mighe dingen geconsesseert, Den heer Tromp verweerde maendagh/ en ging dito op 't hof wandelen/syn swager den heer Kievit verstaet men/ dat in de vergaderinge van gecommitteerde staten in desen tyt soude mogen verschynen/de Susters van den heer Tromp/souden door den heer fïscael aengesent sijn hare woorden in zoeken. Van 't uytloo- pen der vloot schynt soo haest noch apparentie. Ondertusschen afgetrocken soldaten/ en matrosen/ daerlick naer scheeps- ten welcke sine affecte van publicatie/ en Trommel- slagh gedaen is. Men zegt dat den Ritmeester .ab..h..m/ het Ampt van den Vice-Admirael Koenders zyt de verleden hier passeeren da- gelics verscheyde compagnien. Na Hoorn/ende eylanden daer ontrent gelegen zijn de Compagniën te voet afgegaen van den Capteyn Beveren uyt Dordrecht van de Zael/ en de Limburgh/uyt Delft de Compag nieën vande sergeant Major Bercu en Buytenburg uyt Rotterdam van laba...ie/ en B...el/ uyt Schie dam van den Lieutenant Colonel van Zanten. Item de compag niën van den Lieutenant Colonel rie/ vande capiteynen .in .e../W..t. ende B Vlissingen den 24 dito. Dewyle men nu hier verwacht dat 's landes vloot alle dagen so de Daer/ is zeer verwondert dat den heer luitenant-admirael Tromp seerin den hage ontbooden is/ en daer nae sal ver- trocken/ men kan niet bewyzen wat het te seggen is. Wy hooren eenige seer vreemde geruchten/ doch weten niet watse sullen beduijden/ de uyt- comst wert met verlange te gemoet gesien. Daer schijnt een groot mis noegen te groeven op gemelde heer Tromp/uyt oorsaecke dat hy in't na- jage van het Esquadre van de bleau- we vlagh twee dagen en twee nach ten van 's landes vloot is gebleeven zonder dat den heer Admirael de Ruyter of andere zee-hoofden wis ten waer hy mee zijn Esquadre ge bleven was waerdoor sommige me nen dat hy oorsaeck wasdat den heer de Ruyter met de rest van des landes vloot heeft moeten retireeren en de Engelse meester van de Zee gelaten. De vloot is nauw na gants gereed en werd aen de rest noch seer vlytigh gearbeyt. Uytrecht den 26 dito. Men hoort dat den heer Tromp over syn Vice-Admiraels Ampt be- danckt is en nu hier in Zee sal gaen en dat den heer van Gent in sijn plaets geordorneert is.God segent het Lant en bewaere het selve voor alle ongelegentheyt. Voor eenighe dagen is ghedruckt ende in vele Steden versonden ende verkost seecker Rapport/ 't welck de heer van Sommerdijck, die geweest is op het schip van den heer Luy- tenant Admirael Tromp wanneer de laetste Bataille geschieden/ in de vergaderinge vande heeren Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt ghedaen soude hebben.Welck Rap port vernomen is geweest tot Am sterdam gedruckt te zijnmaer door verder bekent in gheworden wie het| selve Rapport heeft doen drucken. Wordende by de voors. Heeren Sta ten seer qualijck opgenoomen dat men soodanighe dingen onder den Cley- ne Man doet uytstropen welke niet het Rapport van de voorsz. heer van Sommerdijck niet over een konnen gelijck hy verclaert heeft aen hare Groot Ko: ende dat sulcks sonder syn kennisse is geschiet. Die geene welcke schuldich daer aen zijn /welc ke alhier in den haeg waren/werde van yder een daer over gemarcheert is zijnde een saeck die grote jalousz. verweckt onder de Admiraels als de Ruyter en Tromp. Gedruckt by Pieter Jansen

Krantenbank Zeeland

Zeelantsche en Haeghsche Post-Tijdinghe | 1666 | | pagina 4