BUITENLAND. BINNENLAND. -O pen met de zelfverloochening en den heldenmoed, dien men van het Italiaan- sche leger gewoon ïs. De minister Gre- nala was ook hier, zooals vijf jaar ge leden te Cassamicciola. terstond op zijn post met hulp en raad. Zeker zou ook ile koning zijn toegesneld, indien niet de hachelijke politieke toestand opdat oogen- blik zijn tegenwoordigheid te Rome nood zakelijk gemaakt had. De publieke liefdegiften die zijn in gekomen waren overvloedigde koning gaf 150.000 lire-, de steden Turijn, Mi laan Genua hebben zich door hare mild heid onderscheiden. Allerlei gaven in na— tura werden ook aangeboden; een arme schoenmaker te Milaan werd nog een indi rect slachtoffer van de ramphij ontving op zijn hoofd een pak dat uit een vierde verdieping aan den voorbijrijdenden wagen met liefdegaven werd toegeworpen en was onmiddellijk dood. Moge dé hemel Italië nog lang sparen voor eene ramp als deze. Mogen de amandelboomen en perziken, thans in vollen bloei langs onze Riviera, en de glimlach der zon, die ze te mid den der ruïnen kust, de voorteekenen zijn van betere tijden en een terugkeer van welvaart voor deze geteisterde stre ken. Tengevolge van de verspreiding van een bericht, als zou weder een aanslag hebben plaats gehad op het leven van den Russischen czar, heeft de heer Fergussen in het Engelsche Lagerhuis eenige me- dedeelingen gedaan. Volgens deze mededeelingen zijn eenige personen, die in het bezit van ontplof bare stollen zijn bevonden, in hechtenis genomen op den weg, dien men onderstelde dat de keizer aller Russen zou afleggen tot het bijwonen der godsdienstoefening ter herinnering aan den sterf dag van den vorigen czar. Een aanslag heeft ech ter niet plaat? gehad. Eene depêche uit Berlijn meldt, "dat volgens een telegram uit Petersburg, zes studenten in hechtenis zijn genomen in. Newski Prospect, bij het paleis Anitchkin, waarde czar en zijn gezin verblijf hou den. Men vond bij hen ontplofbare stoffen. De studenten wachtten het vertrek af van den czar naar den kathedraal. Een Fransch blad bevat een artikel, waarin gezegd wordt, dat Paus Leo XIII een plan heeft gemaakt om een oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland te verhinderen. Daartoe zou eene soort van federatie worden tot stand gebracht tus schen Zwitserland, Elzas-Lotharingen dat eerst tot neutraal gebied zou worden verklaard Luxem burg, België en Holland, met toestemming en on der bescherming van al de overige Europeesclie mogendheden. Zoo zouden Frankrijk en Duitsch land door eene breede strook gescheiden zijn. De rol van stootkussen, état tampon, die ook ons hierbij is toegedacht, vinden we alles behalve benijdenswaardig. De houding van Rusland tegenover Bulgarije wordt aangeduid door de uitdrukking „op den loer liggen." Het beeld herinnert ons Van Alphen's kat, die uren lang gedoken zat, om op een muis te loeren." Men weet, dat ook de Russen geduld eene 6choone zaak vinden, als het er op aankomt, hun oogmerk te volvoeren. En men weet ook hoe het met de muis afliep. De Belgische minister van oorlog heeft uitvoe rige plannen medegedeeld voor de forten te Luik en te Namen, welke, naar zijne overtuiging, zon der vermeerdering der levende strijdkrachten zou de kunnen worden verdedigd. Het veldleger be staat uit 65 000 man, de bezetting der stelling Antwerpen uit 25.000 man, die van Luik en Na men uit 12.000 man en die der overige versterk te plaatsen uit 20,000 man. In het geheel zouden 130.000 man noodig zijn, en dit is juist het cijfer der tegenwoordige legersteikte. De met- groot verlof zijnde miliciens van de lichting van 1884, behoorende tot het wapen der infanterie, zullen tusschen 9 Augustus en 17 Sep tember a.s. voor den tijd van vijt weker, onder de wapenen komen, tot het deelnemen aan de na jaarsoefening. TWEEDE KAMER. Over de hoofdbeginselen onzer administratieve rechtspraak zal eerst beslist worden, als Hoofdstuk V van de nieuw ontworpen Grondwet aar de orde is. Tot zoolang werd de herziening van artt. 68 en 72 der Grondwet, en dientengevolge ook de eindstemming over Hoofdstuk II der Grondwet aangehouden. Het eerst was dus Hoofdstuk III aan de orde en wel in de eerste plaats de motie van orde des hee- ren Schaepman, strekkende tot behandeling van het Yoorloopig Kiesreglement gelijktijdig met de voornaamste ontworpen Grondwetsbepalingen om trent het Kiesrecht. Het resultaat van den gevoerden strijd mag ver blijdend genoemd worden voor allen, die aan het werk der Grondwetsherziening een kwaad hart toe dragen. De luide toejuichingen, die den heer Schaepman bij zijn slotwoord en het intrekken zij- Der motie, van de Rechterzijde te beurt vieleD, mogen ten bewijze strekken, dat dit dadelijk zoo werd begrepen. De vraag doet zich voorWat zal het lot we zen vaD het Regeeringsvoorstel tot herziening van Hoofdstuk III der Grondwet De beraadslagingen over dit punt gevoerd geven nog geen antwoord op deze vraag. De sprekers, die het woord voer den, waren niet de leiders en vertegenwoordigers van hen, die bij deze eerste lezing het lot der Grondwetsherziening in handen hebben. Bijzondere belangstelling verdient hun optreden dan ook niet. De algemeene beraadslagingen worden nog voort gezet. AXEL 18 Maart 1887. Deze week werdpn alhier geene gevallen van mazelen aangegeven. o De winter is weder in zijn volle kracht. Door het fraaie weder uitgelokt, was de landbouwer reeds druk bezig met de werkzaamheden. Boonen en erwten zijn reeds onder den grond en met het zaaien van gerst, vlas, enz. was ook al een begin gemaakt. Geheele velden zijn met aardappelen bepoot en met deze werkzaamheid was men nog druk bezig. Maar heer winter vond missohien, dat de menschen het wat al te bont maakten. Als dat van 't jaar goed gaat, zullen ze misschien t volgende jaar al met Nieuwjaar gaan zaaien en planten, we zullen daar eens een schotje voor schieten. Zoo heeft misschien heer winter gere deneerd. Het ziet er met dat al, verre van gun stig uit en het wintert niet weinig. Sneeuw, vorst en wind maken het zoo koud 8 als of 't December was. Arme aardappeltjesZou het niet een goede les zijn voor velen die er altijd zoo vroeg op willen. e Bij J. Wolfert aan 't spoor alhier heeft eene kip een ei gelegd in den vorm van een zandloo- per. De lengte is die van een gewoon, ei, doch te midden is het ingedeukt tot op 1 centimeter dikte. We plaatsen dit geval om dat het ons beleefd verzocht werd, ofschoon we gelooven dat derge lijke afwijkingen van de regels der natuur dikwerf voorkomener wordt evenwel niet altijd publici teit aan gegeven. o Naar wij vernemen wordt de heer C. J. Yan der Walle, Rijks-ambtenaar alhier, met ingang van 1 Mei a.s. overgeplaatst naar Overslag. Het is ons aangenaam onzen lezers een ge trouwen afdruk te geven van een eigenhandig schryven aan Z. M. onzen geëerbiedigden Ko ning op Hoogstdeszelfs verjaardag den 19 Fe bruari jl. gezonden door eene gehuwde vrouw, woonachtig in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen en die het ons ter plaatsing heeft afgestaan. 19 Februwarij 1887. Geëerbiedigden Koning, ik als huisvrouw van een bediende beambte uit uwen beminden Konnings diens en daar ik van mijn Geboortedag af. het brood uit uwe Zijnen Majesteits heb geprofiteert, daar mijn overleden Vader 36 Jaar, achter een zijn ambt heeft bekleed, en ik zijn oudste dochter zijnde ook nu al bijna 16 jaar hetzelfde, genoemde en nu wij als vader en moeder, een zoon in aan- togt hebben zestiende levensjaar is in Getreden, en nu ook over eenigen tijd, Zijn brief van Den Zeer Geachten Heer Kappietein uit Schoonhoven heeft ontvangen om op Zijn beurt opgeroepen te worden, om in uwen beminden Koning zijn dienst te treden, zoo als zijne ouders en Groot ouders, in dat Geluk hebben Gedeeld. Beminde Siere wiens Hart zou dan niet vol zijn, daar de mont van overloopt, en ook het spreekwoord zal bij u Zijne Majesteit ook wel bekent zijn, wiens brood meen eet, wiens woort men spreektGe liefden Koning, ik verkeer, in het beste vertrou wen, dat u o Vorst, en ook u Geliefde Gemaa- lin, onze Vorstin, mijn beleefde wensch op uwen Kroonverjaardag, die uit een welmeenend Hart, uitgesprooten, niet kwalijk zult nemen, ach, neen ik zal maar denken toen onzen liemmelsen Heer, en Koning op de aarde wandelde, had altijd de arme rondom en bij zich en ongetwijfelt zult u onzen aardsen Heer, en Koning ook een Gevoelig Harte dragen, voor u Yolk, die u een welmee- nenden wensch aanbieden bij deze Gelegenheid, al zoo luide mijne wensch. beminde Vorst, ik' felieseteer u, met uwen Geboortedag en bij deze mijne bede, en wensch nog vele jaren, naar de zen toe, opdat u onzen dierbaren Vorstvoor steun en staf, nog lang, Ja, zeer lang in het midden van u Volk en Vaderland, moge zijn, en blijve, en ook dat den Goeden God het moge behage, dat uwe Goede onze Geliefde Vorstin, en ook uwe dierbare Kroost Hare Koninklijke Hoog heid ons veel belooft prinsestje, Wilhelmiena, er lang, Ja nug zeer lang Getuige van moge zijn, ziet daar Geachten Vorst dat is de wensch van mijn. en nu ten slotte nog eenige verstjes, aan u onze Geëerbiedigden Koning. Zijn Kroonverjaar dag door mijn aan Geboden, die Haar teekent, uwen berijdwilliege en dienstwilliege Dienares, enz. enz. Aan Zijnen Majesteit, op zijn Verjaarings Feest, 19 Februwarij 1887. De vriendschap als men die mag smaken, Kan waarlijk zoet het leven maken, Al leert ons somtijds Dit of Dat Want vriendschap is een Ware schat Die schat, O vorst richt thans mijn schreden, tot u, om op den Dag van heden, Uw jaardag, u een Vrienden Groet te doen toekomen uit mijn blij gemoet. Moogt ge u steeds rijklijk zien omringen, Van de allerbeste zegeningen. Uw levenspark, met vreugt getooit Zij als met bloemen steeds bestrooit Ga vroolijk Door het leven henen, Door voorspoedt en Geluk beschenen De zon der heils sier met haar glans, Uw weg met groenen levenskrans. Overvloed van Zegeningen, Douwen op u levensbaan, zeven en tachtig kweek u bloemen Vriend lief, Die nooit vergaan. Van geluk en zielenvreede Brenge u vreugd en voorspoed aan,

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1887 | | pagina 2