BINNENLAND. IÏEMENGI) NIEUWS. Woensdag n'dda* te 1 ure is een buitengewo ne vergadeung gehouden der Provinciale Staten van Zeeland onder voorzitterschap van jhr. mr. W. M. de Brauw. Tegenwoordig waren 35 leden en de griffier. Afwezig met kennisgeving de heeren Wagtbo, -Bolier, De Glopper, Pierssens, Mazure en De Smidt, zonder kennisgeving de heer jhr. J. L. de Jonge. Na opening der vergadering en voorlezing van het kon. besluit van 26 Maart jl. no. 5, houdende machtiging tot het bijeenroepen dezer vergadering, alsmede van een brief van den heer J. A. A. Fransen van de Putte dd. 23 Maart jl. waarbij hij zijn ontslag neemt als lid van gedeputeerde Staten, hield de voorzitter eene toespraak, waarin een woord gewijd werd aan de nagedachtenis van den heer Mr. C. J. Pické, sedert 1875 lid der Eerste Kamer en den 18en Maart overleden. Ook drukte de voorzitter zijn leedwezen uit over het ontslag nemen van den heer Van de Putte als lid van ged. Staten, doch hij hoopte tevens den heer van de Putte nog lang als lid der Provinciale Staten in de vergadering te zien. Daarop werd aan de orde gesteld de benoe ming van een lid van de Eerste Kamer der Sta- ten-Generaal, ter vervanging van Mr. C. J. Pické (aftredende 1893). Ingeleverd werden 35 briefjes. Er bleken 26 stemmen te zijn uitgebracht op jhr. rar. J. Roëll, oud lid der Tweede Kamer te 's Graver,hage, 6 op den heer J. W. Vader te Cort- gene en 1 op de heeren J. A. Tak en W. A. Graaf van Lijnden. Een briefje was blar.co. De heer Roëll is alzoo gekozen. Aan de orde was vervolgens de benoeming van een lid van gedep. St. van Zeeland ter vervan ging van aen heer Fransen van de Putte, (aftre dende 1892). Weder werden 35 stemmen uitge bracht. Daarvan verkreeg de heer mr. D. A. Berdenis van Berlekom 23, de heer Mazure 3, de heeren Van Waesberghe-Janssens en graaf van Lijnden ieder 2 stemmen en de heeren Kakebeeke, Hennequin en Van Teijlingen ieder 1 stem. De heer Van Berlekom is alzoo gekozen en verklaar de zich bereid de benoeming te aanvaarden. De vergadering werd hierop in naam des Ko onings gesloten. - o Uit de residentie schrijft men aan bet Z. D. „Men heeft in den laatsten tijd weder allerlei onrustwekkende berichten verspreid nopens den gezondheidstoestand van Z. M. den Koning. „Tegenover de sensatie-tijdirgen is het aange naam zoo pertinent mogeljjk tt kunnen verzeke ren, dat de Koning zich zeer wel bevindtde nierpijnen hebben opgehouden. De geneesheeren ontraden Z. M. echter nog uit te gaan omdat het ongunstige weder, hetwelk jeugdige en gezonde menschen aantast, zoo licht kwade gevolgen voor des Konings toestand zou kunnen opleveren. Overigens kan worden geconstateerd, dat de Koning goed slaapt, met smaak eet en zijn werk zaamheden met lust verricht. Hij is des ochtends weder vroeg bij de hand en geeft van groote op gewektheid blijk. „Er worden altijd lieden gevonden, die liefst het ergste denken verspreiden. Zoo heeft men nu weder uit het feit, dat de Koning te kennen gaf, dat Hij liever niet, bij zijn verblijf te Amsterdam, van de eerewacht, welke zich zou gevormd heb ben, gebruik zou maken, afgeleid, dat de toestand, van Z. M. minder gunstig was. Niets is echter minder waar dan dat. De waarneid is, dat Z. M. persoonlijk de eerewacht wel zou hebben willen aanvaarden, doch zijn geneesheeren waren daarin zoover tegen, dat een eerewacht wellicht aanlei ding zou geven, dat de Koning meer nog dan anders uit zou gaan. En dit oordeelde men on raadzaam. De artsen des Konings vonden er geen bezwaar in dat Z. M. zijn gewoon bezoek aan de hoofdstad zou brengendoch zij adviseerden, dat Z. M uit voorzorg zich niet zou vermoeien. De Koning zal dus te Amsterdam wellicht niet bi) al de feestelijkheden kunnen tegenwoordig we zen." Werd door enkele bladen, medegedeeld, dat de heer mr. L. W. C. Keuchenius, lid van de Twee de Kamer der Staten Generaal, voor het district Amersfoort, als zoodanig zijn ontslag zoude nemen, thans blijkt dit bericht geheel onjuist te zijn. AXEL 8 April 1887. De 30sten Maart had alhier het examen plaats ter toelating tot de Rijks-Normaallessen, cursus 1887— 88, waarvoor zich hadden aangemeld 8 man nelijke en 1 vrouwelijke kweekeling, van welke 5 mannelijke en 1 vrouwelijke, te zamen met 1 mann. en 1 vrouwel. reeds als kweekelingen geplaatst, ook dongen naar eene der vijf vaceerende Rijks- beurzen, ingaande den 1 April 1887. De uitslag van het onderzoek was dat 7 mann. en 1 vrouwelijke kweekeling tot de lessen werden toegelaten, te weten Frederik Boon voor de 4de klasse en de anderen P. A. Bloijs van Treslong, P. A Oostdam, A. F. Plasschaert, J. W. F. Vrie- link, W. D. de Vlies, H. de Caluwé, en Elisabeth J. P. Eijke voor de eerste klasseterwijl in af wachting van nadere beschikking de jongelieden P. A. Bloijs van Treslong, P. A. Oostdam, H. de Ca luwé, Catharina Duijvestein en Elizabeth J. P. Eijke voor eene Rjjksbeurs in aanmerking komen. Op 2en Paaschdag zullen op het Zoute Spui tenige volksvermakelijkheden plaats hebben. Wij meenen met zekerheid te weten, dat ons fanfaren- gezelschap op dien dag eene wandeling daarheen zal maken, zoodat, wanneer het weder goed is, uitstekend gelegenheid bestaat voor een aardig uitstapje. Bij het te Middelburg gehouden examen voor de hulpacte slaagden o. m. de dames F. J. Van Hecke en C. A. M. Liibaart beiden te Ter Neuzen. Zoiddorpe. Alhier is eene Duivenmaatschappij opgericht, welke bij de ingezetenen veel bijval on dervindt. Het bestuur bestaat uit de heeren M. van Haelst, als president, Al. van Nieulande als schatbewaar der en Fl. Remery als Secretaris. Maandag werd te Hulst eene vergadering gehouden van de afdeeling Hulst der maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zee land. De beide voornaamste punten in deze vergade ring behandeld, waren le. Het besluit om namens de afdeeling op de vergadering van het hoofdbestuur op 6 April a.s. de wenschelijkheid uit te spreken om pogingen in hpf. werk te stellen van de Regeering een re glement op de dekhengsten te verkrijgen en 2e. de langdurige besprekingen over het con tracteeren der landbouwers met de suiker fabrikan ten. Algemeen was men van oordeel dat de wijze waarop het contracteeren plaats heeft, in 't nadeel der landbouwers is, waarom zij dan ook werd afgekeurd. Verder werd in overweging genomen aan alle bestaande landbouwvereenigingen een omzendbrief te richten, met verzoek de landbouwers zooveel mogelijk te bewegen geene contracten aan te gaan, dan die op het suikergehalte berusten. Wanneer velen in onze provincie zich hiermede vereenigen konden, dan zouden onderhandelingen met de fabrikanten om billijke overeenkomsten te krijgen niet achterwege blijven. Volgens mededeeling van den secretaris der afdeeling, den heer Van Waes- berghe, zal dit punt ook besproken worden in de vergadering op 6 April door het hoofdbestuur te houden. Philippine. Eerlang zal de aanbesteding plaats hebben van het vergrooten en uitdiepen onzer haven. Door dit werk zal in eene waarlijk drin gende behoefte voorzien worden. Onze handel toch wordt elk jaar levendiger dientengevolge wordt de visschers-vloot gedurig grooter, zoodat de tegenwoordige haven de vaartuigen niet meer kan bevatten. Naar men zegt, moeten de onderhandelingen, door ons gemeentebestuur met de directiën der verschillende polders gevoerd, over het leggen van een steenweg van Philippine naar het kanaal Neuzen Gent, goed vorderen. Ter Neuzen. Door de Vereeniging „In liefde bloeiende" werd Woensdagavond eene bijeen komst van leden met dames gehouden. Als spreker trad op de heer H. G. Hartman j Jz., secretaris der gemeente Goes. De vergadering werd geopend door den heer Dieleman, voorzitter der Vereeniging. Deze schets te in korte, maar duidelijke trekken den tegen- woordigen toestand van „In liefde bloeiende" en gaf de oorzaken op van haar verval. Na de hoop uitgesproken te hebben dat door nieuw bloed fris- sche krachten aan de Vereeniging zouden worden gegeven, verzocht hij den heer Hartman optetreden. Tot onderwerp zijner rede had deze gekozen „De vrouw." Hoe de geachte spreker dit behandelde, moge blijken uit de omstandigheid, dat ieder der hoorders met onverdeelde aandacht zijne schoone rede volgde. Daarop werd eene korte pauze gegeven, waar- na de heer Hartman het publiek nog onthaalde op een paar stukjes n.l. „De knop en het kind" en „Aan de nagedachtenis mijner moeder." Na eene korte tweede pauze volgde nog eene vertelling. De voorzitter betuigde namens de dames en de heeren den spreker zijnen dank en sloot hierna de vergadering. Op het perron van het Hollandsche spoor (Cen- traalstation) te Amsterdam, stonden Zaterdag eenige menschen om de machine, waaruit men, na een dubbeltje in de gleuf te hebben gestoken, een borstplaatje van chocolade kan trekken. Een boertje trad voren, offerde zijn dubbeltje in de gleuf, trok aan het schuifje en nam het kleine pakje chocolade er uit, met de woorden „verduiveld aardig Een heer met een valiesje in de hand, voor wiens trein reeds geroepen was, ging toch nog even naar de machine, duwde eveneens zijn dub- beitje in de gleuf, doch het schuifje wei gerde zijn dienst. Nog eens getrokken en nog eens, maar vergeefsch. Lachende gezichten van de omstanders. De man trok nog eens met een woedend gezicht doch 't hielp niet, en 't dubbeltje valt er in. Daar fluit de locomotief van zijn trein voorde laatste maal. Nog eens ziet hij naar de trouwelooze machi ne, en met een minder aangenaam woord op de lippen spoedt hij zich onder het gelach van om standers naar den reeds in beweging komenden j j trein. Hij kwam nu ook nog te laat bovendien, j o— Het lange vasten begint nu ook in den smaak I der vrouwen te vallen. Madame Dupontard te Rijssel, aangespoord door de triomfen 7an Succi en Merlatti, had aange kondigd, dat zij dertig dagen lang zou vasten en tegen een klein entrée bezoeken zou ontvangen, j De gasten, die madame Dupontard op den tien- den en twaalfden dag van haar vasten hadden bezocht, vonden haar zoo merkwaardig frisch, dat j ze aan de leege maag van de vastende begon nen te twijfelen. Eenige dames bezoldigden nu èen paar spionnen en deze brachten het bericht, dat de melkvrouw nog steeds dezelfde hoeveelheid melk aan madame Dupontard leverde als vroeger, zoodat men wel kon aannemen, dat zij die ge bruikte. Een twintigtal vrouwen dienden nu een aanklacht in tegen de hongerlijderes, die zij van bedrog beschuldigden. Voor de rechtbank ver- I klaarde de aangeklaagde op haar eerewoord, dat I zij altijd had gevast behalve mijn koffie, want om daarvan afstand te doen is mij onmogelijk.— I „Hoeveel drinkt gij?" vroeg de rechter. „Mijne gewone hoeveelheid" was het antwoord, 'smor- gens en 's avonds altiid zes kopjes." „En wat I zei de dokter daar wel van?" „O", zeide mada- I me Dupontard, die kwam evenals het publiek van 10 tot 6 uurvóór dien tijd en wanneer de 1 dokter vertrokken was, dronk ik mijne koffie"— 1 De rechter vroeg of de aanklagers nog op eene 1 bestraffing stonden. Daar staan plotseling zestien 1 dames op en verlaten de gerechtszaal om te 1 beraadslagen. Als zij terugkomen treedt een I hunner naar voren en zegt geroerd„Zonder I koffie kan eene vrouw niet levenkoffie is geen I gewoon voedsel, maar die hebben wij noodig als 1 de luebt die wij inademen." madame Dupon- I

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1887 | | pagina 2