Jaarg*.
Zaterdag 15 October 1887
voor Zeeuwsch-Vlaauderen.
Nieuws- en Advertentieblad
F. DIELEMAN,
Beleefd verzoek.
Buitenlandse!» Nieuws.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS perB Maanden
1 maal per week 25 cent; franco per post 30 cent; 2
maal per week 50 centfranco per post 60 centvoor
België 60 ct. en 1,20. Afzondert, numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentien van 1 tot 4 regels 25 cent;
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE nren,
De uitgever dezer courant verzoekt beleefd,
bij de toezending van Advertentien, tevens op
te geven hoeveel maal en in welk nummer de
gezonden Advertentie moet geplaatst worden,
zulks ter voorkoming van misvattingen.
Indien bij toezending van Advertentien voor
dit blad, niet vermeld is, hoeveel maal zij moeten
geplaatst worden, dan zullen zij drie achtereenvol
gende keeren opgenomen en tweemaal in reke
ning gebracht worden.
AIÜJU,
DINSDAG 25 OCTOBER 1887.
Nog steeds is liet bezoek van den Ita—
liaanschen minister Crispi liet hoofdthe
ma van den dag. Frankrijk of liever
Fransche bladen beginnen thans een en
kel woordje mee te spreken, over het
feit dat dezer dagen vele staatsmannen
heeft bezig gehouden. Het bezoek wordt
van hunne zijde béscliouwd als een on—
handigen zet en dat het oogenblik dooi
de Italianen slecht gekozen is, om het
wantrouwen der Franschen gaande te
maken.
Tusschen Frankrijk en Italië zijn'juist
onderhandelingen aangeknoopt tot het
oprichten van een nieuw handelstractaat.
De uitvoer van Italië naar Frankrijk
is zeker driemaal grooter dan de uitvoer
van Frankrijk naar Italië, zoodat dit
laatste rijk zeer veel belang zoude heb
ben bij het tot stand komen van een
handelsverdrag. Frankrijk zal echter wel
slimmer wezen om het belang van I—
talie in de hand te werken, nu dit laat
ste in het geheim met Duitschland en
Oostenrijk plannen beraamd om Frank
rijk een gevoeligen slag toe te brengen.
Men onderstelt, dat het kwalijk aan
te nemen is, dat Crispi naar Friedrichs-
ruh is gereisd om zijn persoonlijk over
wicht in het parlement te doen stijgen,
maar wel dat er aldaar onderhandeld is
over de mogelijkheid van een oorlog en
van eene nieuwe verdeeling van de kaart
van Eurcpa, ingeval die oorlog gunstig
afloopt voor de drie bondgenooten.
Op de Parijsche beurs heeft men de
zaak ook aldus ingezien, zonder echter
voor het behoud des vredes te vreezen.
De Italiaansche regeering houdt het
oog op twee punten gevestigd, nl. op
een zuidelijk gedeelte van Tyrol en op
het westelijk deel van Turkije. Het eer
ste geldt meer de stad Trente, wier be
volking een zeer goede natuurlijke be
schutting zoude wezen voor Italie's Noor
dergrens cn de vlakten van Lombardije;
het tweede is voornamelijk Albanië, 't
welk sedert een tiental jaren met na
ijverige oogen wordt gadegeslagen.
Komen Oostenrijk en Italië het eens
over den gedragslijn in de Balkan-lan
den, dan Is Italië cles te meer gewaar
borgd voor den invloed van Rusland.
De voornaamste kracht van Italië in
liet tegenwoordige is de marine en wan
neer Oostenrijk daarop kan rekenen in
een oorlog met Rusland dan gaan Tren
te en Albanië in het bezit van Italië o-
ver en dan is het doel bereikt
De vergadering der commissie voor de
Rijnscheepvaart is te Coblentz ge
houden. Onder meedere mededeelingen
kwam ook voor dat het bedrag van
1,125,000 mark, toegestaan tot het doen
plaats hebben van verbeteringen in het
vaarwater en andere werken, dit jaar on
toereikend is geweest en dat daardoor
nog eene som van 400,000 mark ver—
eischt zal worden. Hierop werd de ha—
venquaestie in bespeking gebracht. De
vertegenwoordiger van Keulen vroeg na
melijk of de berichten omtrent den aanleg
eener winterliaven in de nabijheid van
Mulheim, of voor een handelshaven al
daar, op waarheid zijn gegrond. Hij kreeg
tot antwoord dat hieromtrent nog niets
was beslist. Voorbereidende werkzaam
heden hebben plaats gehad, ten einde
hierdoor den Minister aan te toonen dat
er een dringende behoefte aan een ha
ven is, om hem daarop de beoordeeling
van verschillende plannen mogelijk te
maken. Voorts werd met lof getuigd,
van de goede uitvoering van de Emme—
riksche haven, terwijl den wensch werd
uitgesproken dat de nog te volbrengen
werkzaamheden spoedig voltooid zullen
kunnen worden. De haven te Deutz gaf,
met betrekking tot den uitvoerhandel,
reden tot klagen. De vertegenwoordiger
van Duisburg vroeg of de Nederlandsche
regeeiing reeds iets had te kennen ge
geven aangaande de noodige uitdiepin
gen van den Rijn, op Nederlandseh
grondgebied, waarop deze tot antwoord
ontving dat nog niets was ontvangen.
Daarop besloot de vergadering het mi
nisterie te Berlijn nogmaals uit te noo—
digen, de Nederlandsche regeering drin
gend te verzoeken het noodige te doen,
opdat de uitdiepingen van het vaarwa
ter, die op Pruisisch gebied zijn begon
nen en naar men hoopt in 1889 zullen wor
den voltooid, ten spoedigbte op Neder
landseh grondgebied worden voortge
zet. Eindelijk gaf de vergadering nog
als haar gevoelen te kennen, dat zij de
aanstelling van havenmeesters, op alle
aan den Rijn gelegen plaatsen, met druk
scheepvaartverkeer, niet als noodzakelijk
heid beschouwde, doch achtte het wel
goed, dat op die plaatsen hulppersoneel
zou worden aangesteld, hetwelk desnoods
kon worden toegevoegd aan de opzichters
over de kribbewerkers.
Het is algemeen bekend dat men in
Frankrijk, in het hedendaagsche, spion
nen wil zien. Komt men in Frankrijk,
en heeft men het vermoeden een vreem
deling te zijn, spreekt men de Fransche
taal met een vreemden tongval, of wordt
men vooral vermoedt een Duitscher te zijn,
dan wordt men aangehouden of men trekt
bovenmate de aandacht der pohtie. Slechts
korten tijd geleden is zulks weer voorge
komen. Een vreemdeling Trukmuller ge
naamd, en komende uit Beieren, is te
Montpellier aangehouden. Hij was naar
Frankrijk gekomen om een bedevaart naar
Lourdes te doen. Bij het onderzoek heeft
men echter niets verdachts bij hem ge
vonden. (Niettegenstaande heeft hij een
nacht in de gevangenis doorgebracht, om.
dat de officier van justitie niet tijdig ge
noeg was gewaarschuwd, om hem nog 's
avonds van den dag der gevangenneming
te ondervragen. Tengevolge van dit feit
en meer voorgekomen gevallen heeft de
minister van binnenlandsche zaken het
noodig geacht een circulaire aan de onder
zijn bestuur geplaatste ambtenaren te doen
toekomen, om hun meer behoedzaamheid
bij de toepassing der wet op de spion—
nage aan te bevelen en hun onder het oog
te brengen, dat zij zich te wachten heb
ben voor hun al te grooten dienstijver.
Alleen dan, wanneer ernstige ver moe-