I"
Binnenlandscli Nieuws.
Gemengd Nieuws.
Het cijfer van het te kort is nog niet
met juistheid op te geven doch men
verzekert dat het aanzierlijk is. Ook
omtrent den aard der beschuldigingen,
die tegen den directeur gericht worden,
verkeert men in het onzekere.
Er heerschen echter groote ontstel
tenis en verontwaardiging onder de in
gezetenen.
Aan al de postdiiecteuren is eene circulaire ge
zonden houdende verzoek om het in te zenden a-
dres aan Z. M- den Koning in zake het pensioen
voor weduwen en weezen van burgerlijke ambte
naren, waartoe besloten werd in eer.e vergadering
van rijkstelegraaf-ambtenaren, den 19 Oct jl. te
Amsterdam gehouden, te willen steunen door een
op zegel gesteld adres van adhaesie, door hen en
alle ambtenaren in hunnen kring onderteekend.
De opzending van die adressen woidt verzocht
niet vóór, doch althans uiterlijk 15 Nov. a. s.
Uit Rozendaal wordt aan de N. R- Ct. ge
meld
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag omstreeks
3 uren heeft nabij het station alhier eene botsing
van spoortreinen plaats gehad. De veetrein van
Leeuwarden is in volle vaart zijdelings in eenen
manoeuvreerenden trein geloopen.
De verwoesting was verschrikkelijk. Over eene
lengte van ruim honderd meter zag men niets dan
stukken en brokken van wagensverscheidene stuks
vee zijn gedood of lagen zwaar verminkt langs den
weg. Ook de machine is erg gehavend. Voor
zoover bekend is, zijn er geen persoonlijke onge
lukken te betreuren.
Een vreemd geval
Te Breda was, volgens het „Centrum," voor de
leverantie van 500 hectoliter aardappelen, ten be
hoeve der Kon. Militaire Academie, ingeschreven
o a. door vier personen, respectievelijk voor ƒ2.40,
ƒ2.49, ƒ2.56 en ƒ2.75 per heet.
Deze vier personen zonden een monster gekook
te aardappelen, afkomstig van hetzelfde land en
denzelfden landbouwer. Toch werden de monsters
der drie minste inschrijvers afgekeurd en dat van
jen hoogsten goedgekeurd.
Jl. Vrijdag middag is beneden de haven te
Hansweert de Belgische kotter Josephine, schip
per De Meij, geladen met suikerpeen en bestemd
naar Selzaete, gezonken. De opvarenden hebben
zich met de boot gered. M. Ct.
De Minister van Staat, Minister van Bin-
nenlandsche Zaken,
Heeft goedgevonden
de voorschriften waarbij het model voor muil
korven vastgesteld is, waarvan honden moeten
voorzien zijr, in de gevallen vermeld in de wet
van 5 Juni 1875 (no. 110), aan te vullen en te
bepalen dat deze voortaan zijn te lezen als vólgt:
,.Een enkelvoudiger) stalen of koperen band
omgeeft den hals van een hond. De uiteinden
van den band worden met behulp van een vast
zittend of hangend slot zóó bevestigd, dat afne
men van den korf ronder sleutel of zonder door
snijding van den band onmogelijk is.
„Aan weerszijden van het verticale middelvlak
en evenwijdig daaraan zijn aan het nekgedeelte
van den band twee sterke metalen draden vast
geklonken, die over het aangezicht van den hond
loopen, den neus tusschen zich opnemen, naar
beneden buigen en aan de keelzijde van den band
opnieuw zijn vastgeklonken. De aldus afgesloten
ruimte moet toelaten, dat het dier de onderkaak,
binnen den korf kan openen.
„In dwarse richting zijn naar gelang van de
groote van den korf, meerdere metaaldraden aan
gebracht, wier uiteinden eveneens aan den band
zijn vastgeklonken.
„Het aantal in dwarse richting loopende dra
den en de dikte van alle draden, moeten even
redig zijn aan de lengte van den muilkorf, ge
meten van den voorrand van het nekgedeelte
van den halsband, in rechte lijn tot aan de
meest naar voren gelegen gedeelte der draden.
Dat aantal en die dikte moeten minstens be
dragen
BIJ EENE KORF- AANTAL IN DWARSE RICH
LENGTE VAN
Mind, dan 15 cM
15 tot 18
18 21
21 24
24 27
27 en meer
TING LOOPENDE DRADEN.
DRAAD
DIKTE.
2 mM.
id.
2,5
id.
(Het bestaande Standaard-model vertegen
woordigt de grens van h6t kleinste type dezer
schaal.)
Bovendien moeten de in dwarse richting loo
pende draden op zoodanigen onderlingen afstand
geplaatst zijn, dat zij beletten dat tanden naar
buiten uitsteken.
Dc metaaldraden der korven moeten verbon
den worden door uitvijlen der draden en opvol
gend soldeeren, zoodanig dat er volstrekt geen
scherpe of uitstekende punten aanwezig zijn.
Zij moeten vervaardigd zijn van ijzerdraad.
Het is geoorloofd de metaaldraden te bedek
ken met een .laagje zink, tin, nikkel, zilver, goud
of ander voor bedekking geschikt metaal en den
band om den hals en den metaaldraad boven den
kop, maar met de gedeelten vóór, om of onder
den neus en den bek met eene zachte stof -te
bekleed en.
's Gravenhage, 20 September 1887.
(was get). HEEMSKERK.
AXEL, 1 November 1887.
Jl. Zondagmorgen heeft een zware storm ge
woed, welke hier minder, elders meer treurige
sporen zal achterlaten. Onderscheidene dakpan
nen werden van de huizen gerukt, welke echter
spoedig door andere werden vervangen. Boomen
moesten voor den gevreesden koning hun hoofd
buigen, velen kraakten af, anderen werden ontwor
teld, terwijl sommigen hunne takken moesten mis
sen. Zoo is er o.a. op de alg. begraafplaats een
populier geheel afgewaaid, op de hofstede van P.
de Putter, twee zware olmen boomen tot op mans
lengte van den grond af, afgekraakt, terwijl ver
der het plantsoen in de pastorie van den Z.Eerw.
heer Pastoor belangrijke schade heeft geledenhet
is voorwaar jammer dat die tuin zoo zeer gehavend
is. Op het Zoutq Spui is een tak van een kanada-
boom op het dak van een woonhuisje gevallen,
welke eene aanzienlijke opening veroorzaakte.
Ook sommige schoorsteenen werden van enkele
steenen ontdaan, heiningen en hekken waaiden om
of moesten ondersteund worden. Daar dit de voor
naamste ongelukken zijn, die tot nog toe in onze
gemeente aangericht en bekend zijn, dan meenen
wij dat wij geen reden tot klagen hebben.
Te Overslag werden verscheidene graanhoopen
omvergeworpen, de haan van den toren gerukt,
vele dakpannen gierden aan stukken, terwijl ook
enkele boomen om verwaaid en.
Te Koewacht is een arbeidershuisje geheel om
gewaaid. Aan graanhoopen en daken van schuren
is de schade aanmerkelijk. De kap van den ouden
molen is op enkele plaatsen gescheurd.
Te Terneuzen lag Zondagmorgen het met steenen
geladen tjalkschip „De twee Gebroeders", nabij de
„plaat van Terneuzen", voor anker. De prov. stoom
boot „Zelandia" voer onmiddellijk derwaarts om
redding aan te bieden. Het duurde echter geruimen
tijd eer men hulp kon bieden door den afstand van
het schip, waar het- genaakbaar was. Ondanks de
vele pogingen kon de „Zelandia" niet bij het schip
komen Het schip is voor den Margaretbapolder ge
zonken, terwijl de prov. stoomboot de drenkelingen
mede naar de haven van Terneuzen kon voeren.
Waren de loodsen met hunne flinke sloepen, met de
„Zelandia" medegevaren, dan zou mogelijk de boot
op sleeptouw gebracht en de lading gered kunnen
geworden zijn.
Wat een Mormoon te lijden had van zijne 38
vrouwen. Uit het dagboek van het onlangs over
leden hoofd der Mormonen, die acht en dertig vrou
wen had, en een zeer vroom man was, zijn aan
het ,-Neue Blatt" uit Amerika eenige uittreksels
gezonden, loopende over de laatste jarer.. Hij
schrijft o.a.„De hand des Heeren rust zwaar op
ons. Onze vrouwen worden weerspannig. Het
monster, de mode, welks zwaard de heiligste ver
bintenissen verbreekt, is uit het Babel van het
Westen tot ons doorgedrongen, en brengt de hoof
den onzer vrouwen op hol, berooft hare harten
van de christelijke nederigheid en doet haar ver
geten, dat de man het hoofd der vrouwen moet
zijn. Wat zal het einde worden,
Martha, mijn 38e vrouw, begeerde gisteren eeu
tournure van mij. Ik beloofde ze haar, omdat ze
anders flauwten zou krijgen. Nu zullen zich na
tuurlijk de audere zeven en dertig ook aanmelden.
Waar zal de ruimte in mijn huis vandaan komen,
als daar 38 vrouwen in wijduitgestrekte tournure
/rondloopen Ik zal er tusschen verdwenen, als
eene muis onder de olifanten.
Gisteren was het er erg mee geschapen. Ik had
Hanna mijn 29e een rose hoed gekocht, die ze mij
in een zwak oogenblik had afgetroggeld. Ik verzocht
baar dat voor de anderen te verbergen. Maar nu
tooide zij zich er juist mee en daar zag ik mij,
binnen een uur, omrir.gd van 37 vrouwen die ie-
der een rose hoed eischten.
Ik vatte moed en weigerde. O wee, wat had
ik begonnen! Aanstonds vielen er eenige in onmacht,
anderen kregen lach, weer anderpD schreikrampen;
in het kort. en openhaalden zich zulke gevaarlijke
ziekteverschijnselen, dat ik dadelijk een algemeene
noedenaankoop moest beloven, ik te langen leste
niet als de eenige levende tusschen al de lijken
wilde staan .of omgekeerd.
Suzannev mijn 12e had gisteren de vrouwen van
den ouderling Smith, 30 in getal, genoodigd; An
na, mijn 15e, 25 vrouwen van broeder Mashano.
Natuurlijk was er geen plaats in huis en er kwam
een twist, die met kloppen eindigde. Wie gelijk
gekregen heeft, weet ik Diet, want ik vluchtte, in
het begin van den oorlog Sofia, mijn 37e vrouw,
deed mij vandaag het voorstel een bal te geven.
Dat ontbrak er nog maar aan. Waar moet ik
de danseres voor de vrouwen en meisjes van daan
halen En dan nog zou ik moeten dansen, ik die
van wanhoop soms al springen moet. Anderen zou
den ook een bal geven en ik zou al mijne 38 be
tere helften daarheen moeten geleiden En die nieu
we balgewaden en kapsels Ik ril bij de gedachte
aan al dat vreeselijkeIk ben een gelukkig
man; 38 harten noem ik de mijne en ik kan
geen kous gestopt krijgen. Mijne huishouding is
een akelige warboel. Soms kan ik geen eten krij
gen, want ieder der 38 beweert, dat zij niet over
den pot gaat.
—o
Een vermakelijke hoedenstrijd is de vorige
week met een verschijning voor den Berlijnschen
politierechter geëindigd. Een kapper wordt op
straat aangehouden door een koopman, met de
woorden„Daar is de dief van mijn hoed". De
kapper ontkentde ander houdt vol er kómt
een omloop om de kijvend'en, die handgemeen
worden, maar weldra door een politie-agent wor
den gescheiden en voor den commissaris ge
bracht. Daar verklaart de kapper, dat hij in
derdaad eens anders hoed op had, maar alleen
omdat zijn eigen hoed een splinternieuwe
hem ontstolen was in het koffiehuis van A. „Neen"
zegt de koopman, „gij hebt mijn hoed meegeno
men uit het koffiehuis van B." „Daar ben ik
niet geweest," verzekert de kapper.
De commissaris zendt naar den koffiehouder A.
Deze verhaalt, dat werkelijk de kapper den vori-
gen avond te zijnent was geweest en bij het heen
gaan zijn nieuwen hoed gemist had. Alle aan
wezigen zetten toen op zijn verzoek hun hoeden
op en er bleef één over, een vrij redelijk uitzien-
den, dien de kapper uit nood had meegenomen.
Dat was de hoed van den koopman, die hem zelf
in 't koffiehuis van B. vermist had en zich met
een geheel versleten deksel had moeten tevreden
stellen. Blijkbaar had de eigenaar van dit laatste
eerst bij B. den beteren hoed van den koopman
meegenomen en, daarna bij A. gekomen, den nieu
wen van den kapper nog meer naar zijn smaak
gevonden.
De beide gefopten dronken hun twist af, maar
hun vechtpartij op straat kostte hun elk 2 mark
boete