No. 99. Zaterdag 19 Februari 1887
2° Jaarg.
Enkele losse opmerkingen naar
aanleiding van het Koningsfeest.
Nieuws- en Advertentieblad
oor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. IHELEMAA,
AXELSCHEffiCOlRANT.
Dit Blad verschijnt eiken Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 maanden 25 cent; franco per post 30 cent door
geheel Nederland; voor België 60 cent; het
laatste echter bij vooruitbetaling.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent;
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Vrijdagnamiddag TWEE uren, bij den Uitgever.
Wij staan aan den vooravond van een
schoon feest.
Heel Nederland heeft zich toegerust
voor de viering van den zeventigsten
jaardag van onzen beminden Koning.
Geen plaatsje in het gansche Kijk van
eenige beteekenis, of er bestaan een of
meer feestcommissiën, welke al hei mo
gelijke hebben gedaan om den I9en
Februari tot een onvergetelijken dag te
maken.
Moge het Oranje-zonnetje het leest
door zijne heldere stralen opvroolijken.
Ofschoon de tegenwoordige tijd weinig
geschikt is om feest te vieren, zoo mag
een dag als die van morgen daarop wel eene
uitzondering maken. Het geldt hier toch
een man, die naast God, ons aller Vadei
is. Het Hoofd van den Staat, gesproten
uit den edelen Oranjestam, sedert bijna
38 jaren over ons regeerende is wel een
feest waard.
Aanzienlijke sommen zijn door het
geheele land bijeengebracht voor uitdee-
lingen van levensmiddelen, kleederen en
brandstoffen aan armen en behoeftigen.
Voorwaar, wel een bewijs, dat het niet
altijd waar is, wat sommigen stoutweg
durven beweren, dat er voor het volk
niets gedaan wordt. Bijna overal
is in de eerste plaats gedacht aan de
arme medeburgers; het grootste gedeelte
der ingezamelde gelden is ten hunne
voordeele aangewend.
Gelegenheidsversjes zijn bij massa's in
't licht verschenen. Niet altijd zijn de
vervaardigers daarvan even gelukkig ge
weest.
Vooral voor de schooljeugd zijn lieve
versjes geschreven. Er zijn echte ju
weeltjes onder.
Ons volk zingt gaarne.
En toch het zal naar alle waar
schijnlijkheid weder blijken, dat gepaste
liederen vcor een feestdag als deze door
weinigen gekend worden. Het „W ien
Neerlandsch bloed", „l)e Koning leev
„Wilhelmus" en dergelijke, ja, ze zullen
gezongen worden ongetwijfeldMaar
hoe? De meesten kennen slechts een
of twee coupletten, meer niet.
Moet het gevoel van liefde voor V a-
derland en Koning zich uiten in het
uitgalmen van ellendige straatdeunen
Het gebeurt, helaas, maar al te dikwijls.
Vele Vaderlandsche zangen vallen wei
nig in den smaak.
Wiens hart voor Land en Koning gloeit
Verheff' den zang als wij.
Deze regels zijn toch vrij wat schoo
ner dan al de onzin, waarop we jaar m
jaar uit door orgeldraaiers en liedjeszan
gers vergast worden.
En die onzin wordt gretigr overgeno
men en gezongen tot vervelens, ja, tot
walgens toe. Er is waarlijk weinig
veredelends m die flauwe rommelzoo.
Neen verbant al dien ongezouten
kost. Laat een echt Vaderlandsch lied
klinken
Er is voorraad genoeg, wanneer de
lust tot zingen daar is.
IllITENLANl).
Het spreekwoord zegt, dat er nooit
meer gelogen wordt dan na een jacht
partij, gedurende een oorlog en vóór
eene verkiezing Dit laatste worden de
Duitsche kiezers ook gewaar. Hen wordt
in de laatste dagen herhaaldelijk voor
gespiegeld, dat oorlog of vrede eenvou
dig afhangen van de meerderheid welke
in den Rijksdag zal gekozen worden.
Allerlei middeltjes worden uitgedacht
en aangewend om de kiezers te overha
len en gelukt het eene niet te best, dan
wordt een ander te baat genomen.
In het zuiden van Rusland worden
thans groote oorlogstoebereidselen ge
maakt. Er wordt gewerkt met een ijver,
dat men zou gaan denken niet alleen
aan eene bezetting van Bulgarije, maar
zelfs aan een tocht naar Constantinopel.
Niet minder dan 100,000 man der re
serve is opgeroepen. De Zieke Man zit
te rillen en te beven over het gevaar
dat boven zijn hoofd hangt en dat hem
wel eens zijn heerschappij zou kunnen
kosten.
Bij de Italiaansche regeering is dezer
dagen zeer slecht nieuws ontvangen uit
Afrika. Generaal Gene, de Italiaansche
bevelhebber te Massowah, heeft brieven
300 M.
geschreven omtrent het aldaar voorge
vallene, waaraan de volgende bijzonder
heden worden ontleend.
Majoor Boretti, die liet garnizoen van
Saati kommandeerde, bericht, dat hij op
25 Januari in den vroegen morgen de
hoogten rondom het fort door duizenden
Abvssiniërs bezet zag. Hij gaf onmid
dellijk bevel, granaten onder de vijanden
te laten werpen; dit had eerst geen
uitwerking, doch na eenigen tijd ver
dwenen de Abyssiniërs. Daarop zond
majoor Boretti luitenant Corns met een
aantal manschappen op verkenning uit,
en dezen raakten weldra met den vijand
slaags, die zich krachtig verdedigde.
Nauwelijks waren enkele schoten ge
wisseld, of van alle zijden stormden
ontzaglijke massa's van Kas Aioela's troe
pen op de Italiaansche verdedi
ken toezij naderden die tot op
en werden met een moorddadig vuur
ontvangen. Tot half vijf in den namid
dag werd de strijd voortgezet; toen zoch
ten de Abyssiniërs hun heil in de vlucht.
Majoor Boretti verschoot in dien tijd 5(100
patronen, 37 granaten en 17 shrapnel s.
Zijn voorraad was daardoor bijna uitge
put en hij zond zoo spoedig mogelijk een
bode naar Monkoello om nieuwe ammu
nitie en levensmiddelen te vragen. Gene
raal Gene zond het gevraagde zoo spoedig
mogelijk af, ouder bedekking van drie com.
pagnieën Italiaansche en van een paar de
tachementen ongeregelde troepen. De ko-
lonne verliet Monkoello in den vroegen
morgen van 26 Januari. Tegen 11 uur
ontving de kommandant te Monkoello
een brief van den bevelhebber der ko—
lonne, kolonel Cristoloris, met het bericht,
dat deze m de nabijheid van Dongoli
eene zeer talrijke vijandelijke legermacht
had ontmoet en dat zijne mitrailleuses
niet te gebruiken waren. Eenige oogen-
blikken Tater kwam een tweede schrijven,
waarin gezegd werd, dat de kolonne zon
der versterking in manschappen en ge
schut geen schrede verder kon komen.
Onder deze omstandigheden zond de
kommandant van Monkoello een van de
twee compagniëen, waarover hij beschik
te, kolonel Cristotoris ter hulp. Het
slot van het voorval is medegedeeld
door kapitein Tanturi, die het Level
voerde over deze laatste compagnie. Te
half twaalf verliet hij Monkoello. Bij