DA
nem
Echtpaar
werkt a/s
\Siamese
tweeling
VAN
FRAASSEN
ZONEN
DER
.VOOR
DE WERKLOOSHEID"
iurg
[IJZEN
KLAS SERVICE
IOLKSTRAAT 36
Gehesen
Dagsluiting
Andere kijk
Terugslag
Zeeziekte
15 mei
RINGCARS
UISJES
Op vrijdag 21 mei zal het Rode
Kruis- schip "Henri Dunant II"
afmeren in Neerbosch bij
Nijmegen. Op zich niets
bijzonders ware het niet dat het
die dag precies 25 jaar geleden
is dat in Nederland voor de
eerste maal een vijfdaagse
boottocht voor langdurig zieken
en invaliden werd gemaakt.
Die tocht werd georganiseerd
door de Rode-Kruis-colonne in
de provincie Overijssel, die
daarvoor het passagiersschip
"Gelderland" huurde. De boot
vertrok vanuit Deventer en voer
via Zwolle, Urk, Amsterdam,
IJmuiden, Maarssen, Wijk bij
Duurstede en Arnhem weer
naar Deventer.
Bootcommandant was dokter
H.G. Smelt, nu woonachtig in
Almelo. Met hem hadden wij
een gesprek, waarin hij
herinneringen ophaalde aan de
avontuurlijke onderneming. Een
boottocht, die - zeker voor
hedendaagse begrippen -
onder barre omstandigheden
werd gemaakt.
Het verhaal van dokter Smeit
heeft een verrassend slot,
waarin hij uitlegt waarom hij zijn
boottochten stopzette.
ëHM
vrn.
:itplaatsen
nationale ervaring
inlichtingen:
nu koopt
risvijver, speeltuinen, strand,
A TE LOMMEL (België),
tAL LATER
ambitieuze persoonlijkheid
een op de toekomst gericht
issisteren in de afwisselende
•bereiding - planning en werk-
:aak het maken van onderde-
van licht-constructiewerk, en
riende afd. ter ondersteuning.
35 jaar, en een goede theo-
weet door een ruime praktijk-
aatwerkerij, dan verzoeken wij
1 te richten aan de directie.
:oom B.V.
1 en voor een groot deel ded
dige vermogen van haar cen^^
breid
ade contactuele
digheid.
an de selectieprocedure.
ng en kan via bevordering®
drijf,
nds.
latsingskosten.
lijk, te richten
7f3n3di0ndde^ic^^'it
ding van nr. 76-33 in ao t
ANNEKE EN FREDUS MAKALIWY
i eef
de Ny
DRACHTERSCOMPAGNIE - Vanaf 1 juni vervult
het echtpaar Anneke Makaliwy-Broeckmans en drs.
Fredus Makaliwy samen één baan: adjunct
secretaris van de Onderwijsraad in de provincie
I Groningen.
Fredus stapt drie dagen in de week de maatschap
pij in, en gaat daarna twee dagen eten koken en
afwassen, waaran Anneke de schort afdoet en aan
I haar bureau gaat zitten. Het einde dus van een eeu-
'venoude rollenverdeling van man en vrouw.
Waarom? In de eerste plaats om wat meer tijd te hebben
I '-'oor de twee pleegkinderen. Zowel Anneke als Fredus had
1 tot dusver een full-time baan, en de kinderen kwamen er
»us bekaaid af.
la de tweede plaats uit saamhorigheidsgevoelens.
I Waarom zou alleen Fredus zich helemaal mogen ont-
I plooien en zou Anneke gedoemd zijn de rest van haar leven
to het huishouden te staan?
Ia de derde, en zeker niet de laatste plaats, om aldus een
tojdrage te leveren aan de werkgelegenheid. Het echtpaar
15'voor'aan maar één arbeidsplaats, en heeft dus vrij-
I ™lig plaats gemaakt voor een werkeloze.
I Anneke is vormingsleidster, moeilijker gezegd: agoge.
I toiFredus is afgestudeerd in oude talen, en werkzaam aan
I a)a doctoraal andragogie.
echtpaar werkte ook eerst bij dezelfde baas: de
I lichting Vormingswerk Werkende Jongeren Oostelijk
r'iesland: Anneke in de praktijk, Fredus als project-
totobereider. Bij de nieuwe baan zal zoiets ook gebeuren.
I e Onderwijsraad adviseerd Gedeputeerde Staten van
I toningen over onderwijskwesties.
I 'edus, Anneke en de provincie Groningen hebben nog
I w alle complicaties uitgeknobbeld. Maar voorlopig is
lead I**3' ec'1'Paar n'e' in tweeën gespleten wordt,
li» een af zond er 1 ij ke salaris- en pensioenregeling
I ie'r'L.i,ïieiden krijgen de rang van referendaris. Ook deze
ILwas een voorwaarde voor het paar. „Onze recht-
I positie is als twee employés voor één functie. We hebben
"een eigen bureau".
I t„r,ke: "^r Zlt een fil°s°fie achter ons idee. Ten eerste
Ijj'r- gwegd kunnen we nu een gelijke inbreng geven
I k'on ^eren- Ten tweede menen we dat we elkaar
i"^11 KanVU^en' wan*; *wee mensen kunnen meer dan
I ovw k ovenciien gaat men er nu misschien over denken
I werk te her-verkavelen".
rjetant het echtpaar Makaliwy staat hier fel op. „Het gaat
I totneT °nt ^et. "iet per se een echtpaar te zijn dat
Ihjn .ten ct'e vervult. Het kunnen ook twee vrienden
I taeé° vreemden, of een man en een andere vrouw, of
lhetaaTiWen 6n 20 maar door. Op deze manier wordt
lkrij«e arheidsplaatsen beter verdeeld. Man en vrouw
"en t ?U kans °P een volwaardige functie, maar ne-
Ind samen arbeidsplaats in".
^maatschappij is het nog altijd zo, dat iemand iets is
I "iets E aan- Omdat een huisvrouw geen baan heeft, is ze
I., n een gepensioneerde is maar een beetje van wat hij
^geweest is. Anneke's en Fredus' initiatief heeft ver-
|#nma» Sevolgen. In de klassieke rolverdeling maakt
I tjes. 7; van a^es mee, en zit de vrouw thuis bij de sprui-
I heeft niet| begrijpt niet waar haar man het over
I ^ietijd n we*ze vroeger als vanzelf accepteerde, is
I We'k isnu voort>ij- Het probleem is alleen dat er te weinig
e" ^e^us: ..We hopen dat de werkgevers
|ieie n'euvve P'an gaan denken. Als het bij
1 hlM Z0U bliïven- a's wiï het enige echtpaar
hon met één baan, dan zou dit zonde zijn.
t 'len °P een kettingreactie. De mentaliteit, de
""dl h' Veran^eren- Daarom is het toch wel tele-
j latei, i? ^at t'e vakbond nog niets van zich heeft
l'tin, °ren' kerkgelegenheid is pef slot haar ter-
JAN KOESEN
De "Gelderland"
Arts H. Smelt
De Henri Dunant II
Boottocht voor zieken
is nog steeds nuttig
"Het was een experiment, een
brutale stunt. Niemand van ons
had enige ervaring. Als er brand
uitgebroken was aan boord, waren
we er allemaal aangegaan".
Aan het woord H.G. Smelt, arts
in Almelo. De man die van 21 tot 26
mei 1951 de eerste boottocht voor
langdurig zieken en invaliden
meemaakte als scheepsarts tevens
bootcommandant.
Als pas afgestudeerd arts had de
toen 33- jarige Smelt de
verantwoordelijkheid over 89
opvarenden, onder wie 61
patiënten.
Hij had juist een jaar daarvoor een praktijk
overgenomen in Deventer. Het was nog geen
volledige praktijk en de jonge arts werd
daarom door zijn collega's aangewezen om op
de "Gelderland" mee te varen. Hij was de
enige die er tijd voor had.
"Nu zou ik het niet meer doen, dat zou ik
niet meer kunnen. Bang? Jazeker, ik ben
steeds bang geweest dat er iets mis zou gaan.
Maar we voelden allemaal: we moeten deze
boottocht maken, we moeten doorzetten.
Het idee was van Frans Delhez, die toen
huisarts was in Hengelo. Hij belde me op een
goede dagop en zei domweg: "Als we nou eens
met de langdurig zieken gingen varen, want
deze mensen zitten maar thuis te zitten. Toen
zijn we gaan grasduinen om een geschikte boot
te vinden. We kwamen terecht bij de rederij De
Zwaag in Amsterdam. Die mensen wilden ons
wel de "Gelderland" huren, maar die was de
hele zomer bezet. Dat schip deed
vakantietochtjes op de Zuiderzee. Maar voor 1
juni konden we hem nog krijgen. Toen hebben
we een vertrekdatum vastgesteld op 21 mei".
Vijfentwintig jaar geleden maakte de „Gelderland" de eerste Rode-Kruistocht. De „Henri Du
nant II" (foto) heeft zijn taak al enkele jaren overgenomen.
Voordat het vertreksein kon worden
gegeven moest er nog flink wat
geïmproviseerd worden. Zoals gezegd: de boot
was niet berekend op het vervoer van zieken.
De gasten konden niet door de deur naar
binnen en moesten letterlijk aan boord
worden gehesen. Slaapplaatsen voor het
verplegend personeel waren er niet. De elf
helpsters werden in het vooronder gestopt, de
acht mannen sliepen op het dek in de
openlucht.
Op maandag 21 mei om 12.07 uur gingen in
Deventer de kabels los en voer de
"Gelderland" richting IJsselmeer. De
moeilijkheden begonnen toen pas. Het
scheepsjournaal vermeldt onder meer, dat er
niet genoeg bedzeiltjes aan boord waren, dat
er te weinig waskommen waren meegenomen
en dat een groot aantal wasserijen moest
worden gebeld voordat men er in Amsterdam
één vond, die de was wilde doen. Reeds na twee
dagen klaagden enkele mannen erover dat ze
niet van boord mochten. Het antwoord van
dokter Smelt was erg kort: "Ze mogen rustig
gaan, maar dan komen ze niet weer aan
boord".
Adjudant Van der Wielen, zuster Brouwer
en ik hebben het hele stelletje vast gehouden.
Ik had gewoon geen tij d om zeeziek te worden.
Bovendien heb ik mijn hele leven gezeild".
Toen de boot Amsterdam naderde werd het
een ware triomftocht. Op een groot aantal
plaatsen hingen vlaggen uit en op de kade zag
het zwart van de mensen. Heel Nederland
voelde: hier is iets bijzonders aan de hand.
Iedereen leefde met ons mee. Alleen het
hoofdkantoor van het Rode Kruis in Den Haag
was er niet erg tevreden mee. Ze waren het er
helemaal niet mee eens. Men vond dat de
initiatieven in Den Haag genomen moesten
worden en niet in een provincieplaatsje als
Deventer".
even uit te rusten. De trein raast altijd maar
door, maar iedereen heeft de behoefte om even
te wachten op een stationnetje".
waarna enkele van haar collega's een roeiboot
insprongen en het meisje in veiligheid konden
brengen.
Onderweg naar Urk-Volendam vertoonden
de eerste gasten verschijnselen van zeeziekte.
De heer Smelt: "Zowel de gasten als de helpers
werden zeeziek.
De jongste gast aan boord was een
twaalfjarig jongetje, de oudste een vrouw van
76. Hoewel het persoonlijk contact de eerste
dag nog wat stroef was, werd de sfeer in de
loop van de week steeds beter.
Dokter Smelt: "Ik probeerde er een soort
kampsfeer in te brengen. Tijdens die week
kwam er heel wat los. Al hun problemen
wisselden de gasten onderling uit. We zaten
met de vraag: geeft het niet een geweldige
psychische reactie als de mensen straks weer
thuis zijn? Krijgen ze geen terugslag? Ik dacht
er het beste aan te doen door ze zo veel
mogelijk met elkaar te laten praten.
Kijk, je moet zo'n boottocht zien als een
adempauze in een lijdensweg. Als een halte om
Iedere zieke kreeg minstens tweemaal per
dag bezoek van dokter Smelt, 's Morgens
informeerde hij naar de conditie van de
patiënten en 's avonds wenste hij iedereen
persoonlijk goedenacht.
"Ik zat met een typisch probleem: het gebed.
Ik wist eerst niet wat ik er mee aan moest'. Ik
heb er wekenlang over nagedacht. Toen heb ik
maar een boekje met gebeden gekocht. Elke
avond ging ik in de hut van de kapitein zitten
en via de omroepinstallatie deed ik de
dagsluiting met gebeden die zowel voor
protestanten als katholieken geschikt waren.
Want neem maar van mij aan: die mensen zijn
bijna allemaal diep-religieus".
Op zaterdagmiddag 26 mei precies om twee
uur was de "Gelderland" weer terug in
Deventer, waar duizenden mensen de
passagiers een groots welkom bereidden. De
avond daarvoor was de boottocht echter bijna
op een dramatische wijze beëndigd. De
"Gelderland" was op de Rijn bij Arnhem voor
anker gegaan en de bemanning kreeg
gelegenheid om even de stad in te gaan. Een
van de helpsters wilde van boord af op de wal
springen, maar verkeek zich op de afstand.
Het meisje viel in de Rijn en hoewel ze kon
zwemmen dreef de stroom fiaar weg. Ze kon
nog juist een kabel grijpen en om hulp roepen,
Dokter Smelt maakte in 1959 voor de laatste
keer een Rode-Kruis-boottocht mee, toen op
de Henri Dunant I. "Ik kreeg in de loop der
jaren een andere kijk op de invalidenzorg.
Zo'n boottocht is pure liefdadigheid.
Zo zagen wij het in 1951 ook. We hadden
toen inderdaad medelijden. Maar ik besefte al
gauw dat we nog een stap verder moesten",
aldus dokter Smelt die nu als bedrijfsarts is
verbonden aan het sociale
voorzieningenschap in Almelo.
'Ik ben al die tijd met de gehandicapte mens
bezig geweest. Ze hebben net zoveel recht op
een eigen gezin, een eigen huis als wij die
toevallig armen en benen hebben. Er blijven
nog altijd machtig mooie dingen in je leven
ouer, ook al lig je in bed".
De Almelose arts gelooft nog steeds in het
nut van de boottochten. Maar de invloed op
het genezingsproces van een langdurig zieke
of een invalide is volgens hem gering.
"Daarom heb ik gezegd: ik stop ermee, want
de invalidenzorg moet meer gericht zijn. Het
gaat erom dat deze mensen zélf verder gaan.
Laten we eens ophouden met liefdadig te zijn.
We moeten ze niet steunen, maar naast ze gaan
lopen. En als ze een keer een stoepje niet
kunnen nemen, dan moeten we ze helpen".
THEO TEMMINK