No. 115. Zaterdag 28 1887. 5e Jaarg. Het zwaard van Damocles. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. ÖIELEMAN. AXEL. BUITENLAND. BINNENLAND. AXELSCHEMCOIJRANT. Dit Blad verschijnt eiken Vrijdagavond. r ABONNEMENTSPRIJS: per .3 maanden 25 cent; franco per post 30 cent door geheel Nederland; voor België 60 cent; het laatste echter bij vooruitbetaling. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Vrijdagnamiddag TWEE nren, bij den Uitgever. Evenals in and're jaren Wacht ons thans de kermis weer, Met haar -vreugde en genoegen, Zotheid, pretjes en zoo meer Oliebollen, zoetekoeken, Wafels, allerlei gebak, Suikerwaren, snoeperijen, Bij 't gewicht en bij de pak, Glanterieën, snuisterijen, Overvloedig uitgestald Om den kooplust op te wekken Van wie 't kermisgaan bevalt. Ziet, dat alles geeft de kermis En nog meerleest verder maar Op de markt heel net gerangschikt, Vindt gij alles bij elkaar Mallemolen, vlooiencirque, Photograaf en paardenspel, Liedjeszangers, orgeldraaiers, Harlekijn, polichinel, 't Woelt en wemelt door elkander, 't Roept en schreeuwt en raast en (tiert, Alles zegt u onbewmpeld, Dat men hier de kermis viert. Dansmuziek en orgeltonen Lokken tot een walsje uit Al wat jong is rept de voetjes Op de maat van 't zoet geluid, 't Jeugdige muziekgezelschap, 't Axelsche fanfarenkoor, Voegt zich bij de kermisvreugde, Streelt ons muzikaal gehoor. Als men dit nu alles nagaat, Wat er zoo te zien zal zijn Bij het drinken van een pintje, Als 't er aan zit, een flesch wijn, Dan moet men gulweg bekennen 't Kermisweekje dat nu komt, Voorspelt menigeen veel vreugde - Ziet eens, wat is opgesomd Maar om goed te kunnen meedoen, Door den haast is 't niet verteld, Is een eerste hoofdvereischte Een gezonde beurs met geld. Door niets blijven namen van personen beter voor alle tijden bewaard, dan wanneer ze opge nomen zijn in de spreekwoorden des volks. Da mocles, slechts een hoveling en vleier van een ty- ran van Syracuse, die nooit een enkele beroemde daad verricht heelt is toch aan bijna ieder onzer bekend en wij weten, dat het de onaangenaamste toestand is, die men zich denken kan, het zwaard van Damocles boven het hoofd te zien hangen. De uitdrukking, het zwaard van Damocles bo ven het hoofd te zien hangen, hebben wij te dan ken aan een boeiend verhaal van den Romeinschen geschiedschrijver Cicero. In Syracuse leefde een vorst of tyran, Diony- sius de Oudere. In weelde en grootheid baadde zich de machtige heer der stad en vleiers verhie ven zijn geluk hemelhoog. Toch was hij zelf nim mer rustig in het bezit van dien rijkdom en groot heid. Voortdurend vreesde hij vijandelijke aan vallen en nam allerlei voorzorgen daartegen. Zoo leerde hij zijn dochters, toen ze nog klein waren, het scheermes hanteer en, omdat hij zijn hals niet aan een barbier durfde toevertrouwen. Toen zij echter volwassen meisjes geworden waren, ontnam hii ook haar de scheermessen en gelastte, dat zij hem het haar en den baard zouden afbranden. Het slaapvertrek van den vreesachtigeD vorst was omringd door een gracht, waarover een brug lag, die hij afdraaide, als hij te bed giDg. Als hij tot het volk moest spreken, begaf hij zich op een hoogen toren, waar niemand hem kon nade ren. In de Staatsgevangenis had hij, naar men verhaalt, een kunstmatig oor in de rots laten uit houwen, waardoor zelfs de fluisterende gesprekken duidelijk verstaanbaar werden overgebracht tot den wachter buiten de gevangenis. Eens gebeurde het nu, dat Damocles, een van de tafelschuimers en vleiers aan het hof, het geluk van zijn vorst ten hoogste prees. „Zoudt gij," vroeg DioDysius hier op aan Damocles, er de proef eens van willen nemen, hoe zulk een leven u bevallen zou De hoveling boog tot toestemming. Nu liet Diony- sius een kostbaren maaltijd gereed maken. Een keur van de uitgezochtste gerechten stond voor den vleier op tafelprachtige op aanrechttafels fon kelde de wijn in sierlijk gedreven vaatwerk van zilverbevallige knapen, bloeiend van gezondheid stonden gereed, om Damocles op zijn wenken te bedienen. Op een kostbaar rustbed, schitterend van goud en met de prachtigste edelgesteenten ver sierd lag daar de geimproviseerde tyran te mid den van al die weelde. De aangenaamste geuren vervulden het vertrek en Damocles was als buiten zichzelf van vreugde, toen hij zijn blik bij toeval naar boven wendde. Daar zag hij boven zijn hoofd een blank en scherp geslepen zwaard, dat aan een paardehaar was opgehangen. Hij schrikteeen doodelijk bleek overtoog zijn wangen. Zijn genot is voorbij, zijn geluk is verdwenen. In doodsangst smeekt liij den tyran, deze gevaarlijke plek, waar te midden van allerlei heerlijkheden voortdurend de dood dreigde met zijn scherp zwaard, te mogen verlaten, Nu begreep hij van welken aard het geluk was, dat Dionysius smaakte. N. Z. De werkstaking in België. De berichten uit België luiden niet gunstig. De werkstaking is thans algemeen in de Borina- ge en het Centrumzij breidt zich uit in de om streken van Charleroi, en heeft zich ook tot Luik en Seraing uitgestrekt. „Wij zijn in een erger toestand dan in Maart 1886" schrijft de Brusselscbe Réforme. „Want iedereen erkent, dat deze werkstaking, die van den beginne dreigender is geweest dan alle vroegere in ons land, dit eigenaardig karakter heeft, dat zij eene politieke werkstaking is. Zij is veroorzaakt door de invoerrechten op het vee zij heeft tot doel de amnestie en het algemeen stemrecht. Welnu, dit zijn de eischen van een goed deel der burgerij, de eischen van alle Belgische arbeiders. Hoe groot ook de moeilijkheden mogen zijn, die het tot stand komen eener werkelijk algemeene werkstaking mét zich brtngt, indien daaraan geene uitgebreide organisatie is voorafgegaan, men kan niet verwachten, dat het overige van bet land mee- doogenloos de ongelukkigen zal laten verpletteren, wier eischen billijk en gematigd zijn, en die, niet tegenstaande de gewelddadigheden die hier en daar bedreven zijn een bij uitstek vredelievend doel hebben." De Algemeene Raad der Belgische arbeiderspar tij heeft de werkstaking ontraden. Maar hij is overstemd hij staat zooals Anseele te La Louvière zeide, tegenover een voldongen feitte Brussel dringen vele arbeiders, en zelfs geheele corpora- tiën op algemeene werkstaking aan. Te Gent is de organisatie der arbeiders zoo volkomen, dat een woord genoeg is, om 30 a 40.000 man uit de werkplaatsen op straat te brengen. Te Antwerpen acht men zich benadeeld en verongelijkt door de invoerrechten op veein de provincie Luik herin nert mer, zich, in alles behalve vredelievende stem ming, de bloedige wijze, waarop de opstand in het vorige jaar is onderdrukt. Toch meent de Réfor me, dat iedere botsing nog kan worden voorkomen. De Regeering behoeft slechts te verklaren, dat zij de herziening van art. 47 der grondwet (het cen- sus-artikel) aan de orde zal stellen, de tegenwoor dige Kamer naar huis te zenden, en onmiddellijk verkiezingen uit te schrijven voor eene Kamer, die dan de herzieningswet ter hand zou nemen. Het valt te betwijfelen of het ministerie-Beer- naert dien raad zal aannemen. Hoofdstuk Vm, defensie, is aangenomen met 55 tegen 20 stemmen. Ontegenzeg. il dit Hoofdstuk, naar de gevallen besluiten bdai nrijk verbeterd worden. De" verplichte krijgsdienst wordt hij de wet geregeld. De dienstplicluigen ter zee zijn bestemd om te dienen in en buiten Europa. Aan den dienst door hen in de kolo niën en bezittingen in andere werelddeelen te vervullen, worden door de wet voordeelen ver bonden. De dienstplichtigen te land mogen niet dan met hunne toestemming naar de koloniën en bezittingen van het Rijk in andei e werelddee-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1887 | | pagina 1