Zaterdag 17 December 1887. 5e Jaarg. voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Nieuws- en Advertentieblad F. DIELEMAN, B u i te n I a n d sc h Ni e u w s. FELILLETOA. DE HOLLE BOOM. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond A B O N N E M E N T S P lt IJ S per 8 Maanden 1 maal per week 25 cent; franco per post 30 cent2 maal per week 50 cent; franco per post 60 cent; voor B e l g i '60 ct. en 1,20. Afzonderl. numm. 3 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentiën van ltot 4 regels 25 cent; voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren, Zij, die zich met 1 Januari a.s. op dit blad abonneeren, ontvangen, naar gelang het abonnement, de vóór dien datum ver schijnende nummers gratis. De Uitgever. Onder bet opschrift „de moordaanslag op Jules Ferry" leest men in de N. R. Ct. Het was Zaterdagnamiddag omstreeks drie ure, dat een persoon in een dei- gangen of zijvertrekken van het paleis Bourbon de heeren Goblet en Jules Ferry verzocht te spreken. Hij liet aan beiden ot aan een hunner een kaartje van den heer Edouard Herv, hoofdre dacteur van den Orleanistischen Seleil, overreiken, waarop de moordenaar met potlood den naam Aubertin (als den zij ne) geschreven had, met deze woorden er bij „Ik ben Elzasser en wensch u eenige oogenblikken te spreken." Go- biet bleef in de Kamer, maar Jules Fer- ry ging in de Salie de la Botonde naar den man toe. Deze haalde uit een doek, dien hij onder den arm hield, een vlug schrift te voorschijn, dat hij Ferry aan- NOVELLE VAN A. PALM. Zooals gij verlangt, freuleIk zou er in geen geval over gesproken hebben." Toen zag ik, hoe zij uit haar werktasje een goudstuk nam en het hem overhandigde; hij nam het met weêrzin aan. „Neem het gerustden vinder komt zijn loon toe," zeide zij, „en vergeet uwe belofte niet." „Zeker niet, fieule," verzekerde hij, en verwij derde zich met eene beleefde buiging. Tot mij sprak zij niet en beiden vermeden wij het elkander aan te zien. Ik wist, dat, wanneer zij den armband wezenlijk verloren had, zulks in den vorigen nacht moest geschied zijn. En wat had de dochter van den landheer omstreeks dien tijd te doen aan den rand van het woud, alleen in de stilte en het huiveringwekkende van der winternacht Nog geruimen tijd_ duurde ons stilzwijgen. bood. Ferry ging een weinig op zijde om het in te zien, en op hetzelfde oo- genblik werden drie schoten uit eene revolver op hem gelost, waarvan twee hem troffen, een aan de linker— het ander aan de rechterborst; zij drongen echter niet diep in het vleesch, zoodat de beide wonden niet gevaarlijk geacht worden. Ware Jules Ferry niet een weinig op zij gegaan om inzage te nemen van het geschrift, dan zou hij, naar gemeld wordt, schier ontwijfelbaar in liet hart getref fen zijn, want de schoten zijn a bout portant gelost. Aubertin riep, toen hij geschoten had Leve RuslandLeve de ElzasIk heb miju plicht gedaan Ferdinand Duval, oud—prefect der Seine, die zich toevallig in de Salie de la Botonde bevond, nam Jules Ferry, die weinig bewogen, maar veeleer ver baasd scheen over dezen onverhoed— schen aanslag, in den arm, en bracht hem, aldus ondersteund, naar de infir merie der Kamer of een der andere ver trekken, Ferry bleef vrij goed ter been. Een der bedienden in liet paleis Bour bon greep den moordenaar en ontnam hem het wapen. Een tweede persoon, die zich tot dusverre niet had laten zien, kwam nu haastig uit eene nabij zijnde Eindelijk zette zij zich naast mij neder, en flui sterde /Lieve Bertha, wat er ook gebeuren moge wat gij ook ziet of hoort wilt gij mij vertrou wen Ik keek in haar edel schoon gelaat en ant woordde „Ik zou u vertrouwen, trots de geheele wereld, trots mijne oogen en ooren, wanneer zulk een ver houwen noodig was." „Ik hoop," hernam zij met een diepen zucht, dat niemand op aarde zooveel leed te dragen heeft als ik." Meer spraken wij niet naar aanleiding van het gebeurde. IV- Op zekeren morgen ontmoette ik toevallig de huishoudster. Zij had een bos sleutels in de hand en zeide mij, dat zij naar den oostelijken vleugel van het gebouw ging, naar eenige der ongebruik te kamers of ik die ook wenschte te zien. Het gebouw was zoo uitgestrekt, dat er, niettegen staande de menigte gasten en dienstboden, altijd een aantal kamers buiten gebruik waren, welke door de huishoudster in orde moesten gehouden worden. Wij gingen verscheidene zeer ruime en schoone (rang te voorschijn en haalde eene re volver uit den zak. Het werd bij tijds gezien en eenige personen wierpen zich op dien man om hem onschadelijk te maken. Gelijk men denken kan, was door die gebeurtenis eene ontzettende verwarring 'En het paleis Bourbon ontstaan. Een groot aantal afgevaardigden van allerlei richting kwamen bij Jules Ferry om hem hunne deelneming te betuigen. De voor zitter der Kamer wilde hem naar een zijner bijzondere zalen laten brengen, maar Ferry weigerde. Tony Révillon, van de uiterste linkerzijde, die Ferry had medegedeeld, dat er iemand was om hem te spreken maakte deswege, onder die pe betuigingen van leedwezen, zijne ver ontschuldiging. Nadat het eerste ver band was gelegd, werd Ferry, vergezeld door dr. Trélat en den afgevaardigde Raynal, naar zijne woning gebracht. De President der Republiek, vele diploma ten en eene massa afgevaardigden en senatoren hebben ten bewijze van deel neming zich ten zijnen huize laten in schrijven. Men zegt dat de opper-deurwaarder, wegens liet ongunstige uitzicht van Au bertin, Ferry had aangeraden zich niet naar hem te begeven; maar de oud-mi nister sloeg geen acht op dien raad. vertrekken door, en terwijl de huishoudster eenige vensters opende, trad ik eene rommelkamer bin nen. Hier zag ik verscheidene boeken, en plotse ling werd mijne aandacht getrokken door eene schilderij, die omgekeerd tegen den muur stond. Ik keerde ze om en mijn oog viel op een verruk kend schoon, jong meisjesgelaat met groote, treu rige, blauwe oogen - een gelaat, frisch als een pas ontloken roos. Het goudblonde haar hing in eene golvende massa over den blanken hals en de schoon gevormde schouders. De lippen vormden zich tot een glimlach, maar in de oogen zag men eene diepe schaduw van leed, eene uitdrukking, die men vaak ziet bij dezulken, die jong sterven. Deze treurig glimlachende schoonheid boeide mij met onweerstaanbare krachthare oogen schenen een pijnlijk geheim te verraden. Daar kwam de huishoudster de kamer binnen. De vrouw verbleekte. „O juffrouw Halm, als ik u bidden mag, kom daar niet aan, doe het wegzeide zij vol angst. „Hoe onvoorzichtig van mij u hier binnen te la ten Zeg als 't u belieft aan niemand, dat gij het portret gezien hebt „Dat beloof ik u zeer stellig, als gij mg slechts zeggen wilt, wie dat portret voorstelt." Zij naderde mij en zeide gejaagd, terwijl zij het

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1887 | | pagina 1