IVo. 101. Zaterdag o Maart 1887. 2e Jaarg.
Toch waarlijk zoo slecht?
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Nieuws- en Advertentieblad
F. D1ELEMAN,
AXEL.
M.
BUITENLAND.
Dit Blad verschijnt eiken Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 maanden 25 cent; franco per post 30 cent door
geheel Nederland; voor België 60 cent; het
laatste echter bij vooruitbetaling. Afzonderl. numxn. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentien van 1 tot 4 regels 25 cent;
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Vrijdagnamiddag TWEE uren, bjj den Uitgever.
Die vraag kwam dikwijls bij ons op,
wanneer we telkens en telkens hoorden
klagen en jammeren over den slechten
tijd.
't Is waar, de klagers hebben in vele
gevallen geen ongelijk. Hunne klachten
zijn niet van allen grond ontbloot, wan
neer we zoo het een en ander eens wat
nauwkeuriger nagaan. Allereerst de land
bouw, waarvan in onze streken alle wel
vaart afhangt, hoe treurig staat het daar
niet mede De lage marktprijzen, slechte
oogsten en hooge pachten zijn drie mach
ten, waartegen vooral de strijd gevoerd
moet worden, gewoonlijk tot nadeel van
de alleen staande partij. Met den land
bouw staat het dus alles behalve gunstig.
Met andere takken van bestaan heb
ben we hier weinig te maken. De ver
schillende handwerkslieden gevoelen maar
al te zeer den druk, waaronder de land
bouw gebukt gaat.
Heeft men gedurende den afgeloopen
winter nagegaan wat er in de groote ste
den is voorgevallen, dan kan het niet
ontkend worden, dat ook daar alles be
halve welvaart heerscht, vooral onder den
werkenden stand. Het aantal werkeloo-
zen, die dagelijks om brood kwamen
vragen, was legio en nam eerder toe, dan
at.
Aldus zouden we nog een poosje kun
nen voortrede neeren, doch ons doel is
niet, alleen de donkerste schaduwen van
den tegenwoordigen toestand aan te
wijzen.
Het spook der sociaal—democratie, dat
reeds gedurende eenige jaren ook in ons
dierbaar Vaderland rondwaart en in den
laatsten tijd veel, zeer veel aanhangers
verwierf, schijnt toch bij de mindere
bevolking niet overal gunstig ontvangen
te worden. Of het nu komt dat de
hoofdman, de heer F. Domela Nieuwen-
huis, thans voor een jaar "van het too—
neel verwijderd is, of, dat de oorzaak is,
dat de klasse waaronder de meeste vol
gelingen der sociaal-democratische vaan
geworven worden, het drijven der leiders
moede is, hoe het ook zij, de laatste
dagen hebben ons doen zien, dat het
volk niet algemeen met hen medegaat,
niet hunne valsche theorieën toegedaan
is.
Het feest van onzen grijzen Vorst is
te Amsterdam, Rotterdam en Leiden
vooral de aanleiding geweest, tot eene
openlijke oorlogsverklaring van eene
groote massa aan de sociaal—democraten.
Wij zullen de laatsten zijn, om de ruwe
tooneelen welke in bovengenoemde plaat
sen zijn voorgevallen, goed te keuren
maar wij kunnen het toch niet verzAvij-
gen, dat het ons eenigermate goed deed,
te vernemen, dat een groot deel onzer
lagere stadsbevolking het socialisme vij
andig .gezind is. Dat zal misschien de
leiders wel een toontje lager doen zin-
gen.
Heeft 't volk het dan toch zoo bang,
als de opruiers het hun dagelijks trach
ten wijs te maken
Wij gelooven, dat er dezen winter
vooral in de steden veel armoede is
geleden maar toch twijfelen wij er aan
dat met allen die beweren geen werk
te kunnen krijgen, zulks het geval is.
Er dient onderscheid gemaakt te worden
tusschen werkeloozen en werkloozen.
De laatsten zijn zij, die met den besten
wil, om te werken bezield, toch geen
werk hebben en dus tot lediggang ge
doemd zijn. Zijn zij uit den aard der
zaak werkeloozen, niet alle werkeloozen
zijn buiten gelegenheid werk te hebben.
Onder hen bevinden zich velen, die lie
ver langs de straat slenteren, dan po
gingen aan te wenden om hunne krach
ten nuttig te besteden, vertrouwende op
de milddadigheid en het medelijden der
meergegoeden.
Er wordt, en vooral in den winter
voor den werkman het bangste jaarge
tijde veel gegeven ten behoeve der
noodlijdenden, doch, dat een vrij groot
bedrag besteed wordt tot ondersteuning
van lieden, die het niet noodig hebben
en zulks bijgevolg ook niet verdienen,
staat als een paal boven water. Voor
beelden zijn ons bekend, dat door ledig-
gangers geweigerd werd eenige kleine
werkzaamheden te verrichten, hoewel
daarvoor eene billijke belooning werd
toegezegd. Dit komt, doordat bij de
zulken de gedachte dat* zij toch onder
steund worden en dat men hen niet van
honger zal laten omkomen, het zwaarst
weegt en zij alzoo liever den geheelen
dag werkeloos blijven, dan bijvoorbeeld
een halven dag voor een evenredig loon
te werken.
In onze landbouwende streken heerscht
zelden groote armoede. Des zomers
wordt in den regel genoeg verdiend om,
bij verstandig overleg, zonder bezorgd
heid den winter af te wachten. Boven
dien vinden velen gedurende een groot
deel van het barre jaargetijde hunne
vaste werkzaamheden in de schuur.
Menig arbeider legt dan ook 's avonds
minder bezorgd het hoofd neder dan de
meester in wiens dienst hij staat. Het
valt dus niet te ontkennen, dat de toe
stand der mindere klasse ten platte
lande niet zoo heel ongunstig is, al is
zij dan ook niet rooskleurig te noemen.
Voor vele takken van bestaan is ver
betering hoogst wenschelijk, dat spreekt
maar Avanneer zal dat niet het geval
zijn
Wij eindigen met dezelfde ATaag, als
Avaarmede wij ons opstel begonnen Is
de toestand dan toch waarlijk zoo slecht?
De Duitsche Rijksdag is tegen gisteren,
dat is Donderdag bijeengeroepen. De
keizer zelf zal de zitting openen. De
eerste woorden zal de oude Wilhelm
uitspreken en de rest van de openings
rede zal Bismarck voorlezen.
Maar, hoe komt men er nu toe om
een Rijksdag bijeen te roepen, waarvan
men nog niet eens alle leden kent? In
het gunstigste geval kunnen slechts 334
van de 397 leden op hun post zijn. Nog
62 herstemmingen en 1 naverkiezing
moeten gehouden wordenbijna een
zesde van den Rijksdag is dus niet in
de gelegenheid ter vergadering te ver
schijnen.
Bismarck mag met voldoening op
den uitslag van zijn tour de force neer
zien. De vereischte Regeeringsmeerder
heid voor de aanneming van het beruch
te septennaat is verkregen en de na-
verkiezing zal geen verandering in die
meerderheid teAveeg brengen.
Alleen over de Elzas-Lotharingers is de
ijzeren Man niet tevredendaar zijn de
\riendjes van de Regeeiing eenvoudig aan
de deur gezet. Daar zullen dus kunstmid-