Jaarg.
IVo. 149. Zaterdag 5 December 1887
DE HOLLE EOOM.
*>e
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Buitenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
SÜHE
COURANT
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
A B O N N E M E N T S P R IJ S per B Maanden
1 maal per week 25 cent; franco per post 30 cent2
maal per week 50 centfranco per post 60 centvoor
België 60 ct. en 1,20. Afzonder!, numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren,
Zij, die zich met 1 Januari a.s. op dit
klad abonneer en, ontvangen, naar gelang
het abonnement, de vóór dien datum ver
schijnende nummers gratis.
De Uitgever.
De door ons in ons vorig nummer be
schreven wet tot verhooging van graan
rechten in Duitschland gaat thans ver
gezeld van een memorie van toelichting,
waarin wordt medegedeeld dat dit voor
stel zijne aanleiding vindt in den achter
uitgang van den algemeenen toestand
van den landbouw en in de daling der
prijzen van landbouw—producten, welke
daling niet vergezeld is gegaan van eene
evenredige vermindering der kosten van
voortbrenging.
Het is als zeer noodzakelijk geacht
dien algemeenen achteruitgang te stuiten,
ten eerste omdat de Duitsche bevolking-
zijn bestaan aan den landbouw ontleent
en dientengevolge deze tak van nijver
heid als een der grondzuilen voor de
maatschappij staat, en ten anderen om
dat de achteruitgang van den landbouw
alle andere instellingen en bedrijven aan
gevaren blootstelt. Juist daarom meet
NOVELLE VAN
A. :F>^3L.M.
i.
Zacht er liefelijk, nu eens toenemende met hel
deren zilverklank, dan weêr overgaande in een zacht
gefluister, klonk van verre het gelui der kerstklok
ken. De wind scheen het geluid eerst als in tri
omf naderbij te dragen en dan te laten vallen, als
of de fluisterende koelte iets wonderlijks had mede
te deelen. Over met dennen gekroonde heuvelen
en donkere dalen, over woeste velden en dichte
wouden, klonk, nu eens luider dan weder zach
ter, de muziek der klokken. Eene windvlaag, waar
door de bevrorene sneeuw dwarrelend opsteeg,
noodzaakte mij, terwijl ik in het rijtuig achtero
ver leunde, mijnen pels vaster om mij te slaan,
en zoo droomde ik mijnen kerstdroom.
Keistdroomen Mannen der wetenschap mogen
lachen ik echter, voor wie het Kerstfeest zoo dier
baar is, ik zeg, dat de kerstavond op geen ande
ren avond gelijkt. De lucht schijnt vol geheimen,
onverwijld worden overgegaan tot de
verhooging der graanrechten.
De rechten, die thans nog gelden,
hebben aan de verwachte uitkomsten niet
beantwoord, „omdat het overproducee-
rende buitenland door middel van minder
kostbare voortbrenging; en goedkooper
vervoer tegen prijzen leveren kan, die
verre beneden de productiekosten der
Duitsche voortbrengers staan."
De noodlijdende toestand van den land
bouw wordt door sommigen wel niet ont
kend en beweerd dat het dalen der prij
zen van de landbouwvoortbrengselen als
een op zich zelf staand verschijnsel is,
omdat ook onderscheidene, ia zelfs ver
reweg de meeste handelsartikelen, aan
dat euvel mank gaan, maar daarentegen
dat de prijs van den menschelijken ar
beid, den hoofdfactor van de voortbren
ging, over het geheel genomen, niet ge
daald, maar gestegen is.
Tn landen van oude beschaving nemen
mitsdien de landbouwvoortbrengselen een
afzonderlijke plaats in, omdat de voort
brenging van den arbeid bij den landbouw
in elk geval minder gestegen is, dan in
de fabrieksnijverheid, het mijnwezen enz.
Met het oog op de noodzakelijkheid
om speculatie op groote schaal onmoge
lijk te maken, wordt het tweede gedeelte
van het ontwerp, betreffende het onmid-
alsof engelen fluisteren. De hemel is donkerblauw,
en de sterren lachen ons toe als de oogen van
oude getrouwe vrienden. De stem van den wind
klinkt als een verheven gezang. De aarde ziet er
in haar wit gewaad zoo schoon en zoo rein uit,
dat men bijna zou kunnen vergeten, hoe vol zor
gen en verdriet zi) is. Schoon steekt de groene den
af bij de witte sneeuw en terwijl de lippen het
woord „Kerstavond" vormen, wordt het hart vol
en de oogen vullen zich met warme, gelukkige
tranen.
KerstdroomenWij zien de vrienden, die wij
beminnenzelfs de gestorvenen schijnen ons na
derbij te zijn. Oude liefde, oude herinneringen,
oude smarten en vurig verlangen alles trekt ons
als een storm voorbij, maakt ons hart week en o-
pent onze handen. Er is geen tijd, die op dezen
gelijkt verjaardagen, bruiloftsdagen zijn ook
schoon, maar de kersttijd heeft zijne eigene beko-
ring.
Daar maakte opeens eene aardsche stem een ein
de aan mijne droomerij.
„Mij dunkt, juffrouw Halm," zeide deze stem,
ons stilzwijgen verbrekende, „deze vervelende, on
aangename reis, eischt wel eenige afleiding." Zoo
sprak mevrouw Brockmann. Ik trachtte aan haar
verlangen te voldoen, doch het mislukte mij vol-
dellijk in werking treden der verhoogde
rechten, natuurlijk verdedigd.
Het bezoek van, en het onderhoud
tusschen den Czaar en prins Bismarck,
waarvan wij kortelings melding maak
ten, levert thans eenige nadere bijzon-
derbeden op.
De Koln. Zeitung heeft dezelve ont
huld en in den Pester Lloyd worden
deze meti nauwkeurigheid voortgezet.
Oostenrijk heeft voornamelijk belang
bij deze onderhandelingen, want prins
Bismarck moet op de verklaringen van
den Czaar, dat deze niets tegen Duitsh-
land zou ondernemen, hem gevraagd
hebben, hoe hij dan tegenover de boncb
genooten van Duitschland, in het bij
zonder tegenover Oostenrijk, dacht op
te treden. De kanselier verklaarde te
vens, dat wie met Duitschland in vrede
wilde leven, ook tegen diens bondge—
nooten niets in het schild mocht voeren.
Hij stelde den Czaar, de verplichtingen
van Duitschland om zijne bondgenoo—
ten, als deze aangevallen werden, bij
te staan, zoo duidelijk voor oogen, dat
keizer Alexander antwoordde, er nota
van te zullen nemen; een oorlog tegen
Oostenrijk, als hij daartoe niet geprovo
ceerd werd, lag overigens geenszins in
zijne bedoelingen.
komen. Het viel mij zwaar te moeten praten, ter
wijl mijn hart tusschen hemel en aarde scheen te
zweven en iedere zenuw onder den invloed mijner
phantasie beefde. Ook was de reis in geenen dee-
le onaangenaam of vervelend. Het uitzicht, dat
wij voortdurend hadden, kon niet schooner zijn.
Het had sedeit verscheidene dagen hard gesneeuwd,
en de koude noordenwind had de sneeuw opge
hoopt in allerlei vormen, die door de vorst ver
stijfd waren. Geene poëzie was in staat de met
sneeuw beladene hoornen 'het schitteren van den
rijp de duizenden diamanten, die over den aard-
boden verspreid schenen die in den maneschijn
fonkelende ijskegels de heldere, witte sneeuw, die
zich tusschen de naalden der dennen bevond en
den grond als een dichte sluier bedekte, voldoen
de te schilderen. Slechts het oog was in staat
deze pracht te omvatten, waarbij zelfs de schoon
heid van den zomer in de keerkringslanden moet
achterstaan En toen nu het klokgelui van de
naburige dorpskerk ons door den wind werd te
gemoet gedragen, scheen mij de betoovering van
dezen heiligen kerstavond baar toppunt bereikt te
hebben.
„Denkt gij soms nog een wonder aan den he
mel of op de aarde te zien vroeg de scherpe
stem van mevrouw Brockmann. „Als zulks niet