No. 118. Zaterdag 2 Juli 1887. 5e Jaarg. Voortdurend nog- geen ceul Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAN, Te koop-, te Ier-, DienstaanMefliDpn en aanvragen, AXELSCHEI 5C01IRAIMT. Dit Blad verschijnt eiken Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 maanden 25 cent; franco per post 30 cent door geheel Nederland; voor België 60 cent; het laatste echter bij vooruitbetaling. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Vrijdagnamiddag TWEE uren, bij den Uitgever. neemt het aantal lezers van de AXELSCHE COURANT toe. Dit blad behoort tot de meest gelezen bladen in deze strekenzij telt hare abonné's in bijna alle plaatsen van Zeeuwsch-Vlaanderen, benevens in verschillende groote plaatsen van ons land. Uitstekend is ons blad dan ook aan te bevelen voor het plaatsen van Advertentiën, die algemeene bekendheid in onze omgeving be hoeven. De prijs der Advertentiën is zoo laag mogelijk, slechts 5 cents per regel en bij drie achtereenvol gende plaatsingen, worden slechts twee van deze in rekening gebracht. van kleinen omvang worden a 25 cents opgenomen terwijl slechts de lielft van den prijs woidt berekend, bij onvoldoend succes, na de eerste plaatsing. De inhoud van elk nummer bevat een Artikel over een of ander onderwerp van den dao-Bui- tenlandsch Overzicht veimeldende de voornaamste gebeurtenissen in andere landen een kort overzicht van hetgeen gedurende de afgeloopen week in de Eerste en Tweede Kamer is behandeld de voor naamste Binnenlandsche berichten, vooral wat dit gedeelte van ons Land betreftvoorts Gemengde berichten, Marktbericht, enz. Het. blad onthoudt zidi van politiek twistge schrijf, voor niemand geeft, het dus bezwaar zich te abonneeren. De abonnementsprijs bedraagt per 3 maanden 25 ■cents, iranco per post 30 cents, dat is voor elk nummer. Proefnummers worden op aanvrage gaarne gratis toegezonden. Abonnementen worden alle werkdagen aangeno men bij alle boekhandelaren postdirecteuren en bij den Uitgever. Wanneer beroemde personen, of in 't algemeen menschen die zich door het een of ander hebben onderscheiden over leden zijn, komt men allicht eene me— nigte bijzonderheden uit hun leven te weten. Zoo is het ook met den beroem den goochelaar Hermann die dezer da gen te Carsblad op 71—jarigen leeftijd is gestorven. Zijne ouders hadden hem reeds vroeg te Versailles op eene kost school geplaatst. Hij leerde daar even wel niet veelmeer dan op het verkrij gen van kennis legde hij zich toe op het nabootsen der geluiden van de verschil lende vogels. In deze kunst bracht hij het zoover, dat hij uitgenoodigd werd aan het hef van Koning Lodewijk Phi lips te komen „fluiten". Later studeerde hij in de medicijnen, maar het goochelen kwam hem meer aanlokkelijk voor, zoodat hij ten laatste al goochelende bijna de geheele wereld rondreisde. De meeste zijner toeren zijn door andere goochelaars overgenomen, zooals het te voorschijn tooveren van gevulde goudvisch-kommen uit zijn zak ken, het doormidden scheuren van vo gels, die een oogenblilc daarna gezond en wel wegvlogen, enz. Met alle souvereinen en vorsten is hij in aanraking geweest en zelf vertelde hij gaarne hoe hij Abdul Aziz in verba zing had gebracht. Hij had den sultan om zijn horloge gevraagd en wierp het in het wateralgemeene ontsteltenis volgde hierop, totdat Hermann beval een net te halen, daar het horloge zich waarschijnlijk in een der visschen zou bevinden. Weldra kwam dan ook een spartelende visch in het net naar boven. De visch werd geopend en Hermann haalde het horloge te voorschijn. Hij had het, beweerde hij, van een horloge maker gekocht, die hem verzekerd had dat het een duplicaat van des sultans eigen horloge was. In Brussel kwam hij eens bij een barbier om zich te laten scheren. Tot ontzetting van dezen zag hij hem op eens geheel bebloed en zon der hoofd zitten, een oogenblik daarna was zijn hoofd weder op de gewone plaatshij stond op, betaalde en ver trok. Het intrekken van zijn hoofd was een kunststuk dat hij op later leeftijd nog kon verrichten maar het was een zeer onaangenaam schouwspel. Bij het biljarten stootte hij schijnbaar bij ongeluk den bal tegen den spiegel, die hierdoor een barst kreegmet het ser vet van den kellner veegde hij er over heen, waarna de spiegel weder onbe schadigd bleek. In Amerika zat hij aan de table d' höte en op eens ver dween de visch spoorloos van de schaab waarin hij werd opgedragen, veranderde de gevraagde peper in groene erwten, het brood in een mosterdpot of in een servet en toen hij eindelijk den kellner, die zichzelf voor krankzinnig begon te houden, zou betalen, legde hij hem dol lars in de hand, die opeens eieren werden. Deze en nog meer bijzonderheden ver meldt het Weekblad „De Amsterdam mer". Men kan er uit zien, hoe ver men het door oefening in de goochelkunst kan brengen. BlITENLAM). Eene onstuimige vergadering. Te Parijs is eene vergadering gehouden van de Ligue des Patriotes, onder voorzit terschap van Paul Déroulède, Sansboeuf en Deloncie, om te protesteeren tegen het von nis, door het hof van Leipzig tegen Koech- hn-Claudon en anderen uitgesproken. Déroulède kon zich nauwelijks door de opeengedrongen menigte naar zijne plaats op de estrade begevenhij werd er met daverende toejuichingen begroet. Een per soon, die het waagde te fluiten, is de zaal uitgegooid. Franschen! riep Déroulède -en u ook, Fransche vrouwen, dank! Uwe te genwoordigheid in deze zaal is een bewijs, dat het land degenen die het bedreigen, in het aangezicht ziet. En toch, zijn wij ook vaderlanders, laat ons geen uitdagers zijn Laat mij, dien de Duitschers „oorlogs— schreeuwer" noemen, u tot voorzichtigheid aanmanen. Het is van belang, dat al wat wij hier zullen zeggen, luide en verre kan worden overgezegd. Déroulède stelde toen voor, de bijeen komst onder het eere—voorzitterschap der „martelaren van Leipzig" te plaatsen en gaf daarna het woord aan den heer Sans boeuf. Deze had nog weinig gezegd toen eenige opschudding in de zaal ontstond. Deroulède nam daarop weder het woord. Hij verklaarde dat hij persoonlijk geen recht had op de toejuichingen, waarmede men hem overlaadde. Toen 3 maanden geleden een droevig geval in mijn familie mij van het openbaar leven deed afscheid nemen, zeide hij meende ik niet, dat zoo spoedig een nationale droefheid mij weer te voorschijn zou roepen. De heer Deloncie trad daarna op en zei- de dat geen misdaad tegen Duitschland ge pleegd was en dat de arrestatiën van zoo genaamde Fransche spionnen onrechtvaar dig waren. Wij hebben wel het recht zeide hij eens aan Duitschland te vragen, wat al die Duitschers, die ons overstroomen, bij ons komea doen. Toen nam Déroulède weder

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1887 | | pagina 1