m
J\o. ISO. Woensdag 1 December 1887. Jaarg.
Verpachten
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeenwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Buitenlandsch Nieuws.
FELILLETOA.
20 DE HOLLE BOOM.
A XELSC H E m C 0IIR A N
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS per 3 Maanden
1 maal per week 25 cent; franco per post 30 cent2
maal per wéék 50 centfranco per post 60 centvoor
B e l g i 60 ot. en 1,20. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AXEL, zullen op Dinsdag den 13
December aanstaande, des morgens 10 ure, ten
■raadhuize aldaar,
le. De grazing van bet paardekerk-
hof.
2e. De grazing gelegen aan de alge-
meene begraafplaats.
3e. De grazing in de Oude Stad.
4e. De gewezen kruitkelder.
De vooi waarden liggen ter inzage op de secre
tarie, alwaar inlichtingen zijn te bekomen.
Axel, den 5Se" December 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
QUARLES VAN UFFORD, Burgemeester,
J. V. D. SCHOÖNAKKER, Secretaris.
Dat de wetsvoorstellen tot verbooging
der graanrechten uit vreemde landen, bij
den Duitschen Handelsdag eenige beden
king ondervinden, blijkt wel uit bet rap
port van den beer Frentzel te Berlijn.
In zijne motieven daaromtrent, geeft
bij eenige ophelderingen, wanneer bij die
aanvangt met te wijzen op eene zekere
stabiliteit, die in de wetgeving in acht
moet worden genomen.
NOVELLE VAN
A. PALM.
Voor mij stond een slank, bevallig meisje in een
kleedje van lichtrood fluweel, met gouden boord
sels afgezet, een prachtig kostuum, schijnbaar na
gemaakt van een oud schilderstuk. Hare blanke
armen, ongedekt tot bijna aan de schouders, waren
versierd met kostbare godclen armbanden op ha
ren boezem bing een diamanten kruis. Het schil
derachtige van haar gewaad, en de glans der ju-
weelen verblindden mijdoch de aanblik van haar
gelaat deed mij allts vergeten. Zooals dit, heb ik
geen ander gelaat gezien, liefelijk, opgeruimd en
kalm, en toch met eene uitdrukking, alsof de ziel
een vuur was.
De oogen waren zwart als de nacht, hadden een
mijmerenden glans en waren omgeven met lange
donkere ooghaartjes. Het voornoofd was hoog, en
de lippen waren onberispelijk in vorm en kleur.
De kin was schoon gevormd en dicht, zwart glan-
oDat is eene
hoofdvoorwaarde voor geleidelijke ont
wikkeling. De regeering dient daarom
aan de verschillende kringen van bedrijf
een zekere rust te laten.
De handelstand moet den bloei van
den landbouw waardeeren en bare be
vordering wenschen. Niemand zal bet ook
loochenen dat de landbouwende volks
klasse een hechte steun is voor bet
staatsleven en de volkskracht. Ook han
del en nijverheid zijn van groot belang
voor staat en volkskracht, En daarom
mag de landbouw niet de grenzen over
schrijden, alwaar voor die takken be—
nadéeling begint. Wanneer de landbou
wers klagen dat de tegenwoordige in
voerrechten nog niet aan de verwach
ting hebben beantwoord, dan schrijft
de°N. R. Ct., vergeten zij, dat zij,
behalve van de invoerrechten, ook van
andere factoren medegenoten hebben
de rentevoet is verlaagdde benoodigd-
heden en producten, die de landbouw
noodig heeft, zijn goedkooper geworden;
het landbouwbedrijf is verbeterd run
der- en varkensteelt hebben groote
veranderingen en uitbreiding ondergaan;
terwijl de stijging der domeinpachten
van 100 tot 275 percent, zoowel als de
opbrengsten van den oogst, toch waar
lijk geen kenteekenen van achteruitgang
zig haar, waarin diamanten als vuursteenen schit
terden, versierden haar hoofd.
Ziedaar slechts zwakke woerden, die niet in staat
zijn hare liefelijke schoonheid te beschrijvenwant
ofschoon oogen en haar zoo donker waren, bezat
zij toch de fijne teedere gelaatskleur der blondi-
nen. Ik uitte een kreet van verrassing, meer over
hare lieflijkheid, dan over hare plotselinge ver
schijning.
,,Ik hoop, dat ik u niet verschrikt heb," zeide
zij met dezeltde zachte stem, „Mijn naam is Irm-
gard Werneckik heb er een paar minuten af
genomen, om u te begroeten, en te zien of gij al
les ontvangt, wat gij noodig hebt."
Ik heb altijd met geestdrift de schoonheid be
wonderd. Zij had het gelaat, de gestalte en ook
de trotsche houding eener koningin. Zou het mo
gelijk zijn, dat zij belang in mij stelde
Ik keek haar strak in het liefelijk gelaat, en
zeide toen: „Gij zijt zeer vriendelijk, freule Wer
neck, Doch ik ben slechts de gezelschapsjuffrouw
van mevrouw Brockmann."
Nooit klonk mij eene muziek zoo zoet als het
zachte lachen, dat op mijn gezegde volgde.
.,Gij hebt toch zeker een eigen naam," merkte
zij op.
„Ja, mijn naam is Bertha Halm."
kunnen heeten. Waar menige kleine
landbouwer gebukt gaat onder den drang
der tijdsomstandigheden, daar meent men
dat zulks niet het minst is waar te ne
men, onder eenig ander bedrijf. Hy
potheken, waardevermindering der lan
derijen en wat dies meer zij, worden op
gesomd, als zoovele dier ongunstige om
standigheden, waardoor de landbouw
bezwaard wordt, doch ook elke andere
tak van bestaan ondervindt zijne groote
concurrentie, zijne veelzijdige ondermij
ningen.
De vooruitzichten daarentegen, zijn m
Duitschland niet ongunstig te noemen.
Vooreerst wordt bet oog gevestigd op
de heidegronden. Indien het geld dat
besteed wordt aan de cultuur van woes
te gronden in Afrika, eens gebruikt werd
tot de ontginning vau heidegronden in
het vaderland. Denk aan de voordee—
len, die de voortgaande ontwikkeling der
industriën, steeds meer en meer zal op
leveren, en aan zooveel andere omstan
digheden, uit aanmerking waarvan het
minstens twijfelachtig is, ot eene verdere
verhooging van invoerrecht op voort
brengselen van landbouw eene ver
hooging die toch de energie der land
bouwers moet verlammen aanbeve
ling verdient.
De industrie heeft beloofd, bij de in-
„Gij zult spoedig bij ons beneden komen, juf
frouw," vervolgde zij. „Wees niet schroomvallig
en verlegen, maar vermaak u, zoo goed gij kunt.
Vergeet niet, dat het Kerstmis is, een feest, waar
in ieder hart zich verheugt. Veitrouw u slechts
aan mij toe, ik zal voor u in het bijzonder zorg
dragen."
Daarna ging zij heen. Ik wierp een laatsten
blik op het roze kleed en de diamanten, op het
bevallige gelaat en de trotsche lippen, en toen
vraagde ik mij zelve verwonderd af, of ik een
beeld mijner verbeelding of der werkelijkheid ge
zien had.
II.
Er is niets, dat meer vermoeit, dan de voort
durende herhaling van het woordje „ik". Elke
bijzonderheid der geschiedenis, die ik heb te ver
tellen, moet weliswaar door mij vermeld worden;
toch wil ik mij zelve zoo min mogelijk op den
voorgrond plaatsen. Niet van mij zelve wil ik
spreken, maar van de schoone Irmgard Werneck.
De groote ontvangstzaal stroomde in eene zee
van licht. Op eene tafel, midden in de zaal. stond
de verlichte kerstboom. Deze en de kostbare kast
planten in potten en vazen verspreidden eene wel
riekende geur. Eene kleine fontein bevochtigde