BINNENLAND.
GEMENGD NIEUWS.
De fabrikanten van tabak en sigaren en de ta-
bakplanteis hebben in een vergadering besloten tot
liet zenden van een request aan den Minister van
Binnenlandsche Zaken waarin o.a. wordt verzocht
afschaffing van den accijns op de inlandsche tabak
cultuur en intrekking van de verhooging der be-
lasiing op het fabrikaatwederinvoering door de
Regeeiing van een ernstig patent voor de debitan-
ten van tabak cn sigaren en intrekking "an de
vergunning van de genieenten om een dergelijke
belasting te heffen streng verbod door de Regee
ring te ge Ten aan elk harer ambtenaren en be
ambten benevens aan hunne vrouwen om handel
in tabak en sigaren te drijvenherstel van de
verbodsbepaling van 1846, om in verkooplokalen,
koffiekamers enz. tabak en sigaren te verkoopen
zonder patentstrenge maatregelen door de Re
geering te nemen tot beteugeling van smokkelarij
en bedrog, (-D-)
- De Eerste Kamer der Staten Generaal is
ter vergadering bijeengeroepen tegen Dinsdag 28
Juni des avonds 8 ure.
De Zomervergadering der Provinciale Staten
van Zeeland zal geopend worden op Dinsdag 5
Juli a.s.
Onder meer vinden wij onder de punten van
behandeling de volgende
Wijziging van de grenzen van de werken tot
zeewering of oeververdediging van den calamiteu-
zen Stad- Philippicepolder
wijziging van de grenzen van de werken tot
zeewering of oeververdediging van de calimiteu-
ze Margaretha-, Kleine Huissens- en Eendragtpol-
ders
de oprichting van een waterschap Damespolder
de aanvraag van den gemeenteraad van Philip
pine om een renteloos voorschot voor wegsverbe-
tering
het verleenen van subsidie ter voorziening in de
behoefte aan genees- en verloskundige hulp in dit
De heer G. L. Krol, predikant te Groede,
hoopt den 6 Juli a.s. den dag te herdenken waar
op hij voor 25 jaren het predikambt by de Ned.
Herv. gem. aanvaardde.
Achtereenvolgens bediende Z.W .eerw, de gemeen
ten te Vierlingsbeek, Hontenisse, Over-Asselt en
Lutkewierum en sedert 2 jaren te Groede.
Tot predikant bij de Chr. ger. gem. te Brui-
nisse is beroepen ds. J. A. Goedbloed, te Zierik-
zee, vroeger te Axel.
TWEEDE KAMER.
AXEL, 24 Jnni 1887.
Aanstaanden Maandagavond laatste
Muziekoefening in Juni van „Concordia".
Tot onderwijzer aan de O. L. School te Othene
(Zaamslag) is benoemd de heer P. C. de Moor al
hier.
- De verkiezing voor 4 leden van den Ge
meenteraad alhier, tengevolge van de periodieke
aftreding der heeren C. N. Jansen van Rozendaal,
A. van 0verstraten Kruijsse, R. van de Ree en
L. C. van Vessem, om af te treden in 1893, zal
plaats hebben op Dinsdag 19 Juli a.s. en de her
stemming zoo noodig op Dinsdag 2 Augustus d.a.v.
Hedenmiddag te één ure werd alhier in het
hotel „Het gulden Vlies" eene vergadering gehou
den van de onderwijzers-vereeniging in het arron
dissement Axel.
Nadat de Voorzitter, de heer K. J. A. G. baron
Collot d' Escury, schoolopziener in dit arrondisse
ment de vergadering met een welkomstgroet had
reopend, werd overgegaan tot de regeling der huis-
ïoudelijke zaken daarop werd bepaald dat de eerst
volgende feestvergadering zal gehouden worden te
Axel, in het begin van October.
In die vergadering zal eene lezing gehouden
worden door den heer Imandt, hoofd der school te
Sint Jansteen, benevens by dragen door de heeien
Kievenaar, hoofd der school te Sint Andries (Koe
wacht), en Vooren, hoofd eener school te Ter Neuzen,
Omtrent het uitschrijven van eene prijsvraag
werd breedvoerig gesproken en ten slotte bepaald
bij genoegzame deelneming eene mondelinge en
eene schriftelijke prijsvraag te houden.
Daarna gaf de heer Vooren, hootd eener school
te Ter Neuzen eene prachtige lezing over )rEen
knappe jongen." Bijdragen werden geleverd ten
eerste door den heer Eggermont, hoofd der school
te Kapellebrug (Clinge) over de eeuw van Frederik
Hendrik en ten tweede door den heer Wisse on
derwijzer alhier over een paar brandbare delfstof
fen, welke bijdrage bij afwezigheid van den inleider
door den heer Minjon, onderwijzer alhier w""1
voorgedragen.
De Voorzitter betuigde allen den dank der ver
gadering voor de flinke wijze waarop de verschil
lende punten werden behandeld. Over het een en
ander werd een mia of meer levendig debat ge
voerd, al naar het gewicht van het onderwerp
waarop de vergadering met een woord van dank
aan de aanwezigen voor hunne opkomst, door den
Voorzitter werd gesloten.
Tot onderwijzer aan de Chr. School te Kam
pen is benoemd de heer R. v. d. Welle, te Terneuzen,
De Grondwetsherziening is ten einde gebracht.
Afgezien van de wijze waarop zulks is geschied,
komt den heer Heemskerk een woord van tof toe
voor de voltooiing van een werk, dat ongetwijfeld
het zwaarste mag genoemd worden, dat in den mi-
nisetrieelen werkkring voorkomt. De heer Heems
kerk heeft getoond een bij uitstek knap man te
zijn.
Thans is een zaak aan de orde, die een treung
licht werpt op de Indische ambteDaarwereld. Het
is de zoogenaamde zaak Tjiomas. De heeren Sol
en De Sturler, bij besluit van den Gouverneur-
Generaal van Nederl.-Indië uit de afdeeliDg Bui
tenzorg verbannen, hebben bezwaarschriften tegen
dit besluit ingediend, als zoude het onwettig ge
nomen zijn. De heer Kielstra opende eerst het
vuur. De ellendige indruk, dien hef optreden der
ambtenaren tegenover den landheer De Sturler en
de zijnen, op elk onbevooroordeeld man moet ma
ken, werd door hem zonder eenig voorbehoud
weergegeven. Ook de heeren Van Gennep en
Keuchenius keurden openhartig en rechtstreeks het
optrepen van de regeering in deze zaak af. De
heer Van Delden wenschte dat de kamer het ko
loniaal gezag niet in bet ongelijk zou stellen. De
Kamer zal misschien eene andere opvatting huldi
gen en gedachtig zijn aan de woorden van den
heer Schaepman waarmede de heer Kielstra zijne
rede besloot„Boven alles moet staan de Majes
teit van het Recht
De bedelarij in de Langstraat brengt het uit
een oogpunt van brutaliteit zeer ver. Ten be
wijze hiervan kunnen de volgende historische
staaltjes dienen
Onlangs kwam het voor, dat iemand onder
steuning vroeg „huis aan huis", omdat hij op
zijn terrein een woning wilde bouwen
Nog curieuzer is het volgende feitEen be
delaar van beroep verzoekt in eene herberg om
een aalmoes en krijgt er een. Daarna vervolgt
hij zijn tocht, en nadat hij de omgeving afgebe
deld heeft, komt hij terug in dezelfde kroeg en
„commandeert" een glas bier. Hij proeft het
en vervolgens heet het„Da's goei bier, daar
moste me een gansch kruikske van geven.'
En zoo geschiedde het
Uit Scheveningen wordt gemeld:
De feestelijke opening van de Kuurzaal werd
Zaterdag begunstigd door prachtig zomerweder.
Vóór den aanvang van het bal werd doorden
burgemeester in eene sierlijke rede hulde ge
bracht aan ailen, die in zulk kort tijdsbestek het
Kuur huis deden herrijzen op de puinhoopen,
inzonderheid aan den energieken directeur, den
heer Reiss- Spreker vervulde den aangenamen
plicht, dien heer mede te deelen, dat hij bij be
sluit van den Koning-groothertog van 17 dezer
is benoemd tot officier der Orde van de Eike-
kroon, als blijk van waardeering van hetgeen hij
voor de badplaats Scheveningen tot stand bracht.
Toen Vrijdagmiddag in de Jordaan bekend was
geworden, dat aan drie der wegens het paling
oproer gestraften gratie was verleend, werd door
een Goudsbloemstrater uit de Lindegracht bij de
Zaterdagsche brug een buitengewoon dikke pa
ling opgehaald. De overtuiging vestigde zich al
ras, dat dit de paling was, die tot het oproer
aanleiding had gegeven en door het afsnijden van
het touw zich het leven had kunnen redden. Het
beest werd tegen' één cent de persoon ter be
zichtiging gesteld, en de vanger maakte goede
zaken.
„Kijk" zei men „het bloed zit nog aan
'z kop van het trekken."
Ten slotte kocht een koopman in aardappelen
de paling en at, met zijn gezin, smakelijk het
ongeluksbeest op.
o—
Joly, de olifant van Ehlbeek's menagerie te
Weenen beging dezer dagen een merkwaardige
buitensporigheid.
Het dienstpersoneel der menagerie zou een
sstje vieren en had zich voor dat doel een
vaatje bier aangeschaft. Toen zij het echter wil
de opensteken, deden zij de ontdekking, dat Joly
dat zaakje ïeeds had opgeknapt. Hjj had niet
kunnen nalaten, het vat, dat in zijn nabijheid
stond, in te drukken en zijn geheelen inhoud
29 literop te drinken. Het brouwsel deed
weldra zijn werking gevoelen. Joly werd over
moedig, haalde dolle streken uit, en trompette
eenige vroolijke olifanten-liederen uit zijn vader
land. Daarop werd hij rustig, legde zich neder
en was br niet toe te bewegen bij de voorstel
ling zijn medewerking te verleenen. Den dag
daarop was Joly weder slim en verstandig als
olifanten zijn.
o--
Donderdag liep een dame in Den Haag, die
daar geheel vreemd was. Zij ontmoet er een
vrouw, wie zij vroeg haar naar een logement te
willen brengen. Deze, bewoonster van een tap
perij in de Bagijnestraat, geleide de vreemde juf
frouw naar haar eigen woning, waar zij
haar van portemonaie met geld, gouden horloge
en andere sieraden beroofde en haar vervolgens
op straat zette.
Deze brutale diefegge is, toen de politie van
het gebeurde kennis kreeg, in hechtenis genomen
en naar het huis van arrest" overgebracht.
-o—
Bij een geachte familie te Amsterdam werd
in den laatsten tijd het een en ander vermist.
Nu eens was een schotel aardappelen verdwenen,
dan weder een biefstuk, soms een flesch wijn
of een kruik bier, en op zekeren dag zocht men
zelfs te vergeefsch naar een slaapmuts eri een
overjas van den heer des huizes.
Zoolang men eetwaren vermiste, werd de hond
schuin aangekeken en van diefstal verdacht, maar
na het vermissen van kleedingstukken kwam de
onschuld van het dier op schitterende wijze aan
den dag. Het vermoeden viel toen op een dienst
bode, wier gangen men nu nauwkeurig naging,
maar met den besten wil ter wereld was het
niet mogelijk te ontdekken dat zij iets buitens
huis bracht, en toch bleven de verdwijningen aan
houden.
Dezer dagen kwam de heer des huizes met
zijn beide dochters van een komedievoorstelling
thuis, toen hij op straat, naar de hoogte kijken
de, door het vlieringvenster een vuurgloed meen
de te ontdekken. Aangezien daar 's avonds nie
mand kwam, meende hij dat zijn oogen hem be
drogen, en hij keek nog eens scherp toe. Maar
jawel een lichtglans was er wel degelijk.
Dadelijk stelde hij een onderzoek in. Geluk
kig ontdekte hij geen brand, zooals hij gevreesd
had, maar een man, die daar huisde en licht had.
Het bleek dat de indringer de vrijer van de
verdachte dienstbode was en door haar gehuis
vest, gevoed en gekoesterd was op de vliering
omdat hij geen werk en verdienste had,
zooals zij zeide.
De geringe waarde van het vermiste en me
delijden met den werkeloozen vrijer waren aan
leiding, dat van de zaak geen aangifte geschied
de. De vrijende logeergast moest evenwel dade
lijk het huis uit.