oostburg, Cadzand en Zuidzande.
Bij kon. besluit van 19 Jan. zijn benoemd Lot
leden van den militieraad, voor de lichting der
nationale militie van 1888, voor de Provincie
Zeeland tot voorzittor W. A. graaf van Lynden.lid
der Provinciale Staten; tot zijn plaatsvervanger
mr. C. Lucasse, lid der Provinciale Staten tot lid
W. J. Sprenger lid van den gemeenteraad van Mid
delburg; tot zijn plaatsvervanger mr. A. P. Snouck
Hurgronje, lid van den gemeenteraad var. Middel
burg.
Uit Sluis schrijft men:
Een als heer gekleed persoon, Duitscher van
afkomst, ging dezer dagen in den omtrek van
Sluis met ellewaren rond, vergezeld van iemand,
in blauwen kiel, als tolk, en van een persoon,
die de goederen kruide.
Naar het scheen was des koopmans ver
trouwen op den tolk misplaatst, want deze
schroomde niet den koopers den voorslag te doen
samen den Duitscher te bedriegen.
Men moest nl. veel koopen en hij zou zeer
ruim meten; den volgenden dag zou hij, de tolk,
terugkomen om voor eigen rekeDing op te koo
pen, wat men te veel had ingeslagen. De winst,
op die wijze te behalen, zou gedeeld worden.
Vei lokt door dit aanbod, neemt 3 rollen fijn
linnen, elk berekend op 120 M. 't Is maar voor
een dag.
Toen evenwel de Duitscher vertrokken was,
werd 't koopje eens nader bekeken en, nieuws
gierig als men was naar de overmaat, ook eens
nagemeten.
Eerste verrassing: Wat men gekocht had geen
linnen slechts half-linnen!
Tweede verrassing: elke rol bevatte slechts 85 M.
De rijkspolitie te Sluis, van een en ander in
gelicht waarschuwde die van de omliggende
plaatsen en zocht den Duitscher met zijn tolk op.
Nu bleek, dat de Duitscher en tolk de gebroe
ders J. en M. De W. uit Rotterdam waren! De
reis naar Amerika, die de Duitscher voornemens
was te ondernemen omdat hij in Pruisen soldaat
moest worden," kon wel eens voor goed uitge
steld moeten worden!