Jaarg.
No. 152. Woensdag 14 December 1887.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN.
Buitenlandsch Nieuws.
FEFILLETOA.
DE HOLLE BOOM.
WKI.SCIIK «C.OI l!\\T.
c [)it Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS per 3 Maanden
1 maal per week 25 cent; franco per post 30 cent; 2
maal per week 50 centfranco per post 60 centvoor
België 60 ct. en 1,20. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren,
Zij, die zich met 1 Januari a.s. op dd
blad abormeeren, ontvangen, naar gelang
het abonnement, de vóór dien datum ver
schijnende nummers gratis.
De Uitgever.
Sedert de maand October dezes jaars
lieerscht in Denemarken eene gevaarlijke
aanstekende ziekte onder de varkens.
De minister van binnenlandsche zaken,
heeft van verschillende autoriteiten van
Zweden eene aanschrijving ontvangen,
houdende bericht omtrent eene aldaar
uitgebrokene ziekte onder dat vee, waar
op door Z.Ex. de invoer van varkens uit
Zweden naar Denemarken werd verbo
den. Ondanks dit verbod, ten einde
hierdoor de ziekte zooveel mogelijk te
voorkomen is zij daar te lande ook in
hevige mate uitgebroken.
In de zitting van de beide kamers,
heeft de minister nu, uitvoerig mede—
deeling van dit feit gedaan, en tevens
een wetsvoorstel ingediend, waarbij aan
de regeering voortdurend eene uitge
breide bevoegdheid ter bestrijding van
veeziekte wordt verleend. De regee-
4.)
NOVELLE VAN
A. PALM.
„Ik wil het, wanneer de gelegenheid zich voor
doet, mevrouw Brockmann," zeide ik.
„Wanneer zij op haar vijfentwinstigten verjaar
dag nog ongehuwd is, zal zulks het hart van haar
vader brekenja, wanneer het zoo voortgaat,
komt het er zeker toe. Het zal zijn leven ver
korten, daarvan ben ik overtuigd. Ook mijn neef
stelt groot vertrouwen in u, BerthaDoe dus
uw best bij Irmgard. En nu goeden nachtIk
dank God, dat ik geen dochter heb, die mij mijne
rust kan ontrooven."
Verwarde gedachten over Irmgard en hare aan
bidders vervolgden mij, tot ik in een diepen slaap
viel, waaruit ik gewekt werd door de bleeke stra
len 'der wintermorgenzon en het gelui der kerst
klokken. De kerstdag was aangebroken en zoo
mogelijk nog schooner dan de hem voorafgegane
kerstavond.
ring heeft strenge maatregelen geno
men om het vervoer uit eene besmette
plaats naar eene andere tegen te gaan.
Er wordt tevens, op alle stallen, boe
renhoven en plaatsen waar men varkens
houdt, een streng toezicht gehouden.
Tegenwoordig zijn er in Denemarken
een millioen varkens en biggen, en
daarvan zijn er, slechts 160 a 170 ge
dood en bij de schouwing besmet be
vonden.
Verschillende namen worden aan de
ziekte gegeven. Nu eens noemt men
haar, pest, dan weer cholera soms ook
diphteritis. De eerste benamingen, ko
men het naast bij het doel, daar de laat
ste de minste betrekking heeft, bij de
diphteritis der menschen.
De regeering zal trachten, door harè
genomene maatregelen de ziekte zooveel
nog altijd te stuiten.
In Duitschland, waarheen voor eenige
millioenen aan varkens wordt ingevoerd,
is, evenals in Zweden en Noorwegen,
de invoer uit Denemarken verboden.
Er moet dus gearbeid worden om de
ze landen weder voor den invoer te o—
penen, daar anders veefokkers nieuwe
exportwegen moet«n opzoeken.
De ziekte moet desniettemin met alle
kracht worden bestreden.
Gaarne zou ik, indien de uitgebreidheid van
mijn verhaal het mij toestond, nog langer bij deze
schitterende kerstviering vertoeven doch het zou
den lezer vermoeien.
j, Al dien tijd sloeg ik Irmgard voortdurend gade,
■'maar geen enkel teeken verried mij, dat zij een
der beide heeren boven den ander bevoorrechtte.
Nu eens schaakte zij met den een, dan weder zong
zij met den ander aan de pianonu eeDS danste
zij met dezen, dan met genen.
Op zekeren morgen kwam de landheer bij mij
en deelde mij méde dat mevrouw Brockmann voor
nemens was, aan het einde der kerstweek, Allen-
hof te verlaten. Hij zag mij daarbij met eene ze
kere angstige uitdrukking aan.
„Mejuffrouw Halm," zeide hij plotseling, „mij
ne dochter heeft u lief gekregen. Zij gevoelt zich,
als er geene gasten zijn, zeer eenzaam. Daar gij
nu bepaald voornemens zijt, het huis mijner nicht
te verlaten, zoo wilde ik u vragen, of gij niet zoudt
kunnen besluiten, bij ons te blijven niet zoo
zeer als gezelschapsjuffrouw, maar als vriendin
Wat was ik gelukkig! Mijn blozen en mijne
tranen dankten hem. Woorden stonden mij op
dat oogenblik niet ten dienste. De zaak was
spoedig geschikt. Ik nam afscheid van mevrouw
Brockmann en met opgeruimd gemoed aanvaardde
Een telegram uit Havas meldt, dat
Spanje voornemens is, hare gezanten,
te Berlijn, Weenen en Rome, tot den
rang van ambassadeur te verheffen.
Hieruit werd door sommige bladen
afgeleid, dat de bedoeling van de Spaan-
scne regeering hiermede was om zich
zoodoende, bij het drievoudig verbond
aan te sluiten.
Uit Berlijn schrijft men aan de N.
R. Ct-, dat de zaak anders is en ongeveer
op het volgende neerkomt.
De Spaansche regeering heeft reeds
lang gedacht om die gezantschappen te
verhoogen, en dat is ook natuurlijk want
daar Spanje een ambassadeur te Parijs
heeft, dient het er toch ook te Berlijn,
Weenen en Rome een te hebben.
De verandering is tot nog toe ook
alleen vertraagd ten gevolge van be
grooting quaestien over de daaruit voort
vloeiende verhooging van tractamenten.
Het spreekt van zelf, wanneer Spanje
er toe over gaat, wederkeerig Duitsehe,
Oostenrijksche en Itahaansche gezan
ten te Madrid' tot ambassadeurs moe
ten worden benoemd.
Op de Duitsehe rijksbegrooting, die
onlangs bij den Rijksdag is ingediend
komt dienaangaande niets voor, terwijl
er daarentegen wel een post is uitge
trokken om het Duitsehe consulaat te
ik mijn nieuwe levenstaak. Spoedig voelde ik mij
tot den ouden heer Werneck aangetrokken, en
bemerkte ik duidelijk zijne ongerustheid over de
toekomst zijner dochter. Onophoudelijk sprak hij
mij daarover.
„Gebruik uwen invoed, juffrouw Halm," zeide
hij. „Als Irmgard niet huwt, komt Allenhot aan
een vreemde. Die gedachte is mij onverdrageliik.
Raad haar aan mijnheer Ballerstedt te huwen.
Naar mij hoort zij niet misschien luistert zij
naar u."
De zeventiende Januari was Irmgards geboor
tedag die dag zou luisterrijk gevierd worden. Op
dien morger. gaf haar vader haar een prachtigen
met robijnen bezetten armband ten geschenke,
waarin zijn portret gevat was. Toen zij hem
kuste, hoorde ik hem zeggen
„Gij zoudt mij zoo gelukkig kunnen maken,
Irmgard, als gij maar wildet
Zij schudde treurig glimlachend het hoofd. Ge
durende den geheelen dag bemerkte ik aan haar
eene koortsachtige gedwongeue vroolijkheid. Haar
vader stond er op, dat zij 's avonds den armband
zou dragen.
Dien avond werd ik door hare schoonheid als
verblind. Ik herinner mij, dat ik haar den arm
band aandeed.