IVo. 96. Zaterdag 29 Januari 1887. 2e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAN, De toekomstige Kiezers. AXELSCHEI ÏCOIIRANT. Dit Blad verschijnt eiken Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 maanden 25 cent; franco per post 30 cent door geheel Nederland; voor België 60 cent; het laatste echter bij vooruitbetaling. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent; voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Vrijdagnamiddag TWEE uren, bij den Uitgever. Eenige dagen geleden kwam ons onder bovenstaand opschrift een artikel in han den van den heer Vitus Bruinsma, het welk wij in hoofdzaak willen mededee— len. Wie volgens het voorgestelde voorloo- pige kiesreglement kiezers zullen zijn, kan in hoofdzaak nagegaan worden, door de huurwaarde van de in gebruik zijnde woningen te beoordeelen. Kortheidshalve kan men zeggenwie in Amsterdam ƒ100 of meer verwoont wordt kiezer. Doch geheel juist is dit niet, want door de huur waarde verstaat de wet op het personeel niet de werkelijk betaalde huur. De huurwaarde wordt, met het oog op de personeele belasting geschat en daarbij mag wel de inderdaad betaalde huur in aanmerking genomen worden, maar de schatters behoeven zich daaraan niet te houden. Zij mogen er met hun schat ting boven gaan of beneden blijven en doen gewoonlijk het laatste niet zelden in sterke mate. Hierin bestaat in de onderscheiden plaatsen zeer veel verschil en volgens mededeeling in het Afdee— lingsverslag der Tweede Kamer wordt te Amsterdam iemand die 4 's weeks verwoont, feitelijk nog niet in het volle bedrag van het personeel aangeslagen en zou hij dus nog geen kiezer worden. In menige plattelands—gemeente gaat het echter geheel anders toe en er zou den gemeenten aan te wijzen zijn, waar nauwelijks 10 percent van de woningen onaangeslagen zijn, terwijl in andere meer dan 50 percent vrij blijven. Bij een vroeger voorstel stelde de regeering er veel prijs op, dat overal evenveel percenten van de bevolking kiezers zouden zijn en daarnaar zou in het toen voorgestelde huurwaardestelsel de huurwaarde geregeld worden. Thans wordt de grootste onregelmatigheid Voorgesteld en zal b. v. zooals in het genoemde verslag wordt opgemerkt, het getal kiezers over het gelieele land 7 percent der bevolking bedragen, doch m Zeeland 9 percent en in Limburg slechts 4 percent. Slechts een gering getal nieuwe kie zers zal worden toegelaten. Terwijl er thans ongeveer 136 000 kiezers zijn voor de Tweede Kamer en 222 000 voor de Gemeenteraden, zouden er bij de voorgestelde regeling zijn ongeveer 300 000. Een toeneming dus voor de Tweede Kamer met 120 percent en voor de Gemeenteraden met slechts 35 percent, terwijl indien men geheel het volk liet meespreken, zooals in Frank rijk, Duitschland, Zwitserland en elders, er een getal van bijna een millioen kiezers in ons land zou moeten zijn en dus de vermeerdering voor de Tweede Kamer ruim 600 percent en voor de Gemeenteraden ongeveer 350 percent zou moeten bedragen. In de bijlagen tot het regeerings— voorstel vindt men eene opgave van de beroepen, bedrijven en betrekkingen van degenen, die ten volle zijn aan geslagen in de personeele belasting over het dienstjaar 1885 j 86 in eenige ste den en plattelands-gemeenten, twee in elke provincie. Doelt wie de getallen uit die lijsten vergelijkt met het aantal personen van de aangewezen beroepen, dat werkelijk aanwezig is, komt spoe dig tot het besluit, dat hier en daar slechts aan een enkele, die men tot de werklieden zou kunnen rekenen, het kiesrecht gegeven wordt. Voorbeeld: Op de lijst voor Leeuwarden staat 1 smidsknecht, doch er zijn daar wel 40; verder vindt men als toekomstige kie zers opgegeven 3 boekdrukkersknechten en letterzetters, doch er zijn te Leeu warden 77 van deze soort gezeten werk lieden. Van de 56 goud— en zilver- smidsknechten zouden 5 kiezer worden en van de 70 meubelmakersknechten 7. Van de 30 wagenmakersknechten zou geen enkele tot kiezer worden bevor derd. Gaat men na, wie het zijn, die uit de ambachtslieden het kiesrecht zouden verkrijgen, dan vindt men hier een werk man die eens een erfenis gekregen heeft en het dus wat ruim kan hebben; daar een ambachtsman zonder kinderen en wiens vrouw daardoor tijd en krach ten heeft om een winkelzaak te drij ven; ginds een eveneens kinderloos- echtpaar, dat meerdere kostgangers houdt en om deze redenen een bijzon der ruime woning in huur heeft. Ge wone werklieden, zonder andere inkom sten dan hun weekloon, treft men niet aan onder de toekomstige kiezers. Volgens den heer Bruinsma steunt het aanhangige voorstel niet op goede grondslagen. Blijft men bij de regeling- naar de geldbeurs zien, dan kan het niet anders cf men krijgt een kiezerspersoneel dat niet uit alle rangen en standen dei- maatschappij is voortgekomen, maar slechts uit enkele kringen. Denkt men zich de maatschappij uit zeven lagen samengesteld, zeven lagen verschillende in de welvaart die zij genieten en alles wat daarmede samen hangt, dan kan men tegenwoordig zeg gen dat slechts aan een dier lagen, aan de bovenste, invloed op de samen stelling der Volksvertegenwoordiging is toegekend. Volgens de voorstellen van Minister Heemskerk zal daar nu nog een laag bijkomen. Ten slotte merkt de schrijver op, dat de wenschen van de voorstanders van algemeen stemrecht door het voorstel verre van bevredigd worden en dat het nog wel tientallen van jaren zou kunnen duren eer dit het geval zal zijn. BEITENLASP. De Pall Mall Gazette bespreekt de ver" plicliting, die op Engeland rust tot hand" having der onzijdigheid van Belgie. Het traktaat van 1870, door den heer Glad stone met Frankrijk en Pruisen gesloten, was slechts geldig tot een jaar na het sluiten van den vrede van Frankfort, zoodat thans de bepalingen van het traktaat van 1839 weer van kracht zijn, Volgens dit traktaat wrordt de neutrali teit van België gewaarborgd door Rus land, Oostenrijk, Engeland, Frankrijk en Pruisen. Genoemd blad meent, dat de beide eerstgenoemde mogendheden geen hand zouden uitsteken om België te verdedigen, zoodat de last geheel op Engeland zou drukken. En daar dit laatste een Fransch of een Duitsch leger niet uit België kan verdrijven, zou het evenals de heer Gladstone in 1870 wilde den oorlog moeten verklaren aan de eerste der beide strijdende partijen, die de onzijdigheid van België schond.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1887 | | pagina 1