GEMENGD NIEUWS^ "vastgesteld Het aan miltvuur lijdende dier moet van het overige vee worden afgezonderd gehouden. De stal or het gebouw, waarin zich door miltvuur aangetast vee heeft bevonden, moet worden ontsmet. In bijzondere gevallen, ter beoordeeling van den districts-veearts, kan afmaking van zieke of ver dachte dieren worden bevolen. Ten aanzien van de uitoefening van deze bevoegdheid, volgt de dis tricts-veearts de bevelen van den Minister van Binnenlandsche Zaken. üe brandstoffen en andere benoodigdheden, voor het verbranden te bezigen, en de bij het begraven ontsmettingsmiddelen, worden door den Burgemees ter op Rijks kosten verstrekt. Uit Amsterdam schrijft men aan de Held. Crt. „Ik heb het met eigen oogen gezien en met eigen ooren gehoord, hoe bij gelegenheid van een preekbeurt van ds. Westhoff eene dame met een bitter, maar niet onverklaarbaar woord hare diepe verontwaardiging te kennen gaf aan een student der Vrije Universiteit, die'in gezelschap van een troepje vrienden zich niet ontzag om onder het psalmgezang zijn hoed op te houden en zijn sigaar te rooken. Dat zijn kleine trekjes, die den toe stand teekenen. Men begint van weerszijden op voet van gewapenden vrede niet alleen, maar op voet van oorlog met elkaar te verkeeren, en in plaats dat het twistvuur langzamerhand uitdooft, wordt het door de dweepzieke voorstanders van het „Gereformeerde Kerkrecht" bij elke gelegen heid zoo hard mogelijk aangeblazen. Met een volharding, een edeler zaak waardig, handhaven zij zich nog voortdurend in het bezit der weder rechtelijk veroverde Nieuwe Kerk. Deze vormt eigenlijk het hoofdpunt der operatiën en om haar te behouden, ontzien de „kerkrechters" moeiten noch opofferingen. Nog steeds worden kosterij en consistorie dag en nacht bewaakt, en in den nacht dienst wordt voornamelijk voorzien door werkvolk van de bierbrouwerij des heeren Hovy. Toen onlangs op een Zaterdag bij een mijner kennissen een voorraad van het edele moutsap aan huis werd afgeleverd, deelde de voerman van den wagen aan de dienstbode mede, dat hij dien avond, na ontvangst van zijn weekloon, niet naar huis ging, maar zich naar de Nieuwe Kerk zou begeven, om daar tot Maandagochtend te kampee ren als waker. Welk een geest komt er op die wijze onder het volk! Hoe wordt de zucht tot oppositie en verzet als moedwillig aangeblazen En welk een toestand, zulk een dag en nacht be waakte en in staat van beleg gebrachte kerk in de hoofdstad van een beschaafd landZou men niet zeggen, dat het eene bladzijde uit de sombere kerkgeschillen van lang vervlogen eeuwen gold? .Én dan ,te moeten denken, dat dit alles geschiedt ad majorem Dei gloriam AXEL, 9 April 1880. Voor het beroep naar Kethel en Spaland heeft de heer ds. J. H. Geselschap alhier, bedankt. Hulst vierde eergisteren, den- 7den April feest; het was hier een blijde dag. De Weleerw. heer C. P. Buijze, Pred. bij de Herv. Gem. herdacht -den dag zijner 25-jarige Ambtsvervulling te Hulst. De man, de vriend vaii allen, bij zooveel Ka tholieken zoowel als Protestanten geacht en be mind, ondervond doorslaande blijken van de al- gemeene achting, niet alleen in woorden, maar ook zichtbaar, o. a., in de menigvuldige vlaggen, welke niet alleen in de Gentsche straat, maar ook el ders wapperden. Vele leden der Gemeente, van zijne gemeente, kerkeraad, kerkvoogden en notabelen wedijverden om strijd om hem hulde te brengen, en als sprekend bewijs van belangstelling en wat zjj toewenschten met zijn feest, werd den waardigen man een prach tig bronzen beeld, voorstellende „De Lente" aange boden. De avond getuigde weder ten volle voor de warme toegenegenheid, den Heer Buijze door de Burgerij toegedragen, toen in eene serenade bij fak kellicht de „Harmonie" van Hulst hare liefelijke to nen deed weerklinken, toen de zangvereeniging Apollo" haar lied der Dankbaarheid deed opstijgen toen het bestuur dier vereenigingen in krachtige taal •den gevoelvollen man hunne hulde brachten en hun warme deelneming betuigden met zijn feest. Deze woorden, uit het hart geweld, grepen den man aan, die door zijn gevoel overweldigd werd, waar.van.zij- ne woorden telkens getuigden; want hier zag hij het vernieuwd bewijs, dat Liefde geen verschil, achting geen scheidsmuur kent, en hij het hem dierbaar Hulst 'niet zonder reden liefhad. Tot laat in den nacht waren vele vrienden bij gen, en vierde men met recht feest. Onvergetelijk zal de 7de April 1886 gegrift blijven in de her innering van allen, die dat schoone fèest mede vierden en bidden, dat de waardige man nog tal van jaren voor zijn werkkring, voor de zijnen, voor "Hulst gespaard blijve, de man, die een bode der Christelijke liefde, een voorbeeld van eendracht is. 'tls Liefde, wat de tempelwanden Weergalmen doet, als daar bet woord Van Vrede, Eendracht, Menschenliefde Van zijne lippen wordt gehoord 1 En in dien tempel, waar twee secten Der Christenheid hun hulde biên, Is 't beeld, hoe 't hier op aard moet wqrden, Zal alles naar Gods raad geschiên. „De wegen mogen velen wezen, Mits zij slechts leiden naar het doel Dat leert Gij, BUIJZE, Vriend van allen Nogmaals gegroet met warm gevoel Zuiddorpe 6 April. Maandag v. m.« a. s. zal alhier de eerste steen gelegd worden van de te bouwen nieuwe R. K. Kerk. Het feest wordt op geluisterd door het fanfaren gezelschap „ons genoegen". Zuiddorpe. Verleden week zijn alhier bij de Wed. Dierick een 15 tal kippen ontvreemd; de dader of daders van dezen diefstal is men nog niet op het spoor. De heer L. A. van der Bent, van Ter Neuzen, kweekeling aan de Rijks- Normaal lessen te Axel, verkreeg den 8 April jl. de onderwijzersakte. Naar het N. v. d. D. meldt, heeft een he vige brand het dorp Berg-Ambacht geteisterd. Zondagmiddag te 12 uren braken de vlammen uit in de schuur van K. Oskom. Achtereenvol gens werden 8 woonhuizen met schuren, enz. door de vlammen aangetast, waaronder 2 groote gebouwen aan de overzijde der straat. Onder de verbrande gebouwen behoort ook het Postkan toor. Slechts weinig kon gered worden, daar de zuidwestelijke wind de vlammen aanwakkerde en nagenoeg al de huizen met riet gedekt zijn. Slechts een gedeelte van de huizen en inboe dels waren tegen brandschade verzekerd; som mige zeer laag. Vijftien huisgezinnen zijn zon der dak. De brandweer, bijgestaan door die van Am- merstol, kweet zich dapper van hare taak. Slechts met veel inspanning heeft men den verderen voortgang van den brand kunnen stuiten. In de buitenwijk Groeseid, onder Tilburg, zijn Dinsdagmorgen, zonder bekende oorzaak, vier woningen onder éen dak, behoorende aan J. Coo- len, in brand geraakt en met het grootste gedeel te der inboedels vernield. Door een onbekende oorzaak ontstond Zater dag brand bij den daglooner J. H., te Heithuizen, In korten tijd waren het huis geheel en de meu bels grootendeejs verbrand. Niets was verzekerd. Te Uden, N.-B., ontstond Zondagmiddag brand in den ouden kerktoren, welke in een oogwenk met de kerk in lichte laaie stond. Aan blus- schen viel niet te denken. Wat gered kon wor den, werd uit het kerkgebouw gehaald. Om streeks 8 uur stortte de beroemde klok, een der oudste van ons land, met geweld gebarsten naar beneden, en eenigentijd later viel de torenspits met donderend gekraak ineen, in zijn val het vuur aan een naastbijgelegen huis mededeelend, dat met nog drie andere een prooi der vlammen werd. De schade is aanzienlijk. Hoe de brand ont stond, is niet bekend. Het Rott. Nlld. heeft een aardig bouquetje .van schoonheden gemaakt uit de jongste penne- vrucht van den Heer Frans Netscher, een ijverig apostel van de nieuwere richting in de lettèrkun- de en zwaaier van een meedoogenloos zwaard van critiek. Het tuiltje is geplukt in de novelle Hiss Nelly, voorkomende in het jongste nummer van „De nieuwe Gids." De Heer Netscher dan beschrijft het optreden van eene zangeres in een café-chantant, waar de chanteuses zaten, „in een stroomend bad van licht, kleuren, glanzende satijnen stoffen en roze stukken vleesch hm, stroomend bad van roze stukken vleeschzich uitstallend in de naakt heid harer ontbloote vormen, opgeverfd en opge- daan." De met menschen gevulde zaal wordt beschre ven „als een klomp van zwarte, grauwachtige kleuren hm, zwarte grauwachtige bestarn! (leesbestarnd) door de vale vleeschvlekken der gezichten." De zangeres „viel zingend op de pianomuziek in"; „het rauwe gaslicht gloeide met een drogen glans over het satijn, wipte met glippende glim peringen ('t staat er, heusch!) over de plooyeu, gloeiglanste (lees glansde) tegen het korsage enz." Miss Nelly schijnt een bijzondere beauté ge weest te zijn, althans„haar neus liep hm een loopende neusin een schuine lijn var het voorhoofd naar beneden (verbeeld-je dat dii lijn eens recht was veest!), eensklaps met een krachtigen zet boven do lippen afgestompt." Hart haren liepen (al weer loopen!) „in een dollen zwerm van krulletjes naar het voorhoofd, krui pend, krielend tot de wenkbrauwen!" Met de omgeving van het tooneel en het gas licirt leverde zij „een wisselspel van satijnen glimmeringen, vluchtende schaduwvlekjes, mattf huidglanzen en warrelende lijnvlechtingen." „Eeij speld in heur haar schoot bijwijlen flipflapjes van licht uit." ('t Staat er heusch „Zoo zong zij vijf koupletten af, in een dans van lijnen, een warrelend gestoei van kleuren een rijzonden en ebbenden vloedvan scha duwvegen en eene jubeling van noten." Het mooiste is echter het slot, wanneer ds dame aftreedt, na nog eenige malen in de lijs! van het tooneel te hebben „op en neer gedrib beid, wipbillend, wiegheupend, vlijhalsend, mei guitige gluurblikjes uit de ooghoeken, glibberen de lichtglippen over de rondingen van satijn' Dat intusschen aanhangers van diezelfde nieu we litterarische schoolwel eens werken leveren, welker schoonheid ook aan anderen in het ooj springt, blijkt uit het in dezelfde aflevering ge plaatste zeer fraaie gedicht „Aan Zee", van I van Eden. -- De Andelsche kwestie zoo schrijft de Mil Ct. is nu een eigenaardige phase ingetreden. Bi gebreke van wethouders in die gemeente heef de commissaris des Konings krachtens art. la der gemeentewet, de begrooting voor het jaa 1886 ontworpen en aan den gemeenteraad aai geboden. Bij weigering van den gemeenteraal om ter vergadering op te komen heeft de com missaris vervolgens de begrooting vastgesteld a aan de goedkeuring van ged. staten onderworpei Ged. Staten hebben echter aan die begrootin goedkeurig geweigerd lo op grond dat art. 121 der gemeentewet niet kan geacht worden vai toepassing te zijn op het ontwerpen en aanbie den dezer begrooting, omdat het ontwerpen de begrooting het werk is van burgemeester ei wethouders, en een ontwerp door anderen op gemaakt, den waarborg mist, die de wet in he: ontwerpen doqr burgemeester en wethouders gezocht heeft, vermist de begrooting alsdan nie: afkomstig is van hen, die met de volledige |kei nis van den gemeentedienst zijn toegerust, ei 2o omdat volgens de bedoeling van art. 127 de gemeentewet het optreden van den commissari des konings eerst dan gewettigd is wannee burgemeester en wethouders weigeren of nalati zijn, voor de hun opgedragen uitvoering te za gen, terwijl in de gemeente Andel geen collegs van burgemeester en wethouders bestaat en ei dus ook geen sprake kan zijn van weigering o nalatigheid van dat college. De commissaris des Konings, heeft in dat beslui'

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1886 | | pagina 2