Bi 11 nen 1 aiidscli Nieuws.
Gem en gd Nieuws.
volle overtuigd wezen, dat zij kunnen
rekenen op al mijne welwillendheid"
De laatste woorden van Z. M. waren
nauwelijks uitgesproken of de gansche
zaal barstte in luide toejuichingen uit,
welke nog steeds vermeerderden, toen H.
TL M. M. de zaal van den Schouwburg
binnentraden, de kreten „Leve de Vlaam-
sche Koningde tonen van de Brabon-
9onne, van het orkest overstemden.
Den ganschen avond werden tijdens
de voorstelling gelijke toejuichingen her
haald, terwijl bij het verlaten van den
schouwburg, aan die kreten geen einde
scheen te komen.
De vreugde en opgewekte gemoeds
stemming van de Vlaamsche bevolking
is onmogelijk te beschrijven, toen zij het
verrassend bericht vernam dat haren Ko
ning hare taal spreekt en wel zoo gemak
kelijk en zuiver als men ooit heeft kunnen
denken.
Jl. Vrijdag vierde de oudste predikant der Ned-
Herv. Gemeente te 's Gravenhage, tevens de nes
tor der leeraren in Nederland, ds. J- Moll Jbzn.,
de gedachtenis van zijn 65-jarige Evangeliebedie
ning.
De behandeling der grondwetsherziening in
tweede lezing is door de Tweede Kamer ten ein
de gebracht.
Alle ontwerpen zijn aangenomen.
De Eerste Kamer is ter behandeling der
grondwetsherziening bijeengeroepen tegen Maandag
31 Oct. a.s. des avonds ten 8 ure.
Door den Minister van koloniën is aan de
commissarissen des Konings in de onderscheidene
provinciën een circulaire gericht, inhoudende dat
het hem wenschelrjk is voorgekomen, in het belang
der koloniale werving, eenige officieren en gepen
sioneerde officieren van het leger in Ned-Indië uit
te zenden, met opdracht zooveel mogelijk in over
leg te treden met de burgemeesters ten plattelande,
en voorlichting, en waar noodig, ook eenige gel
delijke hulp te verJeenen aan personen, die zich
naar Harderwijk wenschen te begeven, ten einde
aldaar dienst te nemen. Aan die officieren wordt
tevens opgedragen, hunne komst in eenige gemeen
ten steeds te voren aan te kondigen aan het hoofd
dier gemeente, met uitnoodiging tijdig te publi-
ceeren, dat en waar hij daar ter plaatse zal zijn
te ontmoeten. Den commissarissen des Konings
wordt verder verzocht, de burgemeesters officieel
in kennis te stellen van de aan die officieren
gedane opdracht, met uitnoodiging dezen zooveel
mogelijk behulpzaam te zijn ter bereiking van het
beoogde doelverbetering van resultaten der ko
loniale werving.
Ia de „Statistiek van het koninkrijk der
Nederlanden", betreffende de opbrengst der belas
tingen vindt men ook uitvoerige opgaven omtrent
den accijns op het gedistilleerd. Voor zoover men
uit de opbrengst van den accijns het verbruik kan
bepalen is het gebruik van sterken drank in de
laatste zes jaren verminderd. De accijns bedroeg
in 1886 5.40 per hoofd, vertegenwoodigende 8.99
liter; in 1885 ƒ5,50 9,16 liter in 1884/5,49
9,46 1.in 1883 ƒ5,39 9,46 1.; in 1882
ƒ5,37 9,43 1.in 1881 ƒ5,59 9,81 liter.
In 1885 was dat gebruik in Noord-Brabant 6,96
liter per hoofd, in Gelderland 8,70, in Zuid-Hol
land 10,69, in Noord-Holland 11,90, in Zeeland
5,67, in Utrecht 10,91, in Friesland 7,73, in Over-
ijsel 92,9 in Groningen 10,62, in Drente 7,35,
in Limburg 3,04.
In Amsterdam 15,24, in Rotterdam 15,51, in
Den Haag 15,55, in Arnhem 17,16 liter per
hoofd.
Onder de groote gemeenten spant Arnhem de
kroon, op Leeuwarden na, waar het verbruik 18,03,
bedraagt. Het grootste verbruik vindt men in
Stad-Almeloo 20,79 p. 1., dan volgt Zalt-Bommel
met 20,08, Veur met 20,04, Deventer met 18,76,
Sneek met 17,57, en Loenen met 17,34.
Het geringste verbruik is te Swalmen in Lim
burg. Daar gebruikt men slechts 0,62 liter per
noofd. (N. R. Ct)
AXEL, 18 October 1887.
Bij de Chr. Ger. Gemeente te Zaamslag is tot
predikant beroepen de WelEerw. Heer H. j. Kou-
wenboven predikant te Schoonebeek prov. Drenthe
Hulst, 17 Oct.
Tot dijkgraaf van den Groot- en Nieuw Kiel-
drechtpolder is in de heden gehouden vergadering
van ingelanden benoemd, de heer D. Ph. F. Ver-
cauteren.
Met ingang van 1 Nov. a. s., wordt de heer
E. Hagoort, bureel-amtenaar van 's Rijks water
staat te Terneuzen eervol uit die betrekking ont
slagen, terwijl de heer J. C. Heijblom aldaar te
zijner vervanging is benoemd.
Z. M. heeft benoemd tot Burgemeester der
gemeente Ciinge, de heer D. Ph. F. VercauWen.
Houteuisse. Het water speelt den mensch dik
wijls erge poetsen. Nu eens laat het tevergeefs
op zich wachten, zoodat mensch en dier met smee-
kende blikken den wolkenloozen hemel beschouwt
met de hoop dat er welhaast eenige druppels zul
len nederdalen de zomer van 1887 zal ten
dien opzichte lang in het geheugen bljjven - dan
weder komt het met onweerstaanbaar geweld in
onze rivieren opzetten om schrik en angst onder
de kustbewoners te verspreiden. Hoewel men nu
van dijkdoorbraak en overstrooming in onze ge
meente sedert langen tijd niet meer gehoord heeft
hebben de bewoners toch dikwijls schade van het
snel opkomende water en voornamelijk zijn dit
de boeren in den tijd, dat de beetwortels wor
den vervoerd, zooals thans het geval is.
Het is duidelijk, dat deze landbouwproducten,
wanneer ze door verschillende landbouwers te
gelijk op de kade worden aangebracht niet alle
op denzelfden tijd kunnen worden ingescheept;
ze worden daarom door de eigenaars op groote
hoopen gezet vlak bij de schepen. Heeft men
nu springtij en jagen bovendien de "Westewin
den de wateren van de Noordzee nog hoog in
onze riviermonden op, dan gebeurt het niet zel
den, dat de rivier de grenzen van haar gewoon
bed overtreedt en hare golven tot nabij de kruin
van den dijk opstuwt. In dat geval gaan natuur
lijk de meeste, zoo niet alle opgestapelde beet
wortels Verloren en het is dan ook geen onge
woon verschijnsel, dat men na het vallen van
het water, bij ebbe, in de kade en op de nabij
liggende schorren heinde en ver beetwortels ziet
verspreid. Hoewel men er soms in slaagt ze nog
aan den oever te brengen, spreekt het van zelf, dat
de wortels toch hun grootste waarde verloren heb
ben. Met het oog op het deze week te wachten
springtij en den dagelijks heerschenden Z. W.
wind zien dan ook vele landbouwers, die genood
zaakt zijn beetwortels te vervoeren, de eerstvol
gende dagen met bezorgdheid te gemoet.
Bij het hevig onweder van Zaterdag werd de
hooge schoorsteen van de weverij van de Leid-
sche Katoenmaatschappij, directeuren de heeren
Driessen te Leiden, door den bliksem getroffen.
Toen het ongeval plaats had ongeveer half
tien werd er op de fabriek niet gewerkt en
er was gelukkig niemand in de onmiddellijke na
bijheid van het gevaarte. De bliksem baande
zich een weg langs den schoorsteen naar bene
den, na van de kroon tot op eenige meters in
die richting de helft aan de stadzijde te hebben
afgenomen. Langs zijn verdei en weg naar be
neden ontnam hij aan het metselwerk eene bree-
de strook, hier en daar één a twee decimeter
dik. Het valt nog moeilijk te zeggen waar de
bliksem zich een uitweg heeft gebaandmen ver
moedt, door een voorraad steenkolen, die onder
aan den schoorsteen was opgeslagen, in den grond.
De steenmassa die naar beneden is gekomen is
tot gruis geslagen en zoodanig in alle richtingen
verspreid, dat omliggende fabrieksgebouwen, tui
nen, straten en grachten als het ware door een
regen van puin werden overdekt.
Behalve in woningen in de omgeving, waar tot
op 50 a 60 meter afstand ruiten door de uiteen
spattende steenen zijn verbrijzeld, is in de fabriek
zelf een ontelbaar aantal ruiten van het glazen
dak ingeslagen, en is zelfs van een gedeelte van
de gebouwen de geheele glazen bedekking met
houten omraming vernield en in de lokalen ge
worpen, waar machinedeelen werden verbrijzeld
en een groot aantal weefstoelen en kantoenspoe-
len den geheelen nacht aan de aanhoudende re
gens waien blootgesteld. Het inwendige van
spinnerij en weverij levert een bedroevenden
aanblik opde waterschade is belangrijk en hee
wat handen zullen noodig zijn om aan alles het
gewoon aanzien terug te geven.
Het terrein buiten de fabriek en de bevloerin
gen de zalen zelf zijn met steenbrokken bezaaid.
Wie de vernieling niet gezien heeft kan zich
van den omvang geen begrip vormen; bij wie
het wél hebben gezien moet wel terstond de
gedachte zijn opgekomen aan de onberekenbare
gevolgen van het ongeluk wanneer er op dat
oogenblik in de labriek gewerkt was geworden.
Ook door den schok zijn enkele houten deelen,
zoo b. v. eene trapleuning, losgeslagen. Men hoopt
alles zóó te schikken dat de werkzaamheden wei
nig vertraging zullen ondervinden. Voör wie tot
het fabrieksterrein geen toegang hebben is de ver
nieling aan den schoorsteen het best van de
stadzijde te zien. Yah de singelzijde ziet men
slechts de verwoesting aan de kroon ervan.
[L. C.]
o—
De heer W. M. te Amsterdam, dezer dagen
gehuwd, was de vorige week genoodzaakt voor
zaken op reis te gaan en voor het eerst zijn lief
vrouwtje alleen te laten.
Na een heel teeder afscheid reed hij 's avonds
naar het station, stapte in een waggon, stak een
sigaar op en dacht, terwijl de trein voortsnelde*
er vol weemoed over na hoe zijn wijfje nu wel
vroeger, dan gewoonlijk naar bed zou zijn ge
gaan en thans rustig sliep.
Maria, zoo heette de jonge vrouw, was wer
kelijk in diepe rust en droomde over haar goe
den echtvriend, toen zij eensklaps door luid schel
len werd gewekt. Zij dacht aanvankelijk, dat zij
had gedroomd, maar er werd opnieuw gescheld,
daarom stak zij licht op en sprong het bed uit.
Wie zou er op dit uur wezen?
Had misschien een spoorwegongeluk plaatsge
vonden
Bracht men wellicht haar man met verbrij
zelde ledematen thuis?
Maria opende het raam. Met trillende stem
riep zij wie is daar
„Een telegram voor mevrouw M." luidde
het antwoord.
„Een telegramGenadige hemel, wat zou dat
te beteekenen hebben
De jonge vrouw ging de dienstbode roepen.
Midderwijl werd de telegraafbode ongeduldig en
schelde weder zoo hard hij kon. Honden uit de
buurt begonnen luide te blaffen en een paar bu
ren, die in hun nachtrust waren gestoord, ga
ven luide hun ongenoegen te kennen.
Ten slotte holde de dienstbode, heel povertjes
gekleed, de trappen af. deed de huisdeur open
en nam het telegram in ontvangst.
Mevrouw M. wachtte in doodsangst in haar
slaapkamer haar terugkomst af.
Eindelijk kwam Johanna, de dienstbode, bin
nen de jonge vrouw was niet in staat het
noodlottig document te openen en kreeg een
flauwteJohanna gilde, en een damedie een
verdieping hooger woonde, kwam kijken wat er
aan de hand was.
De jeugdige echtgenoot kwam weder bij, open
de het telegram en las„Slaap zacht, lie
ve poes: Je Willem,"
De heer M. was aan een tusschenstation, waar
hij een paar minnten tijd had, uitgestapt, om zijn
vrouwtje vóór het naderen van den nacht een
aangename verrassing te bereiden.
Dat die verrassing zoo alleronpleizierigst uitviel,
kon de goede echtgenoot niet vermoeden.