No. 165.
Woensdag 25 Januari S888.
Nieuws- en Advertentieblad
F. DIELEMAN,
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Buiteniandsch Nieuws.
FEUILLETON.
"ÜDI HOLLE BOOM.
Dit Blad verschiet eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS F® 3 Maanden
1 maal per week 25 cent; franco per post 30 cent2
maal per week 50 centfranco per post 60 centvoor
B l o i 60 ct. en 1,20. Afzondert, numm. 3 ct.
DRUKKER - UITGEVER
AXEL.
Advertentien van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren,
De tegenwoordige politieke toestand
laat zich nog niet aanzien, dat er in den
stand van zaken in Bulgarije, spoedig
verandering zal komen. De berichten
omtrent officieele onderhandelingen dien
aangaande werden in den beginne tegen
gesproken en thans wordt uit Wcenen
officieus betwist dat er tusschen de mo
gendheden eene gedachtenwisseling heeft
plaats gehad. Prins Ferdinand zal mot"-
teo-enstaande langer te Sofia kunneu blij
ven dan men aanvankelijk meende.
Op Madera zijn ernstige onlusten uit
gebroken. De 'Portugeesche regeering
had namelijk onlangs eene nieuwe be
lasting op het eiland ingevoerd, die
strekken moet om het in de eigen kos
ten te doen voorzien, zonder bijstand
van het moederland. Het zijn vooral de
landbouwers die door deze belasting wor
den getroffen, en zij weigerden die te
betalen. De regeering zond hierop eem-
ge versterking van truepen om den te
genstand te breken. Bloedige gevech
ten waren er het gevolg van. Blijkens
de laatste berichten, was er te I unchal
eene versterking gekomen ten getale van
350 man, waardoor de bevesting gebracht
was op 650 man. De stedelingen moe-
NOVELLE VAN
A. PALM.
Mijnheer Werneck nam den brief en wierp er
een blik in.
Hoe dit is Valeska s schriftnep hij ver
schrikt 'uit. „Jaen dit is een lok van haar haar
en dit haar juweelen ring, dien zij eens van hare
moeder gekregen heeft, Beef zoo met, papa ba
zitten en lees den brief!
Zonder een woord te spreken, las hij hem. Van
tijd tot tijd zuchtte en kreunde hij. Irmgard had
haren arm om zijnen hal» gelegd. Toen hij gele
zen had, zonk zijn hoofd op zijne borsten voor
wij nog tijd hadden, een enkel troostwoord tot hem
te spreken, opende, een bediende de deur.
Mijnbeer Von Pahlen wenscht u terstond te spre
ken, genadige heer," meldde hij.
Niemand van ons bewoog zich of zeide iets. In
het volgende oogenblik trad een welgebouwd man
met een buitengewoon edel gelaat de kamer bin
ten gemeene zaak gemaakt hebben met
de landbouwers, hoewel het tot dusver
nog slechts op het platteland tot een
treffen tusschen de gewapende macht en
de bevolking was gekomen.
Waar de strijd over de Vlaamsche
taal in de Belgische Kamers, bij de stu
denten der Leuvensche Vrije Universi
teit sinds geruimen tijd, groote opge
wondenheid'veroorzaakten, daar is deze
Dinsdagavond tot een uitbarsting geko
men. Vlamingen en Walen liepen bij
troepjes door de stad en begroetten el
kander met scheldwoorden, tot het ein
delijk aan de Grand' Place tot eene
botsing kwam. Vuisten en stokken de
den hierbij een ongewone dienst, terwijl
de politie er met moeite in slaagde de
menigte uiteen te drijven waarbij een
politiagent zeer zwaar aan het hoofd
werd gewond en een veertigtal studen
ten naar het bureau werden overge
bracht. -ii
Langzamerhand vereemgden zich de
Waalsche studenten weder en brachten
eene ketelmuziek aan den rector mgr.
Abbeloos en den hoogleeraar in de Ne-
derlandsche letterkundeAbberdmgh
Thijm, terwijl ook enkele ruiten verbrij
zeld werden. Den vice-rector mgr. Car
tuyvels daarentegen viel een warme o-
nen. Irmgard bloosde hevig; maar geen geluid
kwam over hare lippen. Hij trad rechtstreeks op
den landheer toe.
„Mijnheer Werneck," zeide hij op een fleren
'toon, „ik kom om eindelijk recht van u te ver
krijgen."
Maar het grijze hoofd zonk nog dieper op de
borst, en toen 'hij het weder oprichtte, lag er iets
zoo onuitsprekelijk weemoedigs op het verouder
de gelaat van den landheer, dat mijnheer Von
Pahlen zich onwillekeurig over hem heenboog.
rGij zijt in de hoogste mate hardvochtig, wreed
en' onrechtvaardig tegen mij geweest, mijnheer
Werneck," zeide hij verder. „Gij bleeft mij schul
dig houden, toen ik u bezwoer, dat ik onschul
dig was. Geen mensch kan grooter onrecht o-
verkomen, dan gij mij aangedaan hebt. Ga met
mij. Ik heb heden avond met Gods hulp het
leven van uw neef gered. Hij ligt in mijn huis.
Weliswaar vond ik hem den dood nabij; doch ik
hoop, dat hij zal leven. Hij beeft u iets mede
te deel en, dat ik al lang vermoed had en mij van
alle verdenking zuivert."
„Het is niet noodig, dat ik nog meer hoor,
hernam de landheer langzaam. „Ik weet genoeg.
Lees dit eens!"
Arno Von Pahlen nam den brief en las hem
vatie ten deel.
De Norddeutsche Allgem. Ztg. bevat
in het nummer van Zaterdagavond op
eene in het oog loopende plaats het vol"
gende
Eenigen tijd geleden is in Engelsche
couranten eene reeks van artikelen ver
schenen, in welke sprake was van her
opening dei onderhandelingen tusschen
de Engelsche en de Portugeesche regee
ring betredende den aankoop der waar
devolle haven van Delagoa—Brai (Lou—
ren 90 Marquez.) In sommige bladen
werd zelfs reeds de prijs genoemd, voor
welken Portugal dit koloniale bezit aan
Engeland zou hebben overgedaan. Na
dat de Portugeesche pers deze berich
ten als geheel ongegrond heeft beschre
ven, vernemen ook wij, uit eene in deze
aangelegendheden goed ingelichte bron,
dat sedert het jaar 1881in hetwelk der
gelijke onderhandelingen inderdaad plaats
gehad maar niet tot den gewenschteri
uitslag geleid hebben, door de betrok
ken regeeringen daarmede niet weder
begonnen is, en dat de Portugeesche
regeering volstrekt niet geneigd schijnt
te zijn in te gaan op den afstand van
eenig deel harer bezittingen in Portu
gal. Voor den wereldhandel kan het
trouwens niet anders dan gewenscht zijn,
zwijgend.
,.Het is eene treurigp geschiedenis, mijnheer
Werneck," zeide hij toen; „wanneer gij echter zult
vernomen hebben, wat Robert u heeft mede te
deelen, dan zult gij hem misschien wat zachter
beoordeelen. Beneden wacht mijn rijtuig u en
juffrouw Irmgard. Dokter Brinkmann verklaar
de, dat de verongelukte misschien nog maar een
uur heeft te leven, en toch heb ik nog hoop,
maar gij moet tot hem gaan."
„Arno," zeide de landheer stotterend, „kunt gij
mij ooit vergeven
Terwijl hij nog sprak, klonk het gezang van
beneden ons toe, en duidelijk konden wij de woor
den hooren „Vrede op aarde!"
De iandheer was diep geschokt.
„Wilt gij mij vergeven, Arno vraagde hij
weemoedig.
Ik keerde mij om, om mijne tranen te verber
gen, en hoorde Irmgard luid snikken; en toen ik
mij nogmaals omkeerde, zag ik hoe Pahlen zijn
arm om de gebroken gestalte van den landheer
gelegd had. en diens moede hoofd rustte aan de
borst van den jongen man.
Ik had u steeds lief, Arno," zeide mijnheer
Werneck. „De gedachte, dat ik u voor schuldig
moest houden, was mij onverdragelijk zij vet-