Binnenlandsch Nieuws» Ge men gd Nie u ws. voering van de invoerrechten op indu— strieële voortbrengselen, dat zij liare pro ducten, zoowel wat deugdzaamheid als wat prijs betrett, zoodanig te normee— ren, dat de aanvoeren uit het buiten land er door zouden verminderen. Zij heeft dienaangaande woord gehouden. De landbouw daarentegen schijnt een bijzonder recht van exploitatie op de verbruikers te willen uitoefenen en de graanrechten allen dienstbaar te willen maken tot eene voortdurende stijging der graanprijzen. Met betrekking tot de verhooging zel ve wordt opgemerkt dat allen de groote grondeigenaars er baat bij zouden heb ben, daar zij die in de lagere of in de middenklassen werkzaam zijn, geen voordeel integendeel nog bijdragen zul len moeten betalen aan de vernooging. Tot aanbeveling der verhooging van rechten, gelieve men nog op te geven dat de landbouwgronden zoozeer gedaald zijn, integenstellfng daarvan wordt aan gegeven dat de pandbrieven, enz. in ge lijke waarde blijven en zelfs gemakkelijk en snel geconverteerd worden, wel een bewijs dat de grondeigendom nog niet wordt beschouwd als verkeerende in een gevaarlijken toestand. Ook de stadsbewoners van groote in dustrieplaatsen zouden een ontzettend groot nadeel dezer invoering ondervin den, omdat de broodspij zen zouden stijgen en op de huishouding van den werkman aldaar ïn vloed zou hebben. Ook in den Rijksdag heeft de ver- liooging vele tegenstanders gevonden, doch ondervond daarentegen aan de an dere zijde weder bijval. De Eerste kamer is bijeengeroepen tegen 19 December 's avonds ten 8 ure. Met leedwezen verneemt de N. R. Ct. dat de heer mr. A. J. Duiimaer van Twist Zaterdag nacht op zijn landgoed te Diepenveen is overle den. De overledene behoorde tot de veteranen der liberale partij, en heeft steeds met ijver en toe wijding zijn vaderland gediend. met hare fijne stralen de altijd groene gewassen. Een schitterend licht bescheen de aangezichten der vrouwen, hare kostbare juweelen en rijke klee ding. Het geheele tooneel was even schitterend als opwekkend. Overal hoorde men zingen en lachen, hartelijke groeten en gelukwenschen. En het middelpunt van het geheele feest was Irm- gard. Ik had mij in stilte teruggetrokken, en was verdiept in de betooverende bekoorlijkheid van haar wezen. Aan de meesten der aanwezige gasten was ik voorgesteld geworden. Onder hen bevonden zich twee heeren, die zich veel met Irmgard onder hielden en voor hare aanbidders doorgingen. De een was een zektre mijnheer Von Ballerstedt, een lange, schoone man, met een aristokratisch voor komen, een weinig trotsch en teruggetrokken; de andere was de kapitein Nermann, blond, aange naam in den omgang en onweerstaanbaar opgeruimd van humeur. Beiden schenen ernstig en hartstochtelijk op Irm gard verliefd te zijn. Wie was de bevoorrechte? Ik sloeg hen scherp gade en kon toch de waar heid niet ontdekken. Ik bemerkte, hoe de land heer nu eens bezorgd naar zijne dochter, dan naar de twee heeren keek, waarna hij zich schijnbaar in een langdurig gesprek met mevrouw Brockmann Hij begon zijne politieke loopbaan als lid der Tweede Kamer en was gedurende eenigen tijd haar voorzitter. Later werd hij benoemd tot Gouverneur Generaal van Nederl. Oost-Indië, en in het jaar 1865 werd hij door de Staten van Zuid-Holland afgevaardigd naar de Eerste Kamer. Deze betrekking bleef hij bekieeden, totdat zijne hooge leeftijd hem noodzaakte zich uit het open bare leven terug te trekken. Sedert het jaar 1857 droeg de heer Duijmaer van Twist den titel van minister van staat. Naar het Vad. verneemt, heeft ook de heer Buteux, lid der Tweede Kamer voor Middelburg, het stellig voornemen geuit om zich niet weder verkiesbaar te stellen. AXEL, 6 December 188 7. Gisteren heeft in de consistoriekamer der Ned. Herv. gem. alhier de verkiezing plaats gehad voor 3 leden van het collegie van Notabelen dier gemeente. In het geheel werden 74 briefjes ingeleverd, waarvan 1 blanco, zoodat de volstrekte meer derheid 37 stemmen bedroeg. Stemmen verkre gen de heeren Jan Wolfert 68, J. M. van den Berge 60, Jhr. mr. .J H. J. Quarlesvan Ufford 49, W. Vercou- teren 14, A. van der Hooft 6, P. Dees 2, A. Kos ter 2, P. Koster 2. A. Blansaart, P. Deij, F. Die- leman Wz.,Jac Koster, C. de Putter, J. Ramondt, A. Schieman, Jac. Verijzer, L. C. van Vessem en M. van der Welle ieder 1 stem. Het bureau van stemopneming verklaarde de heeren Jan Wolfert en J. M. van den Berge (af tredende leden) herkozen, en de stemmen die ver der waren uitgebracht op den H. W. Geb. Heer Jhr. mr. J. H. J. Quarles van Ufford voor on waarde, op grond van art. 4, le zinsnede van het Algemeen reglement, op het beheer der Keike- lijke goederen en fondsen van de Heivormde Ge meenten in Nederland, en het toezicht daarop, de welke alsdus luidt „Tot Kerkvoogden en Notabelen zijn alleen be noembaar, stemgerechtigde leden der gemeente voor welke de benoeming plaats heeft." Verder moet dus eene herstemming plaatsheb ben tusschen de heeren W, Vercouteren en A. van der Hooft. Wij meenen het te moeten betreuren, dat het bureau van stemopneming eerst op den dag dei- stemming het lidmatenboek en het reglement heeft nagezien. In het nummer, van verleden Woensdag toch werd door „eenige kiezers" bij advertentie eene aanbeveling der heeren Van den Berge, Wolfert en Jhr. mr. Quarles van Ufford gepubliceerd. Had men nu onmiddellijk werk gemaakt om die be doelde stukken te onderzoeken, dat zou met tot de conclusie gekomen zijn, die eerst gisteren morgen gebleken is Wjj meenen dat het dan een geringe moeite zoude geweest zijn, hiervan aan ons bureau ken nis te geven, om door ons, onmiddellijk die „ee nige kiezers" met den toedracht der zaak in ken nis te stellen. Men had dan alle moeite voorloopig kunnen sparen en wij hadden dan alom bekendheid aan het feit knnnen geven. De heer A. W. Wisse onderwijzer aan de openbare lagere school alhier is met ingang van 1 Januari a.s. benoemd tot hoofd der school te Ellewoutsdijk. Van de voorvallen op het platteland in Noord- Brabant tijdens de pogingen tot aanwerving van soldaten voor het O. I. Leger, door uitgezonden officieren gedaan verhaalt men curieuse stukjes. Een oud boertje komt zich aanmelden. Wel? vraagt de burgemeester. Heeren, 'k wou greeg dieehonderd gulden voor den Noos. Gelach. Kom, Teunis, je bent immers veel te oud. Hoe oud ben je al wel Noe bargemeister, dat zal mit Karssemis vuuf-en-zestig zain. Nou man, dan ben je'rzoo wat vijf-en-der tig te oud Daür steek jij maar een si gaar op en breng ons wat jongere kerels. Meneer de officier zal ze hier neet venle jonger krieger. Dank je bargemeisterMer- gen heeren. Op een andereplaats wandelt de burgemeester tegen twaalf uur van het gemeentehuis naar zij ne woning. Herhaaldelijk staat hij stil en kijkt met bevreemding rechts en links over de lan derijen èr, vóór èn achter zich de dorpstraat af. Daar komt de veldwachter aan. Stok! Burgemeester? Wat weerlicht waar zitten de boeren toch? Ik zie er geen een en anders op dit uur Oburgemeester, d'r is een kosternaatje op 't dorp, dat 't meer dan erg is Consternatie hoe wat Je kunnen 't de boeren maar niet uit der- lui kop praten dat er strakjes een officier komt om al de boerenjongens, van twintig tot dartig jaor mée naor den Oost re nemen. De deerns zitten te snen de jongens zijn naar stad geloopen of verstoppen zich in de huizen 't is me een gedoei van nog zoo. De burgemeester gaat schuddend vétn het lachen verder. De proef is dan ook als geheel mislukt te be schouwen; 't gezamenlijk totaal is 8, zegge drie aangeworven geschikte manschappen. De maatregel is daarom met 1 Dec. jl. inge trokken. verdiepte. Een ding trof mij. Ik bevond mij toevallig in de nabijheid der deur. Irmgard had rondgezien, om zich tp verzekeren of alles in orde was, en wilde juist ongemerkt naar buiten gaan, toen haar vader haar naderde. „Waarheen gaat gij, Irmgard vroeg hjj. Tot mijne verwondering verschoot Irmgard op deze alledaagsche vraag geheel van kleur. „Ik heb nog eenige schikkingen te maken, en ben binnen een paar minuten weder terug, papa!" antwoordde zij. De landheer neigde echter zijn grijs hoofd tot*# haar en zeide „Ach, laat nu die schikkingen varen, lief kind. Gij weet, dat ik op kerstavond u steeds bij mij moet zien." „En op eiken anderen avond ook," hernam zjj lachendedoch terwijl zij lachte, zag ik in hare oogen eene uitdrukking van verlegenheid. Nooit zal ik den glans van dezen kerstavond vergeten hoe eene groep donkere gestalten zich voor het huis plaatste, hoe hare schaduwen gerekt Iop den witten grond van het voorplein vielen, en toen van hare lippen een oud kerstlied klonk, dat ik reeds als kind gezongen had. De herinnering daaraan en de aangrijpende klanken ontlokten tra nen aan mijne oogen, zoodat ik niets meer zien kon. Toen het gezang weggestorven was, geleidde de landheer zijne gasten aan tafel, waar hij hen met eene oude kerstspreuk begroette. Mijnheer Von Ballerstedt nam plaats naast Irmgard, kapitein Normann zat niet ver van hen. Onpartijdig on derhield zij zich met beiden en had voor beiden hetzelfde lachjedoch ik meende duidelijk te be merken, dat haar lachen steeds gedwongener en zij zelve voordurend angstiger en onrustiger werd. /f^Toen wij in de ontvangzaal terugkeerden, na derde zij mij en leide hare brandend heete hand in de mijne. „Wat hebt gij een trouw, goedig gelaat, juf frouw Bertha," fluisterde zij. „Ik geloof dat gij degenen, die u beminnen, geheel toegedaan kunt zijn." „Stel mij op eene proef," hernam ik. Beteekent zulks, dat gij mij liefhebt?" vroeg zij. „Gij hebt mij heden voor de eerste maal ge zien." „En al zou ik u later nooit wederzien, toch zou mij uw beeld en uwe stem onvergeteliik zijn," hernam ik vol jjver. Wordt vervólgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1887 | | pagina 2