Zaterdag 2 April 1887.
5e Jaai'g.
Nieuws- en Advertentieblad
F. DIELEMAN,
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
DRUKKER UITGEVER
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Vriiajfavond.
ABONNEMENTS'RIJS:
per 3 maanden 25 cent; franco p post 301 cent door
„eheel Niükehnd; voor H: l g i 60 cent; het
laatste echter bij vooruitbetaling. kfzonderl. numm. 5 ct.
AXEL
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent;
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letten worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing .f liik
Advertentiën worden franco ^wacht, mtariflk
tot Vrijdagnamiddag TWEE uren, bij den Uitgever.
Niet lang geleden, zoo lerd gemeld,
stonden er op een dag te freda 25 zout-
smokkelaars terecht.
Onlangs berichtte men u; Koozendaal,
dat binnen veertien dagen ijds in den
omtrek aldaar 17 zoutsmokelaars waren
aangehouden en nu weer lest men, dat
in een nacht in de nabij hel dier plaats
tegen een drietal proces-ver aal is op
gemaakt.
Indien, zoo vraagt men awillekeurig,
op een betrekkelijk klein omschreven
hoekje der grenzen zooveel smokkelarij
plaats heeft, van welken oiwang moet
zij dan zijn langs de geheeh uitgestrekt
heid der Belgische grenzen in N .-Bra
bant, Limburg en Zeeland?
Het antwoord wordt gegeten in een
adres, door eenige zoutziedes in Noord
Brabant gezonden aan de tweede Ka
mer, waarin vermindering vai accijns op
zout wordt verzocht.
,,Bij groote benden," zoo wordt ge
zegd, gaan de grensbewones het zout
koopen in België en vervocen dat bij
nacht en ontij over de grenzm."
J Het zoutsmokkelen is eei geregeld
I middel van bestaan voor horjerden ge-
zinnen.
Driemaal in de week gaan le mannen
's nachts uit, koopen op bepalde ver
zamelplaatsen dicht aan de genzen het
zout tegen ongeveer 3 ets. h<t kilo en
brengen het tegen 10 ets. aai den man.
Een volwassen persoon kan tisschen 40
en 50 kilo dragen, zoodat hij gemiddeld
een verdienste heeft van een rijksdaal
der of drie gulden, telkens wmneer hij
uitgaat.
Men wtyie niet, dat deze personen zelt
of hunne omgeving in dezen smokkel
handel een oneerlijk bedrijf zien. In
1 geenen deelehet mag een nw volkje
zijn in tijd van nood, in hun rog zelf
verdediging, mogen sommigen hunner
-*zicli niet ontzien te trachten door ge
weld hun weg te vervolgen als regel
zijn het eerlijke lieden, die even lief
anderen arbeid, als polderwerk, bezem
binden, enz. zouden ter hand nemen,
indien zij de zekerheid hadden daarmee
evenveel en even zeker te kunnen ver
dienen.
Maar juist dit werk ontbreekt thans,
of geeft slechts bij afwisseling eenige
verdienste.
Dat het ook waarlijk geen gestolen
geld is, dat deze mannen met dezen
smokkelhandel thuisbrengen, zal wel nie
mand hun kunnen wijsmaken, wanneer
wij voorrekenen dat behalve het gevaar,
waaraan zij hun voorraad zout en hun
eigen vrijheid blootstellen, zij hun zware
vracht uren lang moeten torsen, met
alleen den nacht dat zij zijn uitgegaan,
maar ook den volgenden dag om hun
voorraad bij de boeren en winkeliers
in de dorpen rond te brengen.
Door dezen wordt dan ook in de grens
gemeenten, en vele umn dieper land
waarts in, haast niet anders gebruikt
dan gesmokkeld zout. Zonder eenige
noemenswaarde risico genieten zij
daardoor een aanmerkelijk voordeel.
Tenzij men deze afnemers door meer
dere waakzaamheid weet te treffen en
bij ontdekking zwaarder straffen op hen
kan toepassen, zoodat zij, door vrees ge
dreven, zich onthouden van den clan-
destienen inkoop van zout, zal de smok
kelhandel aan de Belgische grenzen
nimmer worden gefnuikt.
Zoolang zij verzekerd zijn van gere
gelde klandisie, zullen de smokkelaars
zelf noch uit eigen beweging, noch door
vrees voor 't gerecht, hun bedrijf sta
ken. Zij weten bij ondervinding veel
te goed, dal van 20 tot 100 man die
wekelijks uitgaan, nauwelijks een enkele
wordt gesnapt. Moet de vader eenige
weken brommen, dan neemt de zoon
het handwerk over; schande is er met
in o-eleo-en, de straf wordt alleen betreuid
om" het tijdelijk gemis van verdienste.
„We hebben het zout toch met gesto
len, mijnheer!" zeide er een, terwijl hij
vertelde hoe de commiezen hem den
vorigen nacht op de hielen gezeten had
den, „en we verdienen onzen rijksdaal
der duur genoeg, ik heb met mijn 54
kilo's op schouder 8 uren moeten om-
loopen en met het thuisbrengen van
daag ben ik den halven dag kwijtl
„Ja, mijnheer 1" zoo vertelde een an
der, ,,'t is een hard. werk, ik ben er
aan gewoon, doch ik zal het niemand
aanraden ermee te beginnen. Je moet
van ijzer en staal zijn. Wc hebben na
tuurlijk overal onze spionnenals wij
door dezen gewaarschuwd worden, dat
de commiezen op pad zijn, gebeurt Het
dat we bezweet van 't gaan en van t
dragen een paar uren in een droge
sloot moeten blijven liggen om de com-
miezen eerst te laten voorbijgaan.
En weder een ander„Och ia, mijn
heer, 'k zou 't graag laten varen, k lig
ook liever 's nachts op mijn bed, maai
ie verdient er een stuivertje mee, vrouw
en kinderen moeten ook leven en ander
werk is er niet
In den laatsten tijd is herhaaldelijk
aangedrongen op afschaffing van den
zoutaccijns; het voortbestaan wordt al
leen verdedigd op grond van de belang
rijke opbrengst, welke jaarlijks ongeveer
3 en een half millioen bedraagt. Zeker
een niet onbelangrijke bijdrage voor s
lands schatkist; ware het echter moge
lijk dat cijfer tot de juiste waarde te
herleiden, het argument daarop geba
seerd, zou ongetwijfeld veel in kracht
verminderen.
Jaarlijks wordt een zeer groot aantal
zoutsmökkelaars op de daad betrapt en
voor elk proces-verbaal ontvangen de
commiezen tien gulden beloonmgbo
vendien worden er reis- en verbhjt kos
ten aan deze ambtenaren vergoed.
De Staat draagt de kosten voor t
logies en den onderhoud der smokke
logies en ueu
laars gedurende de weken en maanden
van hun straftijd.
Voeo- hierbij de waarde van het tijci
verlies&der marechaussees en commiezen,
die andere vaak dringende werkzaam
heden laten voorbijgaan om te surveif
leeren op zoutsmokkelaars en breng
eveneens in rekening den arbeid der
rechterlijke ambtenaren, die hunne zit
tingdagen aan deze wetsovertredingen
moeten wijden, dan waarlijk is er reden
om te veronderstellen dat de Staat door
dezen accijns in de eene hand ontvangt
wat hij voor een groot deel met de an
dere weer gedwongen wordt uit te geven.
Het verdient om de volledigheid nog
aangeteekend te worden, dat van e
bovengenoemde onkosten, veroorzaakt
door de smokkelaars, ook zelfs geen cent
terugkeert tengevolge van het zout dat
bij hen wordt in beslag genomen.
Het gelukt zelden of nimmer aan de
ontvangers of wie verder gerechtigd zijn
tot den verkoop, om den prijs van den