128. Zaterdag 10 September 1887. Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen
F. DIELEMAA
Buitenlandsch Nieuws.
I
Dit Blad verschijnt eiken Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 maanden 25 cent; franco per post 30 cent door
geheel Nederland; voor België 60 cent; het
laatste echter bij vooruitbetaling. Afzonderl. numm. 5 et.
DRUKKER - UITGEVER
AXEL.
Adyertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent;
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk,
tot Vrijdagnamiddag' TWEE uren, bij den Uitgever.
In Duitschland en Italië is een mid
del aangenomen om honden te gebrui
ken in liet leger.
Ook de Fransche minister van oorlog
heeft besloten proeven te nemen; het ne
gende legerkorps bij de aanstaande ma
noeuvres is daartoe, om te beginnen aan
gewezen, terwijl alsdan op de volgende
wijze wordt te werk gegaan.
Vier honden zullen bij elk regiment
afgericht en voor den voorpostendienst
gebruikt worden, elke hond om den
anderen nacht. Het voorschrift luidt dat
zij goed moeten gevoed en inet zacht
heid behandeld worden. Zij zullen zelfs
telkens, als zij de van hen gehoopte
diensten verricht hebben gestreeld wor
den. Een soldaat zal worden belast met
het geleide van eiken hond. Bij het val
len van den avond zullen de honden bij
de schildwachten worden geplaatst, ter
wij 1 patrouilles, den vijand voorstellende
zullen trachten door te komen. Andere
honden zullen als éclaireurs voorafgaan
ee het terrein doorzoeken. Men zal
verscheidene hunner trachten zoodanig
af te richten, dat zij den vijand aan den
uniform herkennen. Het blaffen zal wor
den tegengegaan; de hond moet den vij
and, of welk ander onraad hij ontdekke
enkel aankondigen door gegrom.
Al naar de verkregen uitkomsten zul
len de instructien ten aanzien van den
dienst der honden aangevuld worden dooi
den Minister van oorlog.
De heer Charles Janssens burgemees
ter van Oostende, is jl. Zondagmiddag,
gelijk reeds eenige dagen gevreesd wTas,
overleden. Gedurende een paar jaren
heeft de overledene het arrondissement
Oostende, ook in de Kamer vertegen—
woordigd.
Zoodra men in Bulgarije het bericht
heeft vernomen, dat Rusland Ernrot wil
de zenden heeft men aldaar onmiddellijk
de handen ineengeslagen, om een kloek
ministerie te vormen. De zaak van Vorst
Ferdinand en het Bulgaarsche volk :s
daardoor veel verbeterd en de aanvan
kelijke aaneensluiting der partijen is eene
aanmerkelijke schrede vooruitgegaan
zulks ook bevestigt de Weener Corres
pondent der N. R. Ct. wanneer hij
schrijft „hoe meer de Bulgaren den
indruk geven, dat zij als een vrij volk
willen leven en daarvoor alles veil heb
ben, des te geringer zal de kans worden
dat tegen hen geweld gebruikt w-orden
zal. Eendracht is het eenige wat de
Bulgaren redden kan, en voor het oo—
genblik schijnt men dit althans te Sofia
begrepen te hebben."
De Fransche regeering heelt den Bur
gemeester van Saint Ouen bij Parijs uit
zijn ambt ontzet, omdat bij een prijs—
uitdeeling aldaar, onder zijn voorzitter
schap, tot de kinderen toespraken over
godsdienstige en staatkundige onderwer
pen werden gehouden, en onzedelijke
boèken als prijzen aan de kinderen ter
hand gesteld zijn. De Burgemeester liet
zulks alles toe omdat hij een scharla-
kenroode radicaal is.
Het geval heeft veel opzien gemaakt
en aan de eene zijde groote verontwaar
diging gewekt. De gemeenteraad van
Saint Ouen heeft in eene woelige zitting,
waarin het niet ontbrak aan scheldwoor
den tegen de „Regeeringsbende van
„schelmen en spionnen", zich naar hart
en geest volkomen een met den bur
gemeester verklaard. Het gemeentebe
stuur is dus zoo goed als in opstand te
gen de Regeering.
Zalig de kinderen, die daar moeten
schoolgaan.
Het zal in de laatste dagen voorze
ker wel tot de zeldzaamheden behoo-
ren, dat uit den mond van een Duit-
scher een lofspraak is gehouden op
Frankrijk.
En toch wrerd zoo iets gehoord bij
gelegenheid van een openbaar feest te
Tunis, toen de Duitsche consul den Beij
gelukwenschte met den gelukkigen toe
stand waarin zijn land en volk zich be
vinden. Daar Tunis nu rechtstreeks door
Frankrijk wordt geregeerd, was deze lof
tuiting eigenlijk een compliment voorde
Fransche regeering.
Uit Brussel schrijft men dat ter een
gerucht in omloop is, waaraan in offi—
cieele kringen geloof wordt gehecht, en
't welk van dien aardis, als zou de Bel
gische regeering voornemens zijn, ten
einde zoo mogelijk te gemoet te komen
aan de klachten der Oostendesche vis—
schers, het initiatief te nemen tot eene
internationale conferentie, w7aartce uit—
noodigingen gezonden zullen worden aan
de regeeringen, welke de conferentie
van's Gravenhage, betreffende de Noord"
zee—visscherij hebben geteekend, ten
einde na een onderzoek der resultaten
welke deze sedert haar in werkingtre
den heeft opgeleverd, te overwegen of
er wijzigingen in zullen gebracht w-or
den, en zoo ja, welke.
De schrijver meent dat niemand door
dit internationaal onderzoek schade zal
berokkend worden, maar hij betwijfelt
het zeer, of Engeland aan deze confe
rentie wel zal willen deelnemen. Alvo
rens hiertoe over te gaan, zal zij zeer
stellig eischen dat de conventie, waar
aan door de Belgische visschers tegen
over andere natiën gehoorzaamd wordt
door hen ook tegenover de Engelschen
worde geëerbiegdigd.
De weduwe van den minister-presi
dent Depretis, is door den koning van
Italië, een som van 15,000 lire iaarlijks
toegekend, omdat hij haar geen vermo
gen heeft nagelaten.
In Frankrijk meende men dezer da
gen, een Duitsche spion gepakt te heb
ben. Hij bevond zich in het land waar
de proef met de mobilisatie w-ordt ge
nomen. Sedert geruimen tijd was hij het
voorwerp van de aanhoudende oplettend
heid der politie geweest. Hij ging heen en
weer, ondervroeg de boeren en de soldaten
betastte de paardentuigen en de kampe
mentstukken, en had - blonde bakkebaar
den. Eindelijk ging een gendarme op hem
los en vroeg hem naar zijne papieren. De
man begreep er niets van. Papieren kon hij
niet toonen. De gendarme, die zich gereed
maakte om hem gevangen te nemen, zeide
tot hem: „Gij zijt een Duitsche spi'on." Nu
begon de man te begrijpen waarheen men
wilde, en voegde hem koeltjes toe„ik ben
de kantonrechter van Lafram/aise. En dat
was hij inderdaad. Dat de agent er onmid-
dellijkeen verontschuldiging op liet vol
gen, laat zich begrijpen.
De samenkomst van den Duitschen
Keizer met den Russischen Czaar wordt
door de „Norddeutsche" ten zeerste te
gengesproken. Als vermoedelijke reden
neemt zij aan, dat de Czaar zich in dezen
weigerachtig voordoet omdat Duitschland
de Russische politiek niet in alle deelen
wil volgen. Toch hopen enkelen nog op
eene verrassing, en denken dat de ontmoe-
ding nog wel zal doorgaan.